Leren praten met God (2, slot)
In het vorige artikel kwam aan de orde dat God graag door ons serieus genomen wil worden. Dat Hij gebeden wil zijn. Met allerlei bijbelse geschiedenissen toont W.J. Ouweneel dat in zijn boek aan. Dat boek heet Leren praten met God. Hij maakt duidelijk dat God graag wil geven. In dit artikel aandacht voor de werkzaamheid van het gebed als zodanig. Het gebed is namelijk niet maar een soort petitie.
De Heidelbergse Catechismus leert ons over de voorzienigheid van God. Dat is Gods almachtige en alomtegenwoordige kracht. Daarmee onderhoudt en regeert Hij hemel en aarde. En wel zo, dat loof en gras, regen en droogte, gezondheid en ziekte, rijkdom en armoede, niet bij toeval maar uit zijn vaderlijke hand ons toekomen. Ouweneel reageert wat kritisch op deze passage uit de HC. Als dit zo is, zou de vraag kunnen zijn, aldus Ouweneel: mogen we dan wel bidden tegen onvruchtbaarheid, tegen ziekte? God doet ons dit toch aan? Hij wil toch dat we ziek zijn? Maar we kennen toch ook veel bijbelse voorbeelden waarin tegen ziekte, tegen droogte en tegen kinderloosheid werd gebeden?