Druilerig is het als Auke uit school komt. Het is de laatste woensdag voor Kerst en de kerstvakantie is zojuist begonnen.

Hij schudt zich als een natte hond als hij de warme keuken binnenstapt. Zijn bril beslaat natuurlijk weer. ‘Lastig ding!’ mompelt hij.

‘Heb je het tegen mij?’ vraagt zijn zus Dieuwertje. Ze staat in een pan te roeren.

‘Tegen wie anders?’ zegt Auke, terwijl hij zijn natte jack over de verwarming gooit. ‘Wat doe je?’

‘Ik roer in de erwtensoep.’ Dieuwertje snuift eens boven de pan.

‘Nou, het stinkt vreselijk, hoor!’ zegt Auke, die niet van erwtensoep houdt. ‘Waarom roer jij? Waar is mam?’

‘Mam probeert een tandarts te bereiken, ze heeft een ontsteking!’

‘Alweer?’ schrikt Auke.

Sinds begin november heeft de Andreasgemeente een nieuwe pastoraal werker in de persoon van ds. G. J. Capellen. Voor de lezers van het Kerkblad voor het Noorden heeft de redactie hem een aantal vragen voorgelegd om wat nader met hem kennis te maken.

Kunt u iets vertellen over uw levensloop en gezinssituatie?

Ik ben 16 juni 1948 in Maassluis geboren. Na de lagere school volgde ik de Mulo. Daarna heb ik de kweekschool in Gouda bezocht. In 1969 werd ik onderwijzer. Vervolgens heb ik verscheidene studies gedaan. Dat was best pittig. In 1978 maakte ik de overstap van het lager onderwijs naar het voortgezet onderwijs. Ik ging lesgeven aan de Guido de Brès (godsdienst en maatschappijleer). Vanaf 1985 tot 1993 was ik aan de Pieter Zandt scholengemeenschap in Kampen/IJsselmuiden verbonden. In het eerste jaar gaf ik naast godsdienst ook muziek.  Dit  was nodig om aan een volledige baan te komen. In 1985 startte namelijk de school met acht klassen. Naast de zestien uur godsdienst gaf ik acht uur muziek. Spoedig werd ik ook conrector. Het was erg boeiend om aan een beginnende school te werken. Inmiddels had ik in Utrecht  mijn doctoraal theologie gehaald (februari 1987).

We leven in een tijd waarin communicatie er enorm toe doet. Ook in kerkelijke kringen. Hier volgen een paar woorden die in ons kerkelijk vocabulair uitermate effectief zijn. Allereerst het woord ‘verbazing’. Zowel in kranten als op gemeentevergaderingen kunnen  mensen reageren op voorstellen of teksten met de woorden: ‘Met verbazing heb ik kennis genomen van ...’

Of wat dacht u van ‘stíjgende’ verbazing? Ik heb trouwens nog nooit ‘dalende verbazing’ meegemaakt. Die uitgesproken verbazing slaat ten diepste meestal nergens op. Want eerlijk waar, veelal ís er helemaal geen verbazing. Er is vooral ergernis. Omdat men het er niet mee eens is. Of zijn zin niet krijgt. Die ergernis wordt verzwegen. Zitten ergernis en kwaadheid zó bij ons in de taboesfeer? Maar er is meer aan de hand. Schijnbare verbazing camoufleert niet alleen onze ergernis maar kan zeer doeltreffend zijn. De aangesprokene (lees: kerkenraad, commissie, tekstschrijver) wordt weggezet als een achterlijke gladiool. Niet hardop gezegd natuurlijk, maar dat is nou juist het venijn. En de aangesprokene moet natuurlijk gauw stoppen met dat domme gedoe, dat is ook duidelijk. En de verbazer? Die is vooral wijs! En daarom zo enorm verbaasd over zoveel domheid bijelkaar.

Misschien herkent u het bij uzelf of bij uw (klein)kinderen: druk, druk en nog eens druk. Agenda’s lijken overvol, altijd en overal dienen we bereikbaar te zijn. Steeds meer mensen ervaren (te)veel stress in hun leven.

Het aantal mensen dat worstelt met burn-outklachten blijft toenemen. We zoeken naar manieren hoe om te gaan met een leven dat uit balans dreigt te raken. Eén daarvan is het bezoeken van een zogenaamde stilteretraite, ook wel bekend als een kloosterweekend. Hoe komt het dat deze retraites zo’n grote aantrekkingskracht hebben? Wat gebeurt er nu eigenlijk tijdens een retraite?

Inderdaad en van de geschiedenis mogen we leren én het goede behouden. De schoolstrijd is niet voor niets gestreden. Het heeft Nederland en het Nederlandse onderwijsstelsel gebracht waar we nu staan. Er komt wel een moment dat we erkennen dat de tijd van doordesemde, zich isolerende zuilen niet meer ieders wereld is. En daar ligt de kans! We krijgen oog voor elkaar én de ander en leren elkaar én de ander beter kennen. Dat vraagt bestuurlijke visie. Visie betekent dat je je de toekomst kunt herinneren! Een verwachtingsvolle uitdaging.

Penta Primair erkent de krimp en ziet daarbij kwaliteit en schoolgrootte in het licht van kwetsbaarheid. Om die kwetsbaarheid om te buigen naar kracht zoeken we de samenwerking binnen de dorpen. Liever één school dan geen school. Dan moet je als directeuren en personeel van twee scholen met ouders in gesprek, op zoek naar de ontmoeting, de traditie voorbij. Je ontdekt dat er anno 2016 meer is dat je bindt, dan dat je scheidt.

Commentaar

  • Eindtijd 2025-08-30 08:50:10

    Al zolang wij bestaan leven we in de eindtijd. Zo leerde ik het van onze dominee op catechisatie....

  • Samen kerk-zijn 2025-08-15 13:51:52

    De kerk is een bont gezelschap. Dat valt u vast wel op in uw eigen kerk. Maar in de zomerperiode...

  • Vriendschap 2025-07-31 12:15:07

    In 2024 verscheen het rapport ‘Jeugdtrends’. Dit rapport is een samenwerking van een aantal...

  • Gezien worden 2025-07-19 07:15:17

    Je kunt rustig zeggen dat de woorden die hierboven staan een van de diepste verlangens van het...