Missionair in ons dorp (2)
'Dat zwarte kousenkerkje verderop? Geen idee wie dat zijn. Een clubje mensen dat op zondag met hun auto’s hier het kerkplein vullen, zodat ik er lastig langs kan lopen als ik mijn hond uitlaat. Maar verder weet ik niks van ze', sprak de meneer bij wie Marjan zojuist had aangebeld voor een kleine enquête.
Ze verschoot van kleur. Tjonge, dat was rake taal. En van de mensen die ze zojuist bij de markt gesproken had kreeg ze niet veel anders te horen. Dat was dus het beeld, wat de buurtgenoten van de kerk hadden: onbekend, gesloten en storend. Daar was ze zich nooit bewust van geweest. Maar goed, ze wilden een beeld krijgen van hoe de buurt over deze kerk, de noden van de buurt en over ‘geloven’ dacht, dus dan moest ze nu maar even de harde klappen opvangen. Ze beet op haar lip om niet in de verdediging te schieten, maar te blijven luisteren naar deze buurman. Dat was eigenlijk best lastig, om goed te blijven luisteren!




Is dat wel waar? We geloven toch een 'algemeen christelijke kerk'? Velen denken bij 'katholiek' direct aan Rome. Maar dat is niet terecht. We mogen een heel mooi, oud woord niet zomaar weggeven aan de paus.
Diep onder de indruk van wat we net van onze broeders uit Jordanië en Syrië hebben gehoord, gaan we bidden. Efeze 3 vers 14 en 15 is daarbij onze leidraad.
‘Ja, ik weet het nog…’ Mevrouw De Vries begon te praten in de groep. Over de straten vol kerkgangers op weg naar de zondagse kerkdienst. Over de volle kerken en de grote groepen jongeren die met Pinksteren belijdenis deden. Heel levendig en enthousiast vertelt ze over hoe het toen was. En daarom klinkt het ook zo hard, als iemand haar ineens onderbreekt met de woorden: ‘Ja, allemaal mooie verhalen van vroeger, maar… even terug naar nu. Wie doet binnenkort het licht uit?’