Naar aanleiding van het artikel van ds. D. J .Steensma in het nummer van 4 februari: de gedachte zoals weergegeven in de Christelijke Dogmatiek van dr. G. van den Brink en dr. A. van der Kooi om te komen tot een Hellevaartsdag leefde al in de vroege kerk. Want, zo was de redenering, hoe zou het moeten met de gelovigen in het Oude Testament als de zaligheid alleen in Christus ligt? Hebreeën 11 spreekt toch heel positief over hen. Ziedaar, mede door 1 Petrus 3, 19-20, de gedachte dat Christus in de hel / het dodenrijk is afgedaald om daar ook Zijn heilsboodschap te prediken en vervolgens de oudtestamentische gelovigen uit de hel mee te nemen. Maar de verzen uit 1 Petrus 3 worden al uitgelegd in 1 Petrus 4, 6.

De stilte in de troonzaal van de farao is om te snijden. Voor de troon staan een paar oude mannen met in hun midden Mozes. Deze woestijnherder straalt een soort timide kracht uit alsof hij hier wel is, hier ook hoort te zijn, maar hier eigenlijk niet wil zijn. Het is ook geen verschijning aan het hof. Een oude man in een herdersmantel met een herdersstaf in de hand, die de farao eenvoudigweg vraagt om een groot deel van zijn werkslaven te laten gaan naar een feest voor hun God in de woestijn. Die vraag gaat in tegen alles wat de farao is, wil en representeert. Het centrum van de wereldmacht Egypte staat te trillen op zijn grondvesten door deze ene vraag: Laat mijn volk gaan. Alles in farao verzet zich tegen die vraag. Nooit, never, niemals!! Ik laat geen centimeter van mijn macht los, voor geen enkelen god, zeker niet die van de Hebreeën, waar ik nog nooit van gehoord heb. Wie is hier nu eigenlijk de baas? En daar sta je dan als oude man met een herdersmantel en een herdersstaf. Had je het niet al zien aankomen? Deze onderneming is te zot voor woorden, te dwaas om te ondernemen. Te denken, dat je de mensen in de aardse tijd vrij kunt krijgen van onder de machten van de tijd in de Naam van de Eeuwige God. Hoe haal je het in je hoofd? Het is strijden met een herdersstaf tegen een zwaarbewapend miljoenenleger.

Trouwe Bijbellezers komen geregeld gedeelten tegen die ergernis of weerzin kunnen oproepen. Of niet, omdat ze die overslaan. Schelling, emerituspredikant en publicist is de uitdaging aangegaan om een twaalftal lastige verhalen te bespreken. Wat staat er? Wat is de bedoeling van de schrijver? Wat hebben ze ons te zeggen?

Ik noem een paar van de behandelde teksten: over de twee berinnen die 42 jongens verscheuren omdat ze de profeet Elisa hebben bespot. Over de twee familiedrama’s in het gezin van Lot. Over Tamar die haar schoonvader Juda verleidt en zodoende stammoeder van Jezus wordt. Aansporing tot lichamelijke straf bij de opvoeding.

Het Deense plaatsje Silkeborg kreeg een nieuwe predikant.

De eerste zondag na zijn bevestiging, stond hij voor de dienst in de hal van de kerk om de gemeenteleden te begroeten bij hun binnenkomst.

Het viel hem op dat ieder gemeentelid, na binnenkomst, stil stond bij een witte muur in de hal. Men keek er naar en maakte daarna een diepe buiging.

 

Nieuwsgierig geworden vroeg hij op de kerkenraadvergadering, waarom iedereen dat deed. Niemand wist het. ‘Dat doet iedereen al jaren’, was het antwoord van alle broeders.

Op bezoek bij het oudste gemeentelid stelde hij de vraag opnieuw. Ook zij moest het antwoord schuldig blijven. ‘Dat deed mijn groetmoeder al’, was haar antwoord.

 

Commentaar

  • Nieuw leven 2024-04-19 17:47:34

    In januari begint het al: het wordt weer langer licht en de sneeuwklokjes gaan bloeien, en even...

  • Post 2024-04-06 07:36:05

    De laatste tijd valt het mee, maar het komt regelmatig voor dat de post wat vertraging heeft....

  • Lijdenstijd 2024-03-23 18:53:26

    Met de lijdenstijd lijkt onze samenleving niet uit de voeten te kunnen. Hoe anders is dat met...

  • Leipzig en Navalny 2024-03-07 19:01:01

    Vorige week waren mijn vrouw en ik een paar dagen in het voormalige Oost-Duitsland op bezoek bij...