De herder loopt de troonzaal weer uit en kijkt over het land, dat vanaf het bordes van het paleis aan zijn voeten licht. Hij hoort zijn volk steunen en klagen onder het zwaardere werk, dat de farao hen heeft opgelegd. Had Mozes niet naar de farao moeten gaan? Als mens weet je dat eigenlijk nooit. Je kunt honderd keer overtuigd zijn van het feit, dat God je gestuurd heeft, toch blijft de twijfel als je de gevolgen van de dienst aan God voor de dienaren van God ziet. Zo graag zou je een voorspoedig leven in vrede en veiligheid willen, zo vaak ziet de geschiedenis er anders uit. Het lijkt net alsof God het er om doet. En toch kan Mozes niet anders dan weggaan bij de farao. Met een bezorgd hart, dat wel. Bezorgd over alles wat er met en in de wereld van de farao gaat gebeuren omdat hij weigert te luisteren naar de God van hemel en aarde en zichzelf god waant.

Toen het voor mij duidelijk werd, dat ik predikant wilde worden, werd het tijd dat ik Latijn en Grieks zou leren. Ik had wel het diploma HBS-b gehaald, maar dat was meer op de technische vakken afgestemd. Mijn vader kende een hervormd predikant in de buurt, die goed in de oude talen was en jongens uit zijn kerk wel les daarin gaf. Ik mocht ook bij hem lessen in de oude talen komen volgen. Dus ging ik elke week op de fiets naar zijn pastorie voor dit onderwijs.

Zijn broer was leraar oude talen op een gymnasium in Leiden. De leerboeken, die deze gebruikte, begonnen wij ook door te nemen. Dat ging prima, zodat toen ik het jaar daarop in  Apeldoorn aangenomen werd, ik de twee jaren die stonden voor Latijn en Grieks in één jaar kon doen.

Remco van Mulligen heeft een boeiend verhaal geschreven over de opkomst en de ontwikkeling van de EO, de Evangelische Hogeschool en de ChristenUnie en hun voorlopers. Daarin komt de naam van ds. J. H. Velema meer dan eens voor. Benieuwd naar de rol van hem die wel eens de paus van zijn kerkverband werd genoemd?

 

Ds. Jan Hendrik Velema (1917-2007) was nauw betrokken bij de opkomst van de EO en de Reformatorisch Politieke Federatie (RPF). Zijn naam is ook verbonden aan Koers, dat voor het eerst in 1969 verscheen.

 

Het verhaal over de voorzegging van de zondvloed (Gen. 6, 1-7) prikkelt ons voorstellingsvermogen: 'zonen van God', die bij de 'dochters van mensen' komen, die hun vervolgens – dus aan die godenzonen – kinderen baarden. Dit resulteert in reuzen tevens geweldenaars. De vermelding binnen het gehele raam van slechtheid, kwaad en geweld is zonneklaar en mede één van de aanleidingen voor de aangekondigde zondvloed.

Deze 'godenzonen' zijn gevallen engelen, in ons spraakgebruik: demonen. Nu kan iedereen begrijpen dat geestelijke wezens zoals demonen geen lichamelijke gemeenschap met mensenvrouwen kunnen hebben en dat zij dus ook niet door enig lichamelijk verlangen kunnen zijn aangedreven. Er moeten dus duistere redenen achter zitten, waarom zij deze boosaardige reuzen wilden voortbrengen; overigens uitsluitend bij de vrouwen die in hun slechtheid en contacten met de geestenwereld daarvoor openstonden.

Commentaar

  • Je eigen bijbeltje 2025-10-24 07:32:22

    Zeven jaar oud was ik, bijna acht. Ik herinner me nog goed dat ik naar voren mocht komen in de...

  • Privé 2025-10-11 07:31:53

    Vanaf het begin van deze maand is op tv de documentaire Sextortion te zien. Bij sextortion wordt...

  • Omdat we gezonden zijn … 2025-09-27 07:43:17

    Ik was weer in Indonesië, samen met vier studenten van de Theologische Universiteit Apeldoorn....

  • Aan Zijn voeten 2025-09-13 08:17:13

    Over de kerk is er nogal wat te doen, zeker over onze kerken, de Christelijke Gereformeerde...