Afgelopen weken was het de tijd van de jaarlijkse CITO-toets. Niet alleen in groep 7 en 8, maar vanaf groep 1: de hele basisschool werd getoetst. Alle uitslagen worden komende weken in rapporten vermeld en met ouders besproken tijdens 10-minuten-gesprekken. Zo krijgen ouders weer iets meer inzicht in wat hun kind kan en waar het staat. Het is maar goed dat kinderen op de basisschool leren om te gaan met de spanning van toetsen. Want op het voortgezet onderwijs zijn er elke week toetsen. Zo worden onze kinderen gevangen in cijfers en scores.

 

‘Ik sta voor de deur en ik klop’. Een bekende bijbeltekst. Wat doe je dan? Doe je open? Bereid je een maaltijd? Geef je nieuwe kleren? Of…

Als we om ons heen kijken, zien we dat die vraag best wel actueel is. Jongens en meisjes, geboren in Nederland, ouders een aantal jaren geleden gevlucht uit Armenië, Syrië of de binnenlanden van Afrika. Of, een stuk karton in een verlaten portiek in de grote stad met daarop een ineengedoken slapende man. Mensen die omwille van hun geloof in de verdrukking zijn gekomen. Armoede en vervolging. Voor ons vaak moeilijk voor te stellen hoe ingrijpend dat is. Iets voelen we van de angst en het lijden wanneer we met hen in gesprek gaan. Doen we dat? Zien we ze staan?

Over de Nashville-verklaring. Wat mij betreft de laatste keer. Daarover is meer dan genoeg gezegd. Waarom dan nog één keer?

Om lucht te geven aan mijn verbazing. Over twee dingen. Allereerst over de verklaring zelf. Niet over de inhoud. Die is niet echt verrassend. Wel over het middel, dat van een declaratie, een openlijke verklaring. Ik kan best een eind meekomen met het verlangen van de opstellers om duidelijkheid te scheppen in het divers christelijke landschap van man-zijn en vrouw-zijn. Maar om te menen, dat je die duidelijkheid kunt krijgen door middel van een declaratie, die ondertekend moet worden en dus moet dienen als document van bijbelgetrouwheid, is vragen om moeilijkheden. Je kan lijkt mij op je klompen aanvoelen, dat dit provoceert en polariseert. En om dan achteraf te zeggen, dat de kritiek je heeft verrast, vind ik ongeloofwaardig. De keuze van het middel van een verklaring impliceert dat de opstellers de confrontatie en de provocatie bewust hebben gezocht. Anders zijn ze wel heel naïef. Bedenkelijk naïef zelfs.

Elke morgen vallen er bij ons een aantal kranten op de mat. Een stroom aan informatie. Daar moet veel werk voor worden verricht. Journalisten zwerven de wereld over. Het gaat niet altijd goed. Turkije zette vorige week een Nederlandse journaliste het land uit. Een jonge talentvolle vrouw. Nou ja, denk je, als je zo’n kop leest, Turkije zet wel meer journalisten het land uit. Je boft nog als ze je daar de deur wijzen. Veel collega’s zitten daar lange gevangenisstraffen uit. Maar doorlezend lijkt de zaak hier ingewikkelder, pijnlijker te liggen. Er was sprake van een relatie met een man die behoorde tot ‘al Nusra’, een terroristische organisatie, die niet onder doet voor Isis. De man in kwestie is hier in Nederland opgepakt. Hij is enkele jaren geleden met medewerking van de journaliste ons land binnengesmokkeld.

Journalistiek is in veel opzichten een gevaarlijk beroep. Vorig jaar werden er 81 journalisten vermoord. Vooral onderzoeksjournalisten hebben het zwaar. Veel machtige mensen houden niet van de waarheid. Ze willen de waarheid er onder houden. Onderzoeksjournalisten willen de waarheid aan het licht brengen. Gevaarlijk dus. Een ander gevaar lijkt ook altijd aanwezig. Het gevaar dat de journalist zelf een loopje met de waarheid neemt. Hij zuigt bijvoorbeeld gewoon een verhaal uit zijn duim. Kort geleden bleek een zeer gerespecteerde Duitse journalist veel van zijn verhalen zelf verzonnen te hebben. Hij had met die verhalen ook nog journalistieke prijzen gewonnen. Een klap voor de hele beroepsgroep. En dan is er dus nog het gevaar van foute vriendjes.

De uitgewezen journaliste had niet alleen een relatie met een terreurverdachte, ze heeft ook een mening over terrorisme. ’De term terrorist zegt me inmiddels helemaal niets meer. En het kwaad evenmin.’ Dat is een pittige. Een soort extreem relativisme. Er is geen goed en geen kwaad. In Joodse kringen lijden ze daar ook onder. Na zeventig jaar herdenken is er een trend om zowel daders als slachtoffers te herdenken. Beide groepen zijn immers slachtoffers. Maar als je hele familie de gaskamer is in geknuppeld denk je daar toch iets anders over. Dat geldt ook voor de Jezidi- gemeenschap en voor de christenen in het Midden Oosten die bijna door Isis zijn uitgeroeid. De term terrorist is huiveringwekkend.

Krijn de Jong, Urk

Ik zal wel te weinig gestudeerd hebben. Of niet genoeg van mijn studie onthouden hebben. Maar dit wist ik nog niet. Wat? Dat de joodse Talmoed vele verschillende typen farizeeën onderscheidt. Als wij het woord farizeeër in onze Bijbel lezen zien we een min of meer homogene groep van wetsonderhouders voor ons waar we dan – als eerste - de kwalificatie ‘hypocriet’ aan verbinden. Ze zijn voor ons toch allemaal hetzelfde – die schijnvrome mannen?

 

Commentaar

  • Skincare routine 2024-11-09 16:44:34

    Vandaag de dag zijn er heel wat filmpjes op Youtube te bekijken die gaan over het verzorgen van je...

  • Dirk de Groot 2024-10-25 17:15:47

    Woensdag 6 november aanstaande is het, D.V., dankdag voor het gewas en de arbeid: we brengen onze...

  • Israëlzondag 2024-10-11 17:20:39

    Afgelopen zondag is in veel kerken aandacht besteed aan de bijzondere band van ons als...

  • Ver van ons bed 2024-09-27 17:32:11

    Een korte zoektocht op het internet leert me dat er ooit een programma op de televisie was, dat de...