Ruim zevenduizend preken...
Graag geef ik enkele korte indrukken weer uit de tijd van mijn ambtelijke werk. Bijna alles was in vroeger dagen wel anders dan nu.
Je kon het horen aan het orgelspel (ongeoefende en vereelte vingers moesten hun weg zien te vinden over de klavieren, waardoor het orgelspel meestal en overal dezelfde cadans vertoonde); je zag het aan de kerkenraad, die bestond uit stoere landwerkers en je hoorde het aan de preken van voorgangers, die met gezag en ernst het Woord brachten. Je meende in die dagen ook dat de gemeente altijd voor ging op je gezin. Maar toch..., ik ben er zeker van dat ik het meeste werk gehad heb aan die leden, die mij mijn ambtelijke jaren door hebben vergezeld: mijn vrouw en kinderen.
Er is veel veranderd. Neem nu Friesland. Als je vanuit het Westen eens deze kant op moest, zuchtte je: hoe lang en hoe ver? Bij Wolvega gekomen, vroeg je je vertwijfeld af of de weg nog wel verder ging. Alles voerde langs secundaire wegen. Dat was overal wel zo, maar er was wel verschil tussen het Westen en het Noorden. Vooral de afstand matte je af als je op reis was.