Zo nu en dan plaatsen we een artikel van of over iemand uit een bepaalde beroepsgroep. Vandaag Nicoline Scholing, verpleegkundige op een AZC in Hoogeveen.

Elk AZC heeft een gezondheidscentrum, functionerend als een huisartsenpraktijk. Nicoline werkt nu ongeveer een jaar op zo’n GCA (Gezondheidcentrum voor asielzoekers). Zij werd eerst in Emmen ingewerkt. Daar werden uitgeprocedeerde asielzoekers opgevangen. Sinds februari 2015 werkt zij in Hoogeveen. Wat doet Nicoline daar zoal op een dag en welke taken heeft een praktijkverpleegkundige daar eigenlijk, naast de huisartsen, GGZ-consulent en doktersassistenten?

Spreekuur

‘Om half negen ‘s morgens kom ik op mijn werk. We beginnen de dag met koffie en thee. Er is altijd een huisarts, een GGZ-consulent, een doktersassistent en twee verpleegkundigen. Om negen uur begint het spreekuur. Asielzoekers kunnen tussen negen en tien uur een nummertje trekken en aan de geopende balie roept de doktersassistente de nummers om. Zij doet ook de ‘triage’ en vraagt wat de klachten zijn. Zij bepaalt dan of de asielzoeker naar een verpleegkundige of de huisarts moet. Of zij geeft zelf adviezen inzake zelfzorg. Met deze patiënten zijn we tot twaalf uur ’s morgens bezig.’

Maar niet iedereen kan toch Engels spreken? ‘Nee, als dat een probleem is, is er soms wel een asielzoeker beschikbaar die even wil helpen. Maar vanwege de privacy kan dat niet altijd natuurlijk. Dan kan er een telefonische tolk ingeschakeld worden via een tolk- en vertaalcentrum, maar door de hoge instroom asielzoekers van de laatste tijd is het lastiger om snel een tolk te krijgen. Dat vergt geduld van alle partijen of er wordt een tolk gereserveerd en de afspraak wordt uitgesteld afhankelijk van de urgentie van de klacht.

De tijd voor Kerst is een bijzondere tijd die een bepaalde sfeer met zich meebrengt. Het is donker buiten, het wordt kouder, mensen trekken zich terug in hun huis, de verwarming gaat een graadje hoger, de kaarsjes gaan aan. Omdat de winter nauwelijks is begonnen, zijn donker en kou nog gezellig.

 

Kerst heeft een bijzondere sfeer. Daar kom je niet omheen. De voorbereiding heeft ook in de kerk een duidelijk profiel. Vier weken lang is het advent en in die weken zal er in veel gemeenten elke week een kaars aangestoken worden totdat er op de laatste advent vier kaarsen branden. Zoals we het in Johannes 1 lezen: In het Woord was leven en het leven was het licht voor de mensen. Het licht schijnt in de duisternis en de duisternis heeft het niet in haar macht gekregen.

 

Het licht schijnt en blijft schijnen. Want dat licht is het licht van Gods genade. Het is een bijzonder licht dat is opgegaan en de eeuwen door zal schijnen. En zo voelen we dat hier in Nederland als we Kerst vieren: licht, warmte, een volle kerk, het evangelie dat klinkt, gezelligheid, familie. Zo vieren wij. Zo gedenken wij. Zo staan wij stil. Daarbij speelt muziek een grote rol. Er is een ongekende keus in kerstmuziek, van klassiek tot meer relipop. Deze cd’s luisteren we meestal alleen rond Kerst, dus die zes weken dat dat kan moet je ze ook echt draaien. Ik luister zelf al een week of wat naar de cd In het Licht, van Sela die vorig jaar is uitgekomen.

Een aantal jaren geleden hebben we in onze kerk een cursus 'getuigende gemeente' gevolgd. Met ongeveer vijftig gemeenteleden hebben we een aantal avonden nagedacht op welke manier we Gods liefde konden laten zien aan de mensen om ons heen. Laagdrempelige diensten, persoonlijke uitnodigingen, folders, niets van dat alles leek aan te slaan. Er kwamen hooguit wat 'kerkhoppers' die God al kenden.

 

Zo´n vier jaar geleden hebben we de tips en adviezen die we in de cursus hebben gekregen omgezet in een hele praktische vraag: 'Wat kunnen wij als kerk betekenen voor de inwoners van onze plaats?' Na één avondje overleggen ontstond het idee om een maaltijdenproject te beginnen voor mensen die financieel in de knel zitten. Alleen, hoe kom je met die doelgroep in contact?

In overleg met het bestuur van de plaatselijke voedselbank werd geregeld dat wij via de tweewekelijkse uitgifte van voedselpakketten uitnodigingen konden verspreiden. In september 2012 stond de eerste restaurantavond onder de naam Samen Aan Tafel gepland. We hadden ongeveer twintig opgaven, er kwamen zowel kinderen als volwassenen. De achterzaal van de kerk was omgebouwd tot restaurant en gemeenteleden hadden hun beste beentje voorgezet om zowel een voor-, hoofd- als nagerecht op tafel te zetten.

In het afgelopen jaar is de omvang van de menselijke ramp die de oorlog in Syrië is, pas echt tot ons doorgedrongen. Mensen van wie het bestaansrecht door anderen wordt ontkend en bestreden, komen in grote aantallen onze kant op. Het sektarisch geweld van ISIS is doorgedrongen tot in de straten van Parijs. Konden we alle geweld en nood in de wereld vorig jaar nog enigszins van een afstand beleven, dat is nu bijna niet meer mogelijk. Dat doet iets met de manier waarop we Kerst beleven en het kerstevangelie lezen.

Vorig jaar stond er bij de school van mijn dochter een levende kerststal. Ik vond dat leuk en gezellig. Zo was het ongetwijfeld ook bedoeld. Maar nu ik dit jaar zoveel beelden heb gezien van mensen die op allerlei onmogelijke plekken de nacht moeten doorbrengen, in regen, kou en wind, kijk ik anders naar zo’n kerststal: een onmogelijke plek om te slapen, een onmogelijke plek om een kind te krijgen. Twee woorden springen uit het kerstevangelie: 'geen plaats' (Luc. 2, 7). Het gewone nachtverblijf bood geen plaats. Vol is nu eenmaal vol. Daar verander je niet zomaar wat aan. Ook niet als je welwillend staat tegenover vreemdelingen.

Hoe vieren christenen ‘ver weg’ kerst? In landen als Iran en Syrië? Is het daar ook zo’n kerstlichtjesfestival of gaat het er wat soberder toe?

We spreken hierover eerst met Izaäk. Hij woont sinds deze zomer met vrouw en kinderen in het Westen van het land. Wij hebben hem leren kennen in het AZC van Hoogeveen en we zijn bij hem en zijn gezin te gast op een regenachtige herfstdag in oktober. Na het werk zijn we naar zijn adres toegereden en hij belde onderweg al ongerust op of wij er al aankwamen. Dat laatste lukte overigens niet in één keer, want hij had als huisnummer vijfentachtig opgegeven en toen we daar voor de deur stonden, was er niemand thuis. De buurvrouw verzekerde ons dat daar geen Syriërs woonden maar Turken. Izaäk weer gebeld, en toen bleek het nummer achtenvijftig (in plaats van vijfentachtig) te zijn. De Nederlandse taallogica schijnt aardig moeilijk te zijn...

Commentaar

  • Nieuw leven 2024-04-19 17:47:34

    In januari begint het al: het wordt weer langer licht en de sneeuwklokjes gaan bloeien, en even...

  • Post 2024-04-06 07:36:05

    De laatste tijd valt het mee, maar het komt regelmatig voor dat de post wat vertraging heeft....

  • Lijdenstijd 2024-03-23 18:53:26

    Met de lijdenstijd lijkt onze samenleving niet uit de voeten te kunnen. Hoe anders is dat met...

  • Leipzig en Navalny 2024-03-07 19:01:01

    Vorige week waren mijn vrouw en ik een paar dagen in het voormalige Oost-Duitsland op bezoek bij...