De afgelopen tijd is er binnen de Protestantse Kerk in Nederland (PKN)
onderzoek gedaan naar het bereiken van de verschillende doelgroepen. Eén
van de conclusies was, dat er maar twee mentaliteitsgroepen in de
samenleving worden bereikt: de traditionele burgerij en de
postmaterialisten. Met de eerste groep worden zij bedoeld die de
kerkgang van de ouders hebben meegekregen en betrokken zijn bij de
mensen rondom hen. De postmaterialisten zijn zij, die bewust bezig zijn
met zingeving en begaan zijn met de wereld dichtbij en veraf. Uit de
conclusies van het rapport bleek verder, dat vooral de (post)modernen
moeilijk te bereiken zijn en het af laten weten. Zij voelen zich niet
aangesproken door de stijl van de PKN. De slotconclusie is dat de kerk
zich beter bij hen kan aansluiten, door zich meer in het gedachteleven
van deze richtingen te verplaatsen.
Hoe? Een aantal tips. Verbind de boodschap van het Evangelie met hier en
nu in plaats van ver weg en straks. Heb aandacht voor vragen in het
dagelijks leven en de gevoelens die deze met zich meebrengen. Wees als
kerk minder bescheiden; de ingetogen stijl sluit niet aan bij de
meerderheid van de Nederlanders. Geef een duidelijk verhaal en wees
trots op waar je voor staat. De troost, de kracht en de richting die
geloven biedt zijn bij velen onbekend. Sluit als kerk aan bij wat mensen
werkelijk raakt. Tot zover het onderzoek en de aanbevelingen.
Lees meer: Een trotse kerk?
Afgelopen week deed ik mee aan de Week van Gebed. Elke avond waren we
bij elkaar om bemoedigd te worden door het Woord van God, om de Here te
prijzen in onze liederen en vooral om de Hem aan te roepen met
dankzegging en voorbede. Iedere avond kwamen de deelnemers vanuit heel
de stad en vanuit verschillende kerken en gemeenten bij elkaar. Een
bonte verzameling christenen in Christus verbonden. Kerkmuren vallen
weg. Een Pinsterbroeder buigt het hoofd samen met een rechtgeaarde
Gereformeerde, een Evangelische tezamen met een Reformatorische. Dat is
goed en zeer bemoedigend. Tegelijk schrijnt er in die week wel iets.
Lees meer: iCv - In Christus verbonden
Sinds ik als emeritus predikant in diverse gemeenten voorga, merk ik dat
steeds meer kerkenraden worstelen met de kerkgang van veel van hun
gemeenteleden. Of beter gezegd: met het verzuimen van hun kerkgang. Met
name tijdens de middag- of avonddienst. Soms wordt me voor zo’n dienst
al voorzichtig gezegd dat de banken (of stoelen) aanmerkelijk dunner
bezet zullen zijn dan in de morgendienst. Men wil mij kennelijk de
schrik voor een bijna lege kerk besparen. En inderdaad schrik je er wel
eens van en vraag je je af: waar zijn nu al die broeders en zusters,
jongens en meisjes die vanmorgen present waren? Meer dan eens spreken
kerkraden in een gesprekje na de dienst hun zorg over deze ontwikkeling
uit. Want hier is inderdaad sprake van een ontwikkeling, een doorgaand
proces. De teruggang van het aantal wegblijvers vindt niet in één sprong
plaats, maar voltrekt zich langzaam maar zeker. Het lijkt wel of de een
de ander aansteekt om de tweede dienst maar thuis te blijven.
Lees meer: Zorg om de gemeente
Hoe ziet een gulle gever eruit? Dat kan ik u vertellen. Het stond immers
in de krant. “De doorsneedonateur in Nederland is een vrijgezelle of
gescheiden protestantse vrouw of man die elke zondag naar de kerk gaat
en woonachtig is in Noord- of Zuid-Holland, Gelderland of Flevoland”
(Trouw, 17 januari 2011). Gelukkig gaat het hier om een doorsnee
donateur. En dat betekent gelukkig niet dat de meeste lezers van dit
blad hun hand op de knip houden. Het gaat hier overigens niet om de
vaste vrijwillige bijdrage maar om de bereidheid geld af te staan voor
goede doelen. Het is interessant in genoemd artikel te lezen dat hoe
vaker mensen naar de kerk gaan, hoe vaker ze donateur zijn.
Lees meer: Doneren
Get the feelin’. ‘t Gevoel, daar gaat het allemaal om tegenwoordig. We
leven van de ene gebeurtenis naar de andere en wat vooral belangrijk is,
is dat jíj erbij was. Dat je meegenomen werd in die golf van gevoel en
adrenaline; er met kippenvel en tranen ooggetuige van bent geweest. Dat
je trots kunt vertellen dat jij er ook bij was: “Ja, ik was ook bij dat
legendarische concert, echt onvergetelijk!”, “Tuurlijk heb ik die film
gezien, wat een ervaring hè.”
Helaas dreigt ook het kerstfeest niet aan deze tijdgeest te ontkomen.
Kerst moet, want Kerst betekent gezelligheid, sfeer, een feestelijk
gedekte tafel, mooie muziek, het knusse van het samen weer zingen van al
die oude kerstliederen, de kerstboom met ballen en een piek, de
kerststal, sneeuw en ga zo nog maar even door. Het is zelfs bijna
onmogelijk om je er aan te onttrekken. Als je niet, feestelijk gekleed,
meegaat naar een kerstnachtdienst en de fantastische sfeer niet in je op
wilt zuigen, dan ben je ronduit een spelbreker. Nee, we willen alles
wat er bij hoort meepakken, het gevoel maximaal genieten.
Mede daardoor zijn rond Kerst de kerken bijkans te klein om alle
belangstellenden te herbergen. Sommige kerken gaan zelfs over tot
dubbele diensten of het gebruik van plaatsbewijzen. Het is natuurlijk
ook een overweldigende ervaring om zo’n ontwapenend kinderkoor gewapend
met kaarsjes al zingend de feeëriek verlichte kerk binnen te zien en
horen komen. Als vanzelf wellen de tranen op. Ook de korte meditatie
over ‘vrede op aarde’ was overigens prima: “Ja, d’r is een hoop
narigheid in deze wereld. Fijn dat we daar met Kerst niet aan hoeven te
denken, ’t gaat nu toch om vrede nietwaar.”
Na zo’n ‘feel-good’-ervaring kun je er minstens weer een jaar tegenaan.
Lees meer: Eén keer niet