De laatste vijand, die onttroond wordt, is de dood - 1 Korinte 15:26
1 Korinte 15:26 lijkt een eenvoudige tekst. Ik dacht altijd dat ik hem
begreep. Dikwijls ge-bruikte ik (een deel van) de tekst als iemand
overleden was. De dood is een vijand. Wie ge-looft, mag weten van
vergeving en leven. Maar wie gelooft, krijgt ook met de dood te maken.
Het is bijna altijd een vreselijke vijand die ons belaagt en verslaat.
Gelukkig is dat niet het enige dat gezegd kan worden.
Wie gelooft, heeft ook een Vriend, Jezus Christus. Hij heeft zijn leven
gegeven voor zijn vrienden. Hij is de opstanding en het leven. Van dat
evangelie legt 1 Kor. 15 getuigenis af. Wie in Jezus gelooft, zal leven,
ook al is hij gestorven (Joh. 11:26). Maar wie geloven krijgen ook te
maken met de dood, die vijand. Hij is de laatste vijand.
Dat waren mijn meditatieve gedachten bij 1 Kor. 15:26. Tot ik begreep
dat Paulus in deze tekst een ander aspect naar voren brengt. Hij heeft
het in dit gedeelte over Jezus? koningschap. Dat Jezus Koning is, is in
zijn opstanding in volle glorie openbaar gekomen. Als Christus komt,
draagt Hij het koningschap over aan God, de Vader. Dan komt er
definitief een einde aan alle machten die vijand van God zijn.
In 1 Kor. 15:25 vat Paulus dat nog eens samen: Hij moet als Koning
heersen totdat Hij al zijn vijanden onder zijn voeten gelegd heeft.
Paulus heeft het hier dus over de vijanden van God. Als vervolg daarop
schrijft hij dat de dood de laatste vijand is die zal worden onttroond.
Lees meer: De dood is de laatste vijand
Soms heb je wel eens van die momenten dat datgene wat je zegt direct
gevolgen heeft voor je omgeving. Als manager bij een bedrijf is dat wel
vaker het geval, maar nu kwam het toch wel hard aan. Natuurlijk, alle
berekeningen waren in orde. Het verleden geanalyseerd, de toekomst
onderzocht. Het was zonneklaar: bij een Amerikaanse vestiging moesten
twee afdelingen dicht. Als je dan naar het bedrijf toe reist en boven de
oceaan vliegt, neem je de cijfers nog eens door en bereid je je voor op
het gesprek met de bedrijfsleider ter plekke.
Ook daar is de situatie duidelijk. We spreken over de toekomst van het
bedrijf en komen ook daar weer tot de conclusie: er gaan afdelingen
dicht en personeel wordt ontslagen (en in de VS gaat dat razendsnel,
meestal al dezelfde dag?.)
Als je dat zo in de krant leest, vind je het wellicht een momentje erg
voor de mensen en je zucht ?tja, de crisis, h??. Totdat jij z?lf (mede)
verantwoordelijk bent voor de beslissing om mensen naar huis te sturen.
Als medewerkers de poort uitlopen en ze kijken je nog eens aan, dan zie
je mensen bij wie de zekerheid van hun bestaan voor een groot gedeelte
wegvalt. Geen baan is: geen inkomen en er komen zorgen op je af. Hier en
daar zie je mensen huilen en je realiseert je dat jouw woorden ?we
moeten sluiten? direct impact hebben op het leven van anderen. Als je ze
zo terneergeslagen ziet vertrekken, zou je ze allemaal wel willen
houden. Dat zou echter ten koste gaan van nog meer mensen?..
Lees meer: Als woorden echt tellen
Pasen gaat over de opstanding van de Here Jezus. Het is opstanding ?van
de doden? zoals onze geloofsbelijdenis de Bijbel naspreekt. De vreugde
van Pasen is dat de dood niet het laatste woord heeft. Ondergetekende
nam zijn fototoestel ter hand, stapte op de fiets en reed naar de
dichtbij gelegen begraafplaats ?Esserveld? in Groningen. Is er hoop? Wat
vertellen ons de grafstenen?
Op 16 maart rijd ik met mijn fiets het Esserveld binnen en plaats hem in
de stalling. Het zal toch niet waar zijn. Het motregent. Net alsof het
druilerige weer mij de kans wil ontnemen op deze plaats tekens van hoop
te ontdekken. Niet echt doelgericht wandel ik, rechtsafslaand, naar de
eerste graven. Al lezend passeer ik een reeks van graven. Namen en
jaartallen komen voorbij. Die man is oud geworden. Dat meisje is jong
gestorven. Echtparen die tijdens hun leven onafscheidelijk waren en die
na hun sterven onder ??n grafsteen liggen. Rust zacht, lees ik. Ja, die
woorden lees ik hier het meest. Wat zou daar nu precies mee bedoeld
worden, vraag ik me af. Is de boodschap van die woorden dat er na het
sterven een periode aanbreekt waarin gerust gaat worden? Een tijd waarin
bijgekomen mag worden van alle aardse vermoeienissen? Wat bedoelen
nabestaanden met die woorden? Het roept bij mij het beeld op van een
eeuwige en vredige slaap. Het sterven als een overgang naar een eeuwig
?niets?? Rust zacht. Een mooie wens maar de triomf van Pasen reikt die
me niet aan. Ik neem een foto van ??n van de graven. Druppeltjes regen
nemen vrijmoedig plaats op mijn camera.
Lees meer: Rust zacht
Het blijft een indrukwekkend boek. Het boek van ds. Troost 'Morgen zal
het Pasen zijn'.
Ik kende het, maar liep er opnieuw tegen aan. Een vriend van mij verloor
een kind. Een dochter, getrouwd en twee kinderen. Hoe kan dat? Een kind
dat je voorgaat. De verbijstering van een vader mee te maken ont-vaderd
te worden. En niet te vergeten, een moeder die ont-moederd wordt. Want
er valt na de dood niet meer te vaderen. Er helpt geen lieve moedertje
aan. De vragen van waarom springen je naar de keel als een leeuw. Toen
dacht ik aan Troost.
Het is Stille Zaterdag. Troost nodigt Job uit met hem mee op te
wandelen. Eerst gaan ze de kerk binnen. De vertrouwde kerk met die
uitnodigende gebrandschilderde ramen van de goede en zorgende God, zo
richting preekstoel en doopvont. Een beloftevolle opgang. Totdat Troost
moet melden: Hier stond de kist met mijn te vroeg gestorven dochter. Dan
verstilt en verstard alles. Dan vloekt het raam, hoe vlammend ook in de
zon, getuigend van de goede God met het bestaan. Het zonlicht valt dood
op de doodskist. Het donker daalt. Zo staan zij beiden. De dominee en
Job en keren om naar buiten. Job wordt genodigd tot de ommegang rond het
dorp. Een sluiproute is het niet. Ze botsen op het ziekenhuis dat
afgebroken is. De wond van de afbraak als illustratie van het afgebroken
bestaan van zoveel zieken die werden afgebroken tot stervens toe. Zelfs
zonen en dochters. Een hoek om verder stuiten ze op de paviljoenenlet
op het versluierde taalgebruik van gehandicapten. Geest en lichaam
misvormt. Ouders die daaraan levenslang een kruis te dragen hebben. En
toch ook sommige gehandicapten als kinderen zo blij met Jezus.
Onbekommerd. Och, bij al het leed wensten wij ook zo te wezen. Daar
mijmeren beiden, althans de ??n sprekend, de ander zwijgend en gaan hun
gang. Een ommegang die uitloopt op de graven. Dat ene graf: Hier ligt
ze. Dan sta je met stomheid geslagen.
Lees meer: Van ommegang naar Paaszang
Zie de mens, zegt Pilatus als Jezus voor Hem staat. Het is een gruwelijk gezicht. Er staat een jonge man met een kroon van doornen op zijn hoofd. Ze hebben de kroon door zijn huid gedrukt en het bloed druppelt langs zijn haren en wangen naar beneden. Hij heeft een rode mantel aan, die doet denken aan een koningsmantel, en een riet in zijn hand, dat doet denken aan een koningsstaf. Het geheel doet denken aan kinderen, die koninkje spelen. Maar het bloed maakt het beeld te re?el, te bitter. Het zijn geen kinderen, die koninkje spelen, maar volwassen soldaten en rechters, die een medemens zonder reden martelen en tentoon stellen. In deze Jezus zie je opeens de miljoenen, die geleden hebben en lijden onder de willekeur van hun medemens. Wat moet je dan denken als Pilatus naar Jezus wijst en zegt: Zie de mens. Bedoelt hij ?kijk eens naar die man, wat kan hij nu voor kwaad doen?? Of bedoelt hij ongewild ?Kijk, daar is de mens nu toe in staat?? Ik ga er van uit, dat Pilatus het eerste bedoelde. Maar de bijbel heeft altijd een diepere betekenis. Pilatus staat in de bijbel en klaagt de mensheid aan. Natuurlijk ook zichzelf. Maar ook de mensheid als geheel, ook u en mij. Nu zeggen veel mensen in mijn omgeving, dat ze toch niet zo slecht zijn. Ik krijg altijd pijn in mijn hart bij zo'n zinnetje. Als wij dat dan niet zijn, waarom lijden mensen dan onder elkaars woorden en daden? Ook in onze omgeving. Waarom sterven er dan kinderen van de honger? Waarom is er dan zo een enorm ongelijkheid tussen rijk en arm? Waarom trekken wij ons daar dan nauwelijks iets van aan? Waarom ?. Zie de mens! En Jezus zegt niets. Hij kijkt Pilatus aan en in hem de mensheid, u en mij. Hij gaat de dood in, omdat wij geen antwoord geven. Hij neemt de ellende op zich opdat wij zouden leven ?..