'En er was te Joppe een discipelin…'
Ze heette Tabitha. We kennen haar ook wel als Dorcas. U weet wel, die vrouw uit Joppe die zoveel voor de gemeente daar heeft betekend. Ze maakte bijvoorbeeld kleren voor de arme mensen. Vooral de alleenstaanden konden op haar hulp rekenen. En nu was ze plots overleden. Iedereen was in diepe rouw.
De apostel Petrus was op dat moment in Lydda, een dorp op ongeveer twintig kilometer afstand. Toen hij bericht ontving over het overlijden van Dorcas kwam hij snel naar Joppe.
Bij haar huis aangekomen wordt hij opgewacht door een groep vrouwen die hem vertellen wat Dorcas voor hen betekende. Ze laten de kleren zien als tastbaar bewijs van de hulp die Dorcas hun had gegeven. Petrus gaat alleen naar de overledene en vraagt God om hem Christus’ kracht te schenken om dit dierbare leven weer terug te mogen geven. Vol van geloof loopt Petrus op het bed af en Dorcas mag weer leven.
Wat een vreugde is er dan in die gemeente. God wordt de eer gebracht.