Als 68-jarige, gepensioneerd en met flink wat vrijwilligersbaantjes, denken en iets schrijven over je toekomstverwachting is geen alledaags werk. Vooral, als je nog in de gelukkige omstandigheid verkeert, dat je goed gezond bent en nog veel leuke en interessante dingen kunt doen. Dan ben je nog zó bezig met die dingen van alledag, dat daardoor de “toekomst” voor je gevoel eigenlijk nog ver voor je ligt.

Daarenboven worden je verwachtingen eigenlijk dagelijks bijgesteld. Door allerlei sombere berichten op TV en in de kranten over bijvoorbeeld de financiële crisis en de eventuele gevolgen daarvan. Ik moet zeggen, dat deze berichten mij wel beïnvloeden voor wat betreft mijn kijken naar en gevoelens over de toekomst. Als ik heel eerlijk ben, dan maak ik mij best zorgen over de komende tijden. Zorgen over mijn kinderen en kleinkinderen. Bijvoorbeeld of ze straks nog wel een baan zullen hebben en nog veel meer. Ik denk, dat ik niet de enige ben. Ook als christen kun je die zorgen soms maar moeilijk van je weren.

De vorige keer heb ik geschreven over de veranderende maatschappij, die een grote invloed heeft op het gezinsleden. In de 19e eeuw waren de gezinsmaaltijden vooral onderdeel van de disciplinerende en de opvoedende taak van de ouder (tafelmanieren en eetgewoonten bijbrengen en andere vormen van socialisatie). Later werd de gezinsmaaltijd meer een sociaal gebeuren. De maaltijd werd een plaats waar kinderen en ouders hun dagelijkse ervaringen konden delen, een plek om te praten en te genieten. Een plek waar ouders een veilige basis aan hun kinderen kunnen bieden.
Het aantal gezinsmaaltijden beïnvloedt de samenhang in gezinnen. Er wordt dus veel van de gezinsmaaltijd verwacht. Nu deze maaltijd steeds meer naar de achtergrond verdwijnt, is het dan ook niet verwonderlijk dat bijvoorbeeld overgewicht en gedragsproblemen hieraan toegeschreven worden. Nu is het natuurlijk gemakkelijker om problemen te constateren, dan er ook daadwerkelijk iets aan te doen. Toch wil ik in dit artikel een aantal handreikingen geven die u kunnen helpen, om de maaltijden weer een plezierig middelpunt van het gezinsleven te laten zijn.

Collega Nico Vennik en ik zullen enkele artikelen schrijven over de preek en het preken. Je kunt het tegelijk breder trekken naar het voorgaan in de diensten. Een preek is nu eenmaal in onze setting niet los verkrijgbaar. Bovendien, in onze structuur van samenkomsten is de dominee het manusje van alles. Vooraf heeft de koster het water op de kansel gezet en heeft de kerkenraad gebeden om de Heilige Geest, deed de organist het voorspel en dan gaat het los. Dan ben jij aan de beurt die de titel draagt ‘vDm’: verbi Divini minister. Dienaar van het Goddelijke Woord.
Ik schrijf het met hoofdletters. Niet per se uit principe, maar vanwege het feit dat de preek door velen als bediening van het Goddelijke Woord wordt gezien en beleefd. Wat het ook is! Het heeft dan sowieso iets verhevens, iets onaards. Preken valt dan in een buitencategorie, zoals sommige bergen in de Tour de France. Met niets te vergelijken en door wel heel speciale mannetjes gebracht.

Ik sta op tafel in een (nog) gloeiende pan, samen met de andere aardappels. Naast ons staat een pan die nog net zo gloeit als wij, waar de bloemkool in zit. Ook het vlees staat op tafel. Om ons heen is de tafel gedekt voor vier personen. Ik zie dat moeder en zoon al zitten, maar waar de rest blijft is niet duidelijk. Moeder stelt voor om maar vast te beginnen. Ze zijn even stil en beginnen vervolgens de aardappelen rondom mij op te scheppen. Ook uit de andere pannen wordt opgeschept. Nu het deksel van de pan is begin ik het een beetje koud te krijgen. Ik hoor moeder en zoon praten over de voetbaltraining waar de zoon zo naartoe moet. Hij moet daarom snel eten en verbrandt zijn tong bijna aan zijn eten. Daar gaat de deur open en komt vader binnen. Hij had het druk op zijn werk en is daarom iets te laat voor het eten, maar begrijpt wel dat ze al begonnen zijn. Hij komt erbij zitten, is ook even stil en schept ook om mij heen. Ondertussen gaat zoon snel zijn tas pakken, want anders is hij te laat op trainen. Daar zitten vader en moeder samen aan tafel. Ik krijg het inmiddels steeds kouder. Als ook vader en moeder hun eten op hebben word ik op het aanrecht gezet. De Bijbelteksten die ik vroeger nog weleens hoorde, hoor ik vandaag weer niet.

Tijdens de adventsperiode zullen een aantal mensen vertellen hoe hun toekomstverwachting is.

Ik ben net veertig geworden.  Ik realiseer me dat het volk Israël zo lang rondgezworven heeft in de woestijn. Hitte, dorst en lange reisdagen heeft het moeten doorstaan. Natuurlijk waren er ook mooie momenten, maar het was niet waar ze hoorden. Ze waren immers onderweg naar het beloofde land. Voelden ze zich als een vis op het droge? Of zoals in Psalm 102 vers 7 ‘als een uil in de woestijn’.  Velen wisten daarnaast dat ze zelf het beloofde land niet zouden zien en alleen hun kinderen daar gebracht zouden worden. Kan ik die veertig jaren vergelijken met mijn veertig jaar? Ik ben zeker ook onderweg, ik maak ook een reis door het leven. Ik leer en groei, ervaar, geloof en voel.

Commentaar

  • Zingen in de eredienst (2) 2024-07-25 18:25:50

    Vorig jaar schreef ik over het zingen van psalmen en liederen in de eredienst. Iemand sprak me...

  • Verslavingen 2024-07-12 17:57:04

    Ruim een op de vijftien jongeren gokt weleens online, zo blijkt uit een onderzoek van het...

  • All Nations 2024-06-28 17:42:30

    Vorige week was ik met een groep studenten van de Theologische Universiteit Apeldoorn bij All...

  • Op weg naar de GS 2024-06-15 10:09:55

    Als dit kerkblad verschenen is, is het bijna zover dat de Generale Synode bijeen komt in...