Pastoraat vanuit Pasen
Jezus Christus is de Eerste, de Laatste en de Levende (Op.1, 17-18). Hij heeft dood en graf overwonnen. Daarom hebben christenen hoop en kunnen ze vol goede moed verder. Vanuit de ontmoeting die de Opgestane met de Emmaüsgangers heeft, zijn enkele lijnen te trekken naar het pastoraat, zeven in totaal. Gods Zoon geeft ons in Lucas 24 een prachtig voorbeeld van goede pastorale zorg.




De christelijke feestdagen zijn niet overal alleen maar feestdagen. In verschillende landen, zoals Nigeria, Pakistan en in het Midden Oosten, zijn deze feestdagen vaak aanleiding voor bloedige aanslagen. Wij kunnen onze feesten niet meer vieren zonder aan onze broers en zussen daar te denken.
Helemaal in het midden van Lucas' Paashoofdstuk staat dat Jezus als de levende herkend werd bij het breken van het brood. Lucas 24 is een drieluik. Op het ene zijpaneel (vs. 1- 12) staat het historisch feit van Pasen: het lege graf. Op zich komen de leerlingen daardoor nog niet tot geloof, integendeel, het levert eerst alleen maar verwarring op. Op het andere zijpaneel (vs. 36- 52) lezen we van het geweldige perspectief van Pasen: het heil van de vergeving voor alle volkeren en de zegen van de verhoogde Heer over heel de aarde! Maar zover komt het niet automatisch. En daarom is het middenpaneel zo belangrijk. In de Bijbel staat het belangrijkste altijd in het midden. En op het middenpaneel vertelt Lucas over de ontmoeting met de levende Heer in het persoonlijke leven van twee van zijn leerlingen.