Het is alweer heel wat jaren geleden dat een zuster uit een gemeente die
ik mocht dienen haar bezwaren kenbaar maakte met betrekking tot de
belijdenisgeschriften van de kerk. 'Niet de leer, maar de Heer', was
haar – overigens toen al niet meer zo originele - standaarduitdrukking
om haar afkeuring over de leer van de kerk te laten blijken. Ze was niet
de enige die zo dacht. Ook anderen uit het gezin waar ze vandaan kwam
huldigden dit standpunt en staken dat niet onder stoelen of banken.
Sommigen van hen hebben daar de consequentie uit getrokken en zijn
overgestapt naar een evangelische gemeente.
Lees meer: Leer of Heer?
Wereldwijd hebben al 14 miljoen mensen de Alpha-cursus gevolgd. In
Nederland zijn dit er de laatste vijftien jaar al meer dan 180.000!
De Alpha-cursus biedt in tien avonden en één weekend een vrijblijvende
kennismaking met het christelijk geloof. Het biedt mensen de gelegenheid
om meer te leren over het christelijk geloof. Elke groep komt wekelijks
bij elkaar om, na een gezamenlijke maaltijd, te luisteren naar een
inleiding over het christelijk geloof. Daarna wordt er in kleine
groepjes over doorgesproken. Simpel en doeltreffend zou je zeggen.
Toch is het niet allemaal goud wat er blinkt. Zo is de reden om als kerk
met een Alpha-cursus te beginnen al vaak niet echt positief te noemen.
Veel gemeenten starten pas als ze merken dat het ledenaantal terugloopt
of omdat ze het contact met leden tussen de 20 en 40 jaar aan het
verliezen zijn.
Daarnaast worden de cursussen vooral gevolgd door mensen die al lid zijn
van een kerk. Het aantal buitenkerkelijken dat door de cursus tot
geloof komt en zich actief aansluit bij een kerk is helaas relatief
gering.
Ten slotte is de stap naar het bezoeken van reguliere kerkdiensten voor
veel tot geloof gekomen cursisten te groot. Veel Alpha-cursisten gaan
daarom alleen naar speciale diensten om elkaar daar weer te ontmoeten.
De beleving (liturgie) in de meeste traditionele kerken sluit namelijk
over het algemeen niet aan bij de beleving van een Alpha-cursist. Het
bezoeken en aansluiten bij een ‘vrije’ evangelische groep ligt dan meer
voor de hand.
Lees meer: Missionaire spagaat
Elke krant, tijdschrift en clubblad bestaan uit een aantal vaste
rubrieken. Eén van die rubrieken heeft vaak een columnachtig iets. Een
bepaalde zaak of een gebeurtenis wordt dan onder de loep genomen en van
het nodige commentaar voorzien. Zo heeft het Friesch Dagblad
bijvoorbeeld iedere dag in haar krant een hoofdartikel, genoemd met
dezelfde naam. Het Reformatorisch Dagblad heeft dit ook, maar dan wordt
het ‘commentaar’ genoemd. Ook clubbladen en tijdschriften kennen dit
verschijnsel. In veel gevallen staat de naam van degene die het
geschreven heeft er onder. Daarmee wordt aangegeven, dat het geschrevene
op persoonlijke titel is. Wanneer er geen naam onder staat of onder
pseudoniem geschreven is, mag men er vanuit gaan, dat het onder de
verantwoordelijkheid van de redactie van het blad is.
Lees meer: Binnen de kaders
We hebben het meegemaakt! Een zetel meer had erin gezeten voor de CU en
SGP samen. Als één van de twee partijen er voor had gekozen voor de
ander te stemmen hadden ze in de Eerste Kamer één zetel meer gehad. Ik
hoed me ervoor met modder te gaan gooien. Politiek is blijkbaar een
ingewikkeld vak. Voor mij te hoog gegrepen. Een vraag die rest: waar was
dit machtsspel op gericht? Twee christelijke partijen die momenteel
niet goed door één deur kunnen… Dat zal ongetwijfeld waar zijn. En er
zijn ongetwijfeld argumenten te bedenken waarom het ging zoals het ging.
Leg het mij maar uit. Maar begrijpen, nee begrijpen doe ik het niet.
Triester kan het bijna niet. SGP 1. CU 2. 4 in plaats van 3 zetels; had
gekund! In eigen hand hadden ze het! Dan heb je ruim 33 procent meer
zetels! Nee, dat doen we niet. Het gaat me er niet om een bepaalde
partij te kijk te zetten. Maar ik val stil. Is de geestelijke
vervreemding bij de politici van deze partijen dan zo groot geworden? Zo
onoverbrugbaar groot? Of is de gang van zaken bij deze verkiezingen
alleen maar ‘politiek’ te verklaren en zit daar niets ‘geestelijks’ aan.
Maar politiek bedrijven valt toch ook binnen het koninkrijk van God.
Daar hoort toch ook een bepaalde stijl bij? Of vraag ik in deze
verwarrende tijden teveel? Leg het mij maar uit. Begrijpen doe ik het
toch niet.
Lees meer: CU en SGP
De broeder bij wie ik op huisbezoek kwam had gelijk: we moeten gericht
zijn op de eer van God. Hij voegde eraan toe dat we niet gericht mogen
zijn op ons eigen hemels genieten na ons sterven. Dan zou ons motief
voor het dienen van God niet zuiver zijn.
Het was deze toevoeging die enige aarzeling bij mij opriep. Zou die
opmerking waar zijn? Zou de aandacht voor de eer van Here staan
tegenover het verlangen naar het hoogste genot? Zou het streven naar de
hemelse blijdschap ten koste gaan van het grootmaken van Gods naam?
Een catechismus uit 1648 biedt uitkomst. Het is een leerboekje dat een
vrucht is van de doorwerking van de Reformatie in Engeland. De
allereerste vraag van deze catechismus luidt: 'Wat is het belangrijkste
doel van de mens?' Het antwoord is: 'Het belangrijkste doel van het
leven van de mens is het verheerlijken van God en het hebben van volle
eeuwige vreugde in Hem'. De opstellers van deze catechismus verbinden
zonder probleem de vreugde in God met zijn verheerlijking. Beide staan
niet tegenover elkaar, maar naast elkaar. Juist in het verlangen naar
vreugde in Hem wordt onze Schepper verheerlijkt. Hoe wordt Hij meer
verheerlijkt dan dat de zondaar zijn vreugde in Hem vindt?
Lees meer: Volle eeuwige vreugde