Jezus: ontvangen van de heilige Geest
De apostolische geloofsbelijdenis geeft daaraan apart aandacht: Jezus' ontvangenis van de heilige Geest. De Heiland heeft naar zijn menselijke natuur geen vader. Wel is de Geest vanaf het allereerste begin bij zijn mens-zijn betrokken. Een siersteentje in het mozaïek van deze belijdenis.
Sommige andere belangrijke momenten uit het leven van Christus op aarde worden daarin niet genoemd. Zijn doop in de Jordaan bijvoorbeeld, terwijl dit toch een belangrijk gebeuren is, het beginpunt van zijn ambtswerk. Maar de geloofsbelijdenis gaat aan die doop voorbij. Niet echter aan het allereerste begin van het leven van Christus.
Dat begin wordt zelfs vanuit twee gezichtspunten beschreven. Eerst vanuit God: ontvangen van de heilige Geest. Daarna vanuit menselijk gezichtspunt: geboren uit de maagd Maria. In dit artikel staat de ontvangenis centraal en in een volgend artikel de geboorte.




Nadenkend over mijn plek bij Defensie als vertegenwoordiger van de kerk is het belangrijkste wat daarvan gezegd kan worden, dat wij als geestelijk verzorgers aanwezig willen zijn daar waar geweld en geweldsuitoefening aan de orde zijn. De afgelopen twintig jaar is dat aan de orde van de dag geweest en nog is het niet afgelopen. Vrede is ver te zoeken.
Het zingen van het ‘Ere zij God’ is mijn vroegste herinnering aan het kerstfeest. En dan met name dat zinnetje ‘Vrede op aarde’. Vooral die herhaling maakte het tot een soort smeekbede, een uitdrukking van een diep en hevig verlangen: ‘Vrede op aarde’. Je kunt blij of minder blij zijn met het kerstfeest en met de manier waarop het gevierd wordt, maar hoe dan ook, rond die dagen vlamt wereldwijd het verlangen naar vrede op. Vrede op aarde. Maar wij zijn hier toch in overgrote meerderheid vredeskinderen? Alleen een kleine groep ouderen heeft nog bewust herinneringen aan de oorlog. Toch komt nu en dan de oorlog dichtbij. Ik herinner mij het kerstfeest van 1956. Ik was toen elf jaar. Er waren Hongaarse vluchtelingen in ons dorp
Buiten is het 35 graden, binnen klinkt:
En zij baarde haar eerstgeboren zoon, zij wikkelt hem in doeken en legt hem in een kribbe, omdat er voor hen geen plaats was in de herberg… (Lucas 2,7).