Kapperbes
Wanneer je uit de Bijbel leest, kom je soms woorden tegen waar je overheen leest. Je leest het, maar hebt eigenlijk geen flauw idee wat het voorstelt. In het verband van de tekst denk je het soms te weten, maar toch. Kapperbes is voor mij zo’n woord.
Het blijkt de vrucht te zijn van de kapperstruik, die het uitstekend doet rond het Middellandse Zeegebied. Een kapperbes lijkt op een grote langwerpige druif met witte strepen en kan gegeten worden zoals je olijven eet. Het is een knapperige vrucht die het heel goed doet als begeleiding van een stukje kaas of ham. Echt een opkikkertje. Maar wat nog belangrijker is: het wekt de eetlust op.




In 1516 was lang niet iedereen blij met de gereviseerde Bijbelvertaling van Erasmus. Alleen al het feit dat hij het gezag van de eeuwenoude kerkbijbel van Hiëronymus (3e/4e eeuw) durfde aan te tasten was voor velen een schok. Zelf vond Erasmus dat hij met dit werk juist een noodzakelijke bijdrage leverde aan de hervorming van kerk en theologie.
Als je de Bijbel openslaat klotst het water je al bij de eerste verzen tegemoet. En tegelijk: Gods Geest die over de wateren zweeft. Geheimzinniger kan het boek van God niet beginnen.
Met tien topwetenschappers voerde Martine van Veelen (we kennen haar wellicht van het boek Hete Hangijzers, Antwoorden op 17 kritische vragen aan het christelijk geloof, Amsterdam 2009) gesprekken over het boeiende thema ‘geloof en wetenschap’. Van de protestants-christelijke Cees Dekker tot atheïst Herman Philipse. Van Herman van Praag (jodendom) tot de in 2014 overleden Wubbo Ockels die in het boek getypeerd wordt als ‘goeroe van de duurzaamheidsreligie’. Het boek is voorzien van een voorwoord van Robbert Dijkgraaf destijds president van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen: ‘Maar waarom zou men wetenschap en geloof tegenover elkaar zetten? Het is niet nodig, niet nuttig en niet logisch.’ Speelt levensbeschouwing nou wel of geen rol bij hun onderzoek? De uitdaging die Van Veelen de lezer doet: ‘De verhalen spreken elk voor zich. Lees ze door, en laat u inspireren, verrassen en op andere gedachten brengen!’. Interessant om kennis te nemen van de tussen de hoofdstukjes vermelde citaten, zoals deze (van Anoniem): ‘Ik zie wetenschap en levensbeschouwing als complementair. Wetenschap kan modellen maken maar nooit de essentie bereiken. Wat er werkelijk is, daar kunnen we als wetenschap niets over zeggen’. Aan het slot van het boek de resultaten van het onderzoek ‘geloof en wetenschap’ onder Nederlandse hoogleraren waar dit keurig uitgevoerde boek de vrucht van is. Ik zou zeggen: lezen!