De auteur, tweede voorzitter van het Deputaatschap voor Israël van de Gereformeerde Gemeenten, schreef dit boek op verzoek van de uitgever. Die heeft er een prachtige uitgave van gemaakt: mooi gebonden, gedrukt op glanzend papier, met veel schitterende foto’s.

In bijna 190 bladzijden behandelt de schrijver onnoemelijk veel: de geschiedenis van het Jodendom, van Abraham tot de staat Israël; het hedendaagse Jodendom, de Joodse feesten; Joodse gebruiken en rituelen; de Messiasverwachting in de joodse godsdienst en de relatie tussen het Jodendom en het christendom.

Het gebeurde veertig dagen na zijn opstanding. De discipelen waren samen met Jezus op een berg. Op een gegeven moment kwam daar een wolk die Hem onttrok aan hun ogen. Opeens was Hij er niet meer. Het werd hun gezegd: God had Hem opgenomen in de hemel.

 

Christus verscheen voortaan niet meer aan zijn leerlingen zoals Hij dat die weken daarvoor wel had gedaan. Zo zou Hij niet meer bij hen komen. Hij bleef voortaan in de hemel. Pas na Pinksteren begrepen de discipelen de volle rijkdom daarvan.

Iets van die rijkdom is verwoord in de Heidelbergse Catechismus, die verklaart dat Christus in de hemel is met het oog op het heil van de zijnen. Dat is: voor hun redding. Een geweldige boodschap! In zijn hemels paleis werkt Hij verder aan hun redding. Want dat is nodig. Ook al heeft de verzoening op Golgota plaatsgevonden, de gelovigen zijn op aarde niet zonder gevaar. Maar Christus is in de hemel 'tot hun heil', tot Hij terugkomt.

In een vorig artikel hebt u kunnen lezen over het veelbewogen leven van John Bunyan en over de kerkelijke en politieke toestand in zijn tijd. In de gevangenis schreef hij het klassieke boek  The Pilgrim’s Progress , in het Nederlands  De Christenreis .

Voor de lezers die het niet kennen, een korte inhoud: Christen woont in de stad Verderf. Hij komt tot het inzicht dat hij, als hij in de stad blijft, voor eeuwig verloren gaat. Hij torst een zwaar pak op zijn rug, te zwaar om te dragen. Dan ontmoet hij Evangelist, die hem de weg wijst naar een klein poortje, waar hij verdere aanwijzingen zal krijgen. Hier zal hij ook verlost worden van het zware pak. Hij gaat op weg, maar onderweg ontmoet hij allerlei mensen en situaties die hem willen verleiden af te wijken van de aangewezen weg, zoals Wettisch en de poel Mistrouwen. Gelukkig zijn er anderen, die hem helpen het rechte pad weer te vinden. Bij het poortje ontmoet hij Uitlegger, die hem verder de weg wijst naar de Hemelstad. Als hij een kruis langs de weg passeert, verliest hij zijn zware last. Maar een gemakkelijke reis wordt het niet! Mondchristen, Atheïst, de IJdelheidskermis en nog heel veel andere verleidingen maken zijn reis zwaar. Maar hij ontmoet ook Getrouwe, die samen met hem de reis vervolgt. Het laatste stukje reist hij samen met Hopende. Met hem gaat hij de (doods)rivier over, waar twee engelen hen verwelkomen in de Hemelstad.

‘Je bent oma’s lieve meid’, zegt oma en strijkt Jolanda - haar zevenjarige kleindochter- liefkozend over haar blonde haren. Zich daarbij afvragend: ‘Hoe zal het kind zich ontwikkelen?’

Dit naar aanleiding van haar vraag.

Jolanda was met haar vraag naar oma toegekomen. Ze had haar daarbij hoopvol aangekeken. Want oma wist nu eenmaal hééél veel. Ze lachte haar ook nooit uit en zei nooit: ‘je moet niet altijd zoveel vragen.’

Dat zei mamma wel eens.

‘Je moet niet altijd vragen, waarom!’

Regelmatig wandel ik met groepen door de binnenstad van Amsterdam. De oude joodse buurt en de kerken hebben onze speciale aandacht. Helaas zijn de protestantse kerken bijna allemaal gesloten, dat wil zeggen, ze zijn maar een paar uur per week open. Een gemiste kans nu zoveel mensen op zoek zijn naar zingeving en rust. Door een wat gastvrijere opstelling zouden we een belangrijk signaal kunnen afgeven: ‘hier wordt de rust geschonken’.

Rooms- Katholieke Kerken doen het een stuk beter, ze zijn bijna altijd vrij toegankelijk. Als we met een groep een kerk binnen gaan, leg ik altijd eerst even uit dat kerkgebouwen niet in de eerste plaats bezienswaardigheden zijn, het zijn huizen van gebed. Dus in een kerk bid je, of je zingt. De meeste wandelaars moeten wel even een drempel over, maar als je het doet, weet je dat het zo hoort. In Katholieke kerken zingen we, meestal achter in de kerk, zachtjes een lied. Meestal zijn daar ook bidders en die mogen natuurlijk niet te zeer gestoord worden. Gelukkig ondersteunen veel liederen het gebed. In de lijdenstijd zongen we in de katholieke schuilkerk aan het Begijnhof, ‘als ik het wondre kruis aanschouw’ en ‘leer mij o Heer uw lijden recht betrachten’. Behalve enig gemis aan vrijmoedigheid stuiten we op nog een probleempje. Steeds minder mensen kennen liederen uit hun hoofd. Dat is niet alleen jammer maar ook gevaarlijk. Geestelijke bagage moet je paraat hebben. Je kunt het plotseling nodig hebben. Niet altijd heb je een zangbundel bij de hand. Wat is er mooier dan samen uit het hoofd en uit volle borst op een onverwacht moment en op een ongedachte plek een loflied te zingen.

Commentaar

  • Rust 2025-05-10 07:24:12

    Een aantal (grote) bedrijven heeft er in de afgelopen jaren voor gekozen om een vierdaagse...

  • Bevrijding en vrede – wij gedenken 2025-04-25 08:13:45

    Dit nummer verschijnt kort voor de officiële dodenherdenking – met de kransleggingen op de Dam in...

  • Voorjaar 2025-04-12 09:38:55

    Het kan niemand ontgaan zijn, het voorjaar hangt in de lucht. Heerlijk om weer even in het...

  • Veertig dagen Paaspodcast en Spotify 2025-03-28 18:37:35

    Nog een paar weken en dan vieren we opnieuw het Paasfeest. Dat betekent dat we voor wat betreft...