De jaarwisseling is net achter de rug. Misschien heb je nog lekker vakantie. Veel mensen rusten een beetje uit van de drukke decembermaand met sinterklaas, kerst en oud en nieuw. Hopelijk heb je een heel leuke tijd achter de rug waarin je je hebt ontspannen en waardoor je veel zin hebt in het nieuwe jaar.
Rond oud en nieuw kijken veel mensen terug en vooruit. Terug op 2013, vooruit op 2014. Misschien heb je dat ook gedaan en weet je de mooie en minder mooie momenten nog te herinneren van 2013. Voor 2014 heb je misschien goede voornemens gemaakt en doelen die je wilt bereiken. Je wilt in sport goed zijn. Je wilt overgaan dit jaar of je wilt veel geld verdienen. Of gewoon doorgaan met je leventje.
In het slechtste geval kijk je niet zo positief terug op 2013 en weet je ook niet goed wat je moet bedenken voor 2014. Je hebt niet het idee dat 2014 beter zal zijn dan 2014. Een uitblinker zal je nooit worden. Je bent maar gewoon…
In het vorige artikel kwam aan de orde dat God graag door ons serieus genomen wil worden. Dat Hij gebeden wil zijn. Met allerlei bijbelse geschiedenissen toont W.J. Ouweneel dat in zijn boek aan. Dat boek heet Leren praten met God. Hij maakt duidelijk dat God graag wil geven. In dit artikel aandacht voor de werkzaamheid van het gebed als zodanig. Het gebed is namelijk niet maar een soort petitie.
De Heidelbergse Catechismus leert ons over de voorzienigheid van God. Dat is Gods almachtige en alomtegenwoordige kracht. Daarmee onderhoudt en regeert Hij hemel en aarde. En wel zo, dat loof en gras, regen en droogte, gezondheid en ziekte, rijkdom en armoede, niet bij toeval maar uit zijn vaderlijke hand ons toekomen. Ouweneel reageert wat kritisch op deze passage uit de HC. Als dit zo is, zou de vraag kunnen zijn, aldus Ouweneel: mogen we dan wel bidden tegen onvruchtbaarheid, tegen ziekte? God doet ons dit toch aan? Hij wil toch dat we ziek zijn? Maar we kennen toch ook veel bijbelse voorbeelden waarin tegen ziekte, tegen droogte en tegen kinderloosheid werd gebeden?
Wanneer men aan Calvijn denkt, komt meestal als eerste zijn Institutie in gedachten of de door hem geschreven commentaren. Op het gebied van zending is er maar weinig bekend van Calvijn. Hij is zelf nooit op zendingsreis geweest en heeft ook geen boek over zending geschreven. Tot op de dag van vandaag zijn er mensen die negatief zijn over Calvijn als het om zending gaat.
Zo schreef dr. Gustav Warneck, professor in Halle, aan het einde van de negentiende eeuw dat de reformatoren niet alleen zendingsactiviteiten misten, maar ook de idee van zending. Recent was dr. Klaus Fiedler, professor in Heidelberg, nog heel negatief over zending ten tijde van de Reformatie door te schrijven dat de Reformatie op zendingsgebied maar weinig te bieden had.
Zoals ik de vorige keer al vertelde, kwamen mijn vrouw en ik op vrijdagmiddag in Caïro aan. De volgende dag heeft professor Istafanous ons Caïro laten zien. We reden door die immense stad en kwamen ook op het Tahrirplein, waar kort geleden de Egyptische lente uitbrak en gedemonstreerd werd, vooral door jongeren. Toen wij er kwamen, stonden er veel stadsbussen en krioelde het van duizenden mensen. Groot en klein. Wij zeiden tegen elkaar: `Als deze massa loskomt, houdt niemand ze tegen`.