Opgevaren naar de hemel
Het gebeurde veertig dagen na zijn opstanding. De discipelen waren samen met Jezus op een berg. Op een gegeven moment kwam daar een wolk die Hem onttrok aan hun ogen. Opeens was Hij er niet meer. Het werd hun gezegd: God had Hem opgenomen in de hemel.
Christus verscheen voortaan niet meer aan zijn leerlingen zoals Hij dat die weken daarvoor wel had gedaan. Zo zou Hij niet meer bij hen komen. Hij bleef voortaan in de hemel. Pas na Pinksteren begrepen de discipelen de volle rijkdom daarvan.
Iets van die rijkdom is verwoord in de Heidelbergse Catechismus, die verklaart dat Christus in de hemel is met het oog op het heil van de zijnen. Dat is: voor hun redding. Een geweldige boodschap! In zijn hemels paleis werkt Hij verder aan hun redding. Want dat is nodig. Ook al heeft de verzoening op Golgota plaatsgevonden, de gelovigen zijn op aarde niet zonder gevaar. Maar Christus is in de hemel 'tot hun heil', tot Hij terugkomt.




Regelmatig wandel ik met groepen door de binnenstad van Amsterdam. De oude joodse buurt en de kerken hebben onze speciale aandacht. Helaas zijn de protestantse kerken bijna allemaal gesloten, dat wil zeggen, ze zijn maar een paar uur per week open. Een gemiste kans nu zoveel mensen op zoek zijn naar zingeving en rust. Door een wat gastvrijere opstelling zouden we een belangrijk signaal kunnen afgeven: ‘hier wordt de rust geschonken’.
In een vorig artikel hebt u kunnen lezen over het veelbewogen leven van John Bunyan en over de kerkelijke en politieke toestand in zijn tijd. In de gevangenis schreef hij het klassieke boek The Pilgrim’s Progress , in het Nederlands De Christenreis .