Heiland aan de rand van de wereld
In het afgelopen jaar is de omvang van de menselijke ramp die de oorlog in Syrië is, pas echt tot ons doorgedrongen. Mensen van wie het bestaansrecht door anderen wordt ontkend en bestreden, komen in grote aantallen onze kant op. Het sektarisch geweld van ISIS is doorgedrongen tot in de straten van Parijs. Konden we alle geweld en nood in de wereld vorig jaar nog enigszins van een afstand beleven, dat is nu bijna niet meer mogelijk. Dat doet iets met de manier waarop we Kerst beleven en het kerstevangelie lezen.
Vorig jaar stond er bij de school van mijn dochter een levende kerststal. Ik vond dat leuk en gezellig. Zo was het ongetwijfeld ook bedoeld. Maar nu ik dit jaar zoveel beelden heb gezien van mensen die op allerlei onmogelijke plekken de nacht moeten doorbrengen, in regen, kou en wind, kijk ik anders naar zo’n kerststal: een onmogelijke plek om te slapen, een onmogelijke plek om een kind te krijgen. Twee woorden springen uit het kerstevangelie: 'geen plaats' (Luc. 2, 7). Het gewone nachtverblijf bood geen plaats. Vol is nu eenmaal vol. Daar verander je niet zomaar wat aan. Ook niet als je welwillend staat tegenover vreemdelingen.