Dr. J.P. Fokkelman is een kenner van Semitische talen en doceerde tot
2001 klassiek-Hebreeuwse literatuur aan de universiteit van Leiden.
Samen met Dr. W.J.C. Weren redigeerde hij het enige jaren geleden
verschenen vuistdikke boek ?De Bijbel literair?. Jan Fokkelman leest de
Bijbel als literatuur. In een van zijn inleidingen in het net genoemde
boek gaat hij in op de vraag of de Bijbel niet in de eerste plaats een
moreel en spiritueel monument is. Een voor ons herkenbare vraag! De
Bijbel wordt toch naar ?beneden? gehaald wanneer wij Het Boek literair
gaan behandelen?
Fokkelman onderschrijft weliswaar de morele en geestelijke kant van de
Bijbel maar, zo voegt hij er direct aan toe, alleen in samenhang met het
inzicht dat de boeken van de Bijbel een product van verbeeldingskracht
zijn. En dat die boeken slechts tot hun recht komen als de lezers
antwoord geven met hun verbeeldingskracht. Onder literair verstaat
Fokkelman ten eerste dat alle Bijbelboeken zorgvuldig zijn geschreven,
ten tweede dat de meeste boeken een creatief gebruik van taal vertonen
en ten derde dat een behoorlijk aantal boeken zeer goede (Fokkelman
gebruikt het woord ?virtuoos?) taalbeheersing laten zien. Kortom
Fokkelman slaat het schrijverstalent van de auteurs van de Bijbel hoog
aan. Reden te meer om als lezer goed te luisteren naar de tekst die
bewust zo geschreven is als die geschreven is. De inhoud is met
voorbedachten rade in een bepaald jasje gegoten. In een ander boek (Oog
in oog met Jakob) vermeldt hij: ?Bovendien willen de Bijbelschrijvers
(oorspronkelijk vaak sprekers) hun visie op God, mens en wereld op geen
enkele andere wijze uiten dan als vertellers en dichters, dus op de
wijze van het kunstwerk.? Ik ga hier voorbij aan het gegeven dat
Fokkelman het heeft over ?hun visie?.
Lees meer: Het boek Job als literatuur
Graaigedrag wordt wel aangevoerd als de oorzaak van de huidige
financi?le en economische crisis. Doen we als Christenen mee aan
graaigedrag of vertonen we juist geefgedrag? Bijvoorbeeld in het geven
aan de kerk, aan goede doelen. Wat kunnen we vandaag nog leren van de
voorbeelden die de Bijbel ons schenkt over ons omgaan met geld? In een
tweetal artikelen kijken we naar de bijdrage aan de eigen gemeente
(deel1) en in het volgende nummer naar de collecten en goede doelen
(deel2).
Het is opmerkelijk dat er in de bijbel zoveel aandacht wordt besteed aan
de omgang met geld en goed. Ergens las ik de opmerking dat Jezus meer
zegt over het geld dan over de hel en de hemel! Telkens brengt Jezus in
redevoeringen en in gelijkenissen het geld ter sprake. Wat kan daar toch
de reden van zijn?
De bijbel laat weten dat daar de liefde van God achter zit. God wil
namelijk dat wij onze vastheid niet zoeken in ons bezit, maar in H?m.
Bezit kan ons geen leven verzekeren, maar God kan dat wel. Jezus zei
daarover eens: 'Ziet toe, dat gij u wacht voor alle hebzucht, want ook
als iemand overvloed heeft, behoort zijn leven niet tot zijn bezit.'
(Luk 12:15).
Geld biedt dus geen enkele zekerheid. Maar wat biedt het geld dan wel?
De Gever van het geld reikt ons daarbij het doel aan: God geeft ons
alles rijkelijk ten gebruike om w?l te doen, rijk te zijn in goede
werken, vrijgevig en mededeelzaam (1 Tim.6,17-19). Dat dat een zaak van
groot belang is, blijkt uit het vervolg van deze tekst: om ons daardoor
een vaste grondslag voor de toekomst te verzekeren om het ware leven te
grijpen.
Lees meer: Geefgedrag (1)
?Ze lezen nieuws als journalisten. Ze kijken films als regisseurs. Ze
kijken naar reclame als reclamemakers. Deze eerste positieve, slimme
generatie vergt een geheel nieuwe benadering. Want als je je
communicatie verkeerd inricht, dan raak je ze kwijt. Voorgoed. Dan
blijven ze onverschillig of keren zich zelf van je af.? En met name het
zinnetje ?? als je je communicatie verkeerd inricht, dan raak je ze
kwijt. Voorgoed ...? deed de redactie van het Kerkblad vragen: Wat
moeten wij daar als kerk mee? Wij communiceren nog steeds zoals we dat
al eeuwen deden. Raken wij de jongeren niet kwijt omdat we het evangelie
niet op een voor hen vatbare en hanteerbare manier communiceren? Want
voor de generatie Einstein (geboren na 1990) geldt: ?De Kerk is haar
macht over het geestelijk welbevinden ontnomen, eenieder kan nu zelf
beschikken over het lijf in pijn, leven en dood. We zijn individuen
geworden met een eigen wil, niet gedicteerd door geloof of andere
ideologie?n?.
Echtheid
Wat moeten we als kerk met de manier, waarop de Einsteiners (en allen na
hen) hun leven bouwen? Niemand zal ontkennen, dat de kerk de taak heeft
in woord en daad lichaam van Christus Jezus in de tijd te zijn. Opdat
mensen geloven in de liefde van God en door het geloof behouden worden.
Een eerste vereiste is dan wel, dat de kerk ?echt? is. Dat betekent, dat
de kerk aan alle kanten uitstraalt geheel en al en onvoorwaardelijk te
geloven wat of in Wie ze zegt te geloven. Maar wat moeten we doen om dat
uit te stralen? En hier zit een heel lastig punt. Als wij gaan bepalen
op welke manier echtheid blijkt is er weer een vorm geboren, die binnen
de kortst mogelijk tijd weer een lege huls is. Toch doe ik een poging.
Lees meer: De Generatie Einstein III
Op 9 februari 2010 vergaderde de classis Groningen in de Maranathakerk
te Groningen.
Deze vergadering werd geopend door br. J. Holwerda namens de roepende
kerk van Thesinge.
De leiding berustte bij ds. N. Vennik, preses. De scriba ds. J.G.
Kortleven is door ziekte verhinderd deze vergadering bij te wonen; zijn
taak wordt waargenomen door de assessor ds. A.J. van der Toorn.
Na onderzoek van de lastbrieven kan geconstateerd worden dat de classis
wettig bijeen is. Doordat we in de classis ook te maken hebben met een
samenwerkingsgemeente met de GKv, wordt eerst een punt van orde
behandeld. De vraag is of een afgevaardigde van een
samenwerkingsgemeente die behoort tot een ander kerkverband in volle
rechten en plichten aan de vergadering kan deelnemen. Lid van deputaten
kerkorde en kerkrecht, ds. D. Quant, schreef hierover een brief, die
enige helderheid verschaft. De classis besluit zich te moeten houden aan
de in onze kerken geldende regel, dat een afgevaardigde van een ander
kerkverband alleen maar als waarnemer (adviseur) aanwezig kan zijn.
Er is een verzoek ter tafel van de kerk van Mussel om te komen tot een
nauwere samenleving met de Gereformeerde Kerk vrijgemaakt te
Mussel/Musselkanaal-Valthermond. Voor de behandeling van dit agendapunt
zijn ds. A. Brons, ds. G. van de Groep, ds. D.J. Steensma en ds. W.J.
Quist aanwezig namens de particuliere synode van het noorden om de
classis op dit punt van advies te dienen. Een door de kerkenraad van
Mussel ingediend rapport wordt in bespreking gegeven. Desgevraagd delen
de afgevaardigden van Mussel mee, dat de nauwere samenleving inhoudt:
kanselruil, het erkennen van elkaars attestaties en gezamenlijke viering
van het Heilig Avondmaal. Na bespreking delen deputaten mee geen
bezwaren te hebben tegen inwilliging van het verzoek van Mussel. Het
wordt in stemming gegeven en unaniem willigt de classis het verzoek van
Mussel in.
Lees meer: Classis Groningen bijeen
In mijn eerste artikel gaf ik een korte omschrijving van ?Emerging
Churches?. We zagen dat in een EC alles erop gericht is om aansluiting
te vinden bij de manier van denken en leven van postmoderne mensen. De
ingrijpende cultuuromslag van modernisme naar postmodernisme is daarbij
het centrale thema. Hoe hebben wij als gereformeerde christenen deze
beweging nu te waarderen?
Er zijn diverse invalshoeken te bedenken waarop wij als gereformeerde
christenen kunnen reageren op de EC. Ik beperkt me tot drie onderwerpen: