Onder de poort
De ouden van de stad komen bijeen onder de poort en bespreken de zaken van alle dag.
De ouden zeggen niets. Zij zitten in de poort en maken geen geluid. Zij zijn niet verbijsterd of sprakeloos, niet met stomheid geslagen of radeloos. Dat is duidelijk op het moment dat je de ouden in de ogen kijkt. Zij kijken welbewust met een twinkel van humor en verwachting. Nieuwsgierig naar jou bijna. Nee geen paniek of radeloosheid, ze zeggen gewoon niets. Dat hebben ze afgesproken. Voor een dag, een week, een maand wellicht.