Saul Friedländer, Nazi-Duitsland en de Joden, een uitgave van Nieuw Amsterdam in Amsterdam, ISBN 978 90 468 1725 4, prijs € 29,95.

Saul Friedländer schreef een standaardwerk in twee delen over wat nazi-Duitsland met de Joden wilde en deed. Het eerste deel gaat over de periode die aan de Tweede Wereldoorlog voorafging, 1933-1939, de jaren van vervolging. Het tweede en dikste deel over de Tweede Wereldoorlog zelf, de jaren van vernietiging 1939-1945.

De uitgever verdient alle lof dat hij deze twee delen in één band heeft samengevoegd tot een prachtig verzorgde uitgave. Ze is spotgoedkoop, gelet op de omvang, maar vooral vanwege de indrukkende inhoud van deze studie. De schrijver is een knap historicus en een Jood, die zijn stof meesterlijk beheerst. Betrokken en boeiend heeft hij een boek geschreven dat over het onderhavige onderwerp een rijke bron van informatie is. Hij biedt niet alleen onnoemlijk veel feitelijk materiaal, maar zet het tevens in een breed perspectief. Bovendien verstaat Friedländer de kunst om dit alles tot een goed leesbaar verhaal te smeden, niet het minst omdat hij een ruime plaats aan persoonlijke getuigenissen geeft.

In Hoogeveen worden duizend asielzoekers opgevangen en gehuisvest in de voormalige gevangenis de Grittenborgh. Momenteel zijn er al zo’n driehonderd vluchtelingen verwelkomd in deze plaats, maar dat aantal zal snel toenemen. De alleenstaande mannen, vrouwen met kinderen, maar ook complete families zijn onder meer afkomstig uit Syrië.

Zeer begrijpelijk en ook terecht voelen tientallen asielzoekers zich niet thuis in de Grittenborgh. Velen hebben in Syrië verschrikkelijke dingen meegemaakt. Hun families zijn vermoord danwel afgeslacht, huizen zijn kapot geschoten of gebombardeerd, mannen moesten noodgedwongen vrouw en kinderen achterlaten (als zij tenminste nog in leven waren) en sommigen zijn in gevangenissen blootgesteld aan bedreigingen, martelingen of verkrachtingen. Veel vluchtelingen zijn getraumatiseerd in Nederland aangekomen. Logisch toch, dat je dan niet in een ‘soort gevangenis’ wil wonen. Vanzelfsprekend komen allerlei pijnlijke herinneringen dan weer boven.

Met regelmaat bidden wij: Uw koninkrijk kome. Sommigen denken hierbij misschien vooral aan de wederkomst. Of de overgang naar de hemel. Anderen, en dat is meer terecht, denken aan de lancering  en verbreiding van Gods koninkrijk vanaf het moment dat Jezus op aarde aan zijn bediening begon en zei: ‘Het koninkrijk is nabijgekomen.’

Het gaat dan over ‘hoe God koning wordt op aarde’ of ‘de komst van het koninkrijk, zoals in de hemel, zo ook op aarde’ (N.T. Wright) en waarmee in vervulling gaat wat God in het Oude Testament heeft beloofd, namelijk koning worden op aarde.

Als God zijn machtsgebied op aarde aan het intensiveren en uitbreiden is, dan betekent dat nogal wat. Op het gebied van politiek, onderwijs en noem maar op. Maar het begínt bij mensen waarin God gaat wonen. Concreet betekent het dat onze persoonlijke ‘koninkrijkjes’ moeten wijken. Afsterven. Maar wat zijn dan zoal onze koninkrijkjes?

De afgelopen week schoot mij ineens de profetie van Kajafas te binnen. Door te zeggen, dat het nuttig is, dat één mens voor het hele volk sterft, profeteerde hij over de dood van Christus Jezus. Hij duidde als het ware het sterven van Jezus als een grootse verlossingsdaad. Maar wij weten, dat Kajafas dat niet bedoelde. Kajafas wilde Jezus opofferen om zo rust in Jeruzalem te krijgen en niet het risico te lopen, dat de Romeinen maatregelen tegen oproer zouden nemen. Dus wat Kajafas bedoelde was uiteindelijk iets heel anders dan wat hij werkelijk zei en wat waarheid werd.

Wordt het niet steeds lastiger – en misschien ook wel: gevaarlijker – om als gelovige getuige te zijn van Jezus?

Op de dag dat ik dit artikeltje schreef, las ik ’s morgens het vierde hoofdstuk van het boek Handelingen. Daar wordt door Lucas verteld dat Petrus en Johannes door de Raad worden verhoord, en dat hen ‘dreigend’ verboden wordt over Jezus te blijven spreken. Wanneer Petrus en Johannes daarna worden vrijgelaten, bidt de gemeente of de Here op die dreigingen wil letten en of Hij zijn dienstknechten wil geven dat ze met alle vrijmoedigheid zullen blijven getuigen (zie Hand. 4, 29).

Oog in oog met de dreiging die aan het opkomen is en die steeds duidelijker wordt, bidt de gemeente: Here, geef ons dat we onze mond niet houden, en dat we vrijmoedig blijven spreken over U.

Commentaar

  • Redenen tot dankbaarheid 2024-11-23 09:35:54

    Op het moment dat ik dit commentaar schrijf, is het dankdag voor gewas en arbeid. De Bijbel op...

  • Skincare routine 2024-11-09 16:44:34

    Vandaag de dag zijn er heel wat filmpjes op Youtube te bekijken die gaan over het verzorgen van je...

  • Dirk de Groot 2024-10-25 17:15:47

    Woensdag 6 november aanstaande is het, D.V., dankdag voor het gewas en de arbeid: we brengen onze...

  • Israëlzondag 2024-10-11 17:20:39

    Afgelopen zondag is in veel kerken aandacht besteed aan de bijzondere band van ons als...