Verdediging van de verrijzenis
Jezus' opstanding is voor het verstand onbegrijpelijk en wetenschappelijk gezien onmogelijk. Niemand heeft een dergelijk gebeuren ooit waargenomen. Je kunt evenmin vergelijkbare gebeurtenissen uit onze tijd aanwijzen. De waarheid van de opstanding wordt bestreden. Maar er is alle reden voor een verdediging van dit heilsfeit.
Documenten met de vermelding van Jezus' opstanding zijn al vrij spoedig daarna verschenen. Paulus vertelt in een van zijn brieven wat hij zelf drie tot acht jaar na de opstanding heeft gehoord. Net als in onze tijd moesten mensen wanneer zij een gebeurtenis vertelden, precies doorgeven wat echt gebeurd was. Met de feiten mocht je niet naar eigen believen handelen. Anders was dat met fabels. Deze mochten naar eigen behoefte worden aangedikt, wat echt gebeurd was niet. Paulus benadrukt dat in zijn brief aan de Korintiërs: hij geeft door wat hij zelf heeft ontvangen (1 Kor. 15, 3). Hij wil dat zijn lezers goed beseffen dat hij geen fabels vertelt. Zijn manier van spreken wil de feiten onderstrepen.