In dit Calvijnjaar heeft al een eindeloze reeks publicaties, lezingen,
conferenties en tentoon-stellingen stilgestaan bij alle verschillende
onderdelen van de theologie en de betekenis van Calvijn. Afgelopen
zaterdag kwam daar de jaarlijkse schooldag in Apeldoorn nog bij. De
hele dag stond in het teken van de reformator. Het thema: Calvijn ? wat
heeft hij ons nog te zeg-gen?
De dag werd geopend door prof.dr. H.G.L. Peels die stilstond bij Exodus
27: 20.21. God geeft opdracht om dag en nacht licht te laten branden in
de tent der samenkomst en daarvoor gebruikt Hij Zijn dienaren. Vandaag
de dag worden op de TUA dienaren van de Here opgeleid die in een andere
context dezelfde taak krijgen: het licht van Gods Woord laten schijnen
over onze samenleving. Hierna volgden de wetenswaardigheden van een
jaar TUA.
Gebed bij Calvijn
Drs. A. Huijgen ging in een lezing in op Calvijn en het gebed. Calvijn
schrijft over het gebed in de Institutie, deel III, hoofdstuk 20. Daar
zijn vier regels te vinden die volgens Calvijn bij een ?recht gebed?
horen: diepe eerbied, een goede hartsgesteldheid, ootmoedig bij de Here
komen om genade en bidden in zekerheid en met vrijmoedigheid.
Daarnaast speelt het beloftebegrip volgens Calvijn een grote rol in het
gebed: het gebed richt zich op Gods beloften en Gods beloften roepen om
het gebed. De biddende mens gaat ver-trouwelijk om met de Here. God
hoort het gebed en het draagt vrucht. Maar we weten niet altijd hoe.
Lees meer: Houdt vast wat gij hebt
God leren kennen. Volgens de gereformeerde belijdenis zijn daar twee
middelen voor. Lees artikel 2 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis er
maar op na. De eerste is de schepping, onderhouding en regering van de
wereld en de tweede is het Woord van God. God leren kennen door goed
naar de schepping te kijken, daarover zal het gaan in drie artikelen.
Dit eerste artikel gaat over een fictief praktijkvoorbeeld. Het tweede
gaat over Bijbelse voorbeelden en in het derde artikel komt de
verhouding tussen die twee middelen, de schepping en het Woord, aan bod.
Stelt u zich het volgende eens voor.
Het is herfst, een mooie en vroege zondagmorgen. Een strakblauwe lucht,
een beetje grondmist, het is helder en koud. In het dorpje ?s
Heerenberg gaat in de plaatselijke kerk die ochtend dominee Kijk in de
Vegte voor. De dienst begint zoals gebruikelijk; de gemeente is een
moment stil en krijgt daarna votum en groet te horen en er wordt
gezongen, deze keer een aantal verzen uit Psalm 19 over de hemel en het
heelal. Ds. Kijk in de Vegte leest een deel uit Psalm 104, over de
schepping. En ook een stukje uit het boek Job, over de rondleiding (in
woorden) die Job van God krijgt.
Lees meer: God leren kennen in de schepping (1)
Omgaan met conflicten is vaste kost in managementopleidingen en tijdens
workshops van bedrijven. Het zijn dure uren, want het kost nogal wat om
getraind conflicten te lijf te gaan of te voorkomen. Die bedragen zijn
vaak door kerken niet op te hoesten. We werken nu eenmaal vaak
letterlijk en figuurlijk pro Deo. Toch zien we een toenemende drang om
ook in de kerkelijke gemeente deskundigen in te vliegen om vastgelopen
processen en verhoudingen weer vlot te trekken. De zogenaamde mediators
hebben er hun handen vol aan.
Waarom is dat? Conflicten in de kerk zijn er altijd geweest. Voor een
deel is (onze) kerkgeschiedenis daardoor bepaald. Soms wordt gezegd:
het was strijden voor de waarheid, maar er kwam ook veel ?vlees en
wereld? bij. Met andere woorden: waren twee vooraanstaande kerkleiders
minder koppig en/of heerszuchtig geweest, dan zou de kerkgeschiedenis
anders gelopen zijn. Zo betrekkelijk kunnen dingen ook weer zijn.
Waarom dan nu deskundigheid inhuren? Omdat wat in de ?gewone?
maatschappij nuttig kan zijn, ook in Gods kerk en koninkrijk heilzaam
kan zijn. Tegelijk is te bedenken dat heel wat broeders en zusters in
de kerk inmiddels vanwege hun opleiding en werk, hier ervaring mee
hebben en dat in- en aandragen binnen de kerk. En daar is niets mis
mee, tenzij het ?gedoopt management? is. Dat wil zeggen aansluiting
zoekt bij de bijbelse principes en wil werken in afhankelijkheid van de
Heilige Geest.
Lees meer: Ruzie in de tent...(3)
Binnen de kerken is een verschuiving zichtbaar van ?klassiek? pastoraat
naar vormen waarin de ouderling vooral het pastoraat van anderen
coördineert. Pastoraat komt steeds meer bij gemeenteleden zelf te
liggen .
Met het begrip pastoraat wordt aangegeven, dat iemand geestelijke
verzorging krijgt, van oudsher van een geestelijke. Verder zijn er
specifieke vormen van pastoraat, zoals studenten- of stadspastoraat,
gevangenispastoraat en ziekenhuispastoraat. Een andere term voor
pastoraat is herderlijke zorg; een pastor is een herder
Uit mijn jeugd
Nog levendig herinner ik mij hoe in mijn kinderjaren de jaarlijkse
huisbezoeken werden afgekondigd in de ochtenddienst vlak voor de
collecte: ?Dinsdagavond huisbezoek om zeven uur bij de familie S.
Sijtsma, acht uur bij ?om negen uur bij ? . Het was afwachten, wie er
kwamen. De dominee met een ouderling, of twee ouderlingen. Om zeven uur
zaten we dan allemaal keurig en in spanning klaar. Vanaf een jaar of
acht moesten wij er gewoon bij zijn. Van de inhoud van deze gesprekken
is mij bijgebleven, dat ons gevraagd werd naar school, club en
catechese. Met mijn ouders spraken ze over het weer, de agrarische
sector, of de preken naar tevredenheid waren en tenslotte of mijn
ouders nog iets te vragen hadden. Dan werd er een gedeelte uit de
Bijbel gelezen en een gebed uitgesproken. Om acht uur vertrok men naar
de volgende. En verder? Je moest al heel ernstig ziek zijn, of er met
catechisatie zijn uitgestuurd, maar anders zag je geen ouderling of
predikant. Dit was toen in mijn beleving pastoraat. Pastoraat stond dus
gelijk aan huisbezoek.
Lees meer: Verandering in het pastoraat
Op 20 september wordt ds. C.A. den Hertog bevestigd als predikant van
de gemeente in Leeuwarden. Tijd voor een nadere kennismaking.
Ds. Den Hertog heeft de vragen die hem werden voorgelegd beantwoord in een persoonlijk verhaal.
We zijn heel dankbaar en blij dat we na een kleine zoektocht een huis
aan de Schierstins in de wijk Cammingaburen in het vizier kregen en
hebben gekocht. Het is voor ons de eerste keer dat we in een eigen huis
wonen. Tot nu toe werd ons steeds een pastorie van de kerk toegewezen.
Het is een licht en vriendelijk huis. De ligging is ook fijn. Ruisende
populieren in de buurt en water aan de overkant van de straatweg met
wat bootjes. Wat wil je nog meer? We voelen ons er heel erg thuis.
In de vakantie hebben mijn vrouw en ik boeken uit de bibliotheek
geleend die ons iets van de rijke geschiedenis van Friesland, van de
taal en de cultuur hebben laten zien. Wat de Friese taal betreft, wie
weet gaan we een cursus volgen, maar we wachten eerst af hoe het is als
we daar wonen.
Predikant zijn
Al heel jong wilde ik predikant worden. Van binnen wist ik mij geroepen
door de Here om dit werk te gaan doen. Daarom ging ik ook buiten mijn
geboortedorp Mijdrecht naar het Lyceum in Amstelveen. Daarna heb ik een
jaar in Utrecht gestudeerd. De rest van mijn opleiding heb ik in
Apeldoorn gevolgd. Als kind dacht ik eerst dat ik zendeling moest
worden. God heeft een zendingsfilm gebruikt om mij te roepen. Later
begreep ik dat het werk van predikant in een gemeente beter bij mij
past.
Lees meer: Den Hertog komt in de Friese hoofdstad