De Emeritikas en de pensioenen
De laatste zin van de beroepsbrief die door de kerkenraad aan een beroepen predikant gezonden wordt luidt: ?Tenslotte garandeert de kerkenraad u de door de generale synode vastgestelde uitkering naar art. 13 K.O bij eventuele emeritaatverlening, tijdens uw dienst en aan uw gezin bij uw overlijden alhier?.
De emerituspredikant behoudt de eer en de naam van dienaar des Woords. Het ambt van dienaar des Woords is een ambt voor het leven. Wanneer de uitoefening van het ambt bezwaarlijk is geworden, betekent dat niet dat het ambt daardoor zou vervallen. Een emerituspredikant is dus een volwaardig predikant van de Christelijke Gereformeerde Kerken in Nederland en blijft als zodanig ook verbonden aan een van de plaatselijke kerken. De zorgplicht voor emerituspredikanten, predikantsweduwen en ?wezen blijft ook berusten bij deze plaatselijke kerk. De uitvoering van deze zorgplicht wordt in onze kerken toevertrouwd aan de deputaten emeritikas. In gezamenlijkheid wordt de zorgplicht ingevuld, dat wordt ook wel aangeduid als het ?verzorgingsprincipe?.
De vraag kan gesteld worden of de toepassing van dit principe in de toekomst wel haalbaar is. Meer en meer gaan er, van zowel kerkenraden, individuele leden als predikanten, stemmen op om over te stappen op een (individueel) premiestelsel.