Boekbespreking: Ruzie
De spelling van namen, zoals Van den Bosch of De Witt, blijft onveranderd. Dat om diezelfde reden sommige christenen de weergave van de Godsnaam met Heere onveranderd willen laten, is voor de auteur een bewijs van de christelijke praktijk om ruzie te zoeken. In dit verband maakt hij de opmerking, dat Abraham Kuyper de eigenaardige gewoonte had een gearticuleerde e aan de naam van de Allerhoogste vast te plakken. Maar de e die achter Heer stond, sprak Kuyper gewoon uit, net als zijn tijdgenoten. Trouwens niet alleen zij. Nog vreemder is zijn opmerking dat de Statenvertaling de naam van God als HEERE weergeeft als uit het Hebreeuws wordt vertaald en met Heere als het een andere grondtaal betreft.