Organisten
Zelf ben ik in het geheel niet muzikaal. Verder dan enkele jaren les krijgen op de blokfluit ben ik niet gekomen. Dus voor iedereen met meer muzikale capaciteit heb ik grote bewondering. Onder musici bestaan in het algemeen ook zeer creatieve personen, die het vak iets extra’s geven. Zo ken ik een organist die zijn vingernagels te laat knipte. Tijdens het spelen hoorde je dan – als je dichtbij zat - het snelle getikketik van zijn nagels op de toetsen. Het was om vrolijk van te worden.
Een andere organist trof ik eens op een zaterdag in de kerk bij het oefenen op de liederen die opgegeven waren voor de eredienst, de volgende dag. In het gesprek dat volgde vroeg ik hem welke geluiden van andere muziekinstrumenten hij zoal kon naspelen met het orgel. ‘Welk instrument zou je willen horen?’ vroeg hij. Ik dacht even na. ‘Een doedelzak’, zei ik toen. ‘Dat is goed,’ zei hij, ‘jij krijgt morgen een doedelzak te horen, tijdens de kerkdienst’. Die zondagmorgen begon zijn begeleiding tijdens de collecte met een doedelzak. Ik schrok op, was de afspraak al half vergeten en keek omhoog naar de organist. Hij grijnsde naar me vanaf het orgelbankje en speelde vrolijk verder.




Het Nieuwe Liedboek, als ik het zo kortweg mag aanduiden, mist een aantal liederen, heeft ook een aantal nieuwe liederen gekregen. Hoe is het ontvangen en wordt het gewaardeerd?
Een levensjaar van een mens. Hoeveel mag dat kosten? Als je gezond bent, hoef je die vraag niet te stellen. Maar als je ouder wordt of een ernstige ziekte krijgt en medische behandelingen moet ondergaan, krijg je opeens met die vraag te maken. Gaan we door met behandelen? Wat mag een (extra) levensjaar kosten? Nederlandse artsen zouden graag een wettelijk vastgesteld prijskaartje zien.