Kerstfeest in een wereld die in oorlog is
Nadenkend over mijn plek bij Defensie als vertegenwoordiger van de kerk is het belangrijkste wat daarvan gezegd kan worden, dat wij als geestelijk verzorgers aanwezig willen zijn daar waar geweld en geweldsuitoefening aan de orde zijn. De afgelopen twintig jaar is dat aan de orde van de dag geweest en nog is het niet afgelopen. Vrede is ver te zoeken.
Ook nu bevinden zich collega’s in Mali, Jordanië, Afghanistan en andere plekken in de wereld om daar eenvoudigweg aanwezig te zijn bij de militairen in een gebied waar rechten worden geschonden en gerechtigheid en vrede vaak ver te zoeken zijn.
Natuurlijk blijft het van belang om na te denken over de wijze waarop een vreemde militaire macht aanwezig is in een crisisgebied, want voor je het weet ben je onderdeel van het probleem en is een mogelijke oplossing verder weg dan ooit. Uitoefening van geweld, ook als interventie- of vredesmacht, brengt altijd risico met zich mee, dat je over de schreef gaat. Er wordt getracht altijd een zorgvuldige afweging te maken, wanneer en in welke mate geweld wordt uitgeoefend om een gesteld doel te verwezenlijken. Het uitoefenen van geweld brengt grote verantwoordelijkheid met zich mee, niet in het minst door de slachtoffers daarvan. Ook roept geweld altijd weer geweld op en zal een uiteindelijke oplossing nooit langs de weg van geweld bereikt kunnen worden.




Buiten is het 35 graden, binnen klinkt:
En zij baarde haar eerstgeboren zoon, zij wikkelt hem in doeken en legt hem in een kribbe, omdat er voor hen geen plaats was in de herberg… (Lucas 2,7).
Het zingen van het ‘Ere zij God’ is mijn vroegste herinnering aan het kerstfeest. En dan met name dat zinnetje ‘Vrede op aarde’. Vooral die herhaling maakte het tot een soort smeekbede, een uitdrukking van een diep en hevig verlangen: ‘Vrede op aarde’. Je kunt blij of minder blij zijn met het kerstfeest en met de manier waarop het gevierd wordt, maar hoe dan ook, rond die dagen vlamt wereldwijd het verlangen naar vrede op. Vrede op aarde. Maar wij zijn hier toch in overgrote meerderheid vredeskinderen? Alleen een kleine groep ouderen heeft nog bewust herinneringen aan de oorlog. Toch komt nu en dan de oorlog dichtbij. Ik herinner mij het kerstfeest van 1956. Ik was toen elf jaar. Er waren Hongaarse vluchtelingen in ons dorp
Ik herinner me hem nog als de dag van gisteren. 'Jullie zijn een kerk, toch? Kunnen jullie me vertellen hoe ik de Heere Jezus kan vinden?' Een Arabische man is misschien wel de laatste van wie we deze vraag zouden verwachten. Als we het al verwachten van iemand.