Tijdens het afgelopen seizoen werd weer een Vormingscursus gehouden in o.a. Drachten. Eén van de docenten was dr. M.J. Kater uit Kampen. In 2 artikelen geeft hij een samenvatting van zijn lezingen over onderstaand onderwerp.

Het geloof met redenen bewijzen? (1)

‘Je bent een christen óf je denkt na’! Dat klinkt niet aardig. Het is ook een onjuist dilemma. Toch doen we er goed aan ons eens af te vragen of we er zelf aanleiding toe geven. ‘Geloof jij echt dat er een man over het water liep!?’ Geven we dan alleen maar als antwoord: ‘Ja, ja, dat is nou juist wat geloven is’? Er dient meer gezegd te worden.

In het boek Hoe worden de doden opgewekt? Op zoek naar de contouren van het opstandingsbestaan onderzoekt de auteur zowel de gegevens uit het OT en NT als uit de intertestamentaire literatuur die gaan over leven na de dood. Deze studie, die met veel aandacht en liefde is geschreven, is een waardevol overzichtswerk.

Dikwijls wordt gezegd dat er in het OT geen sprake is van leven na de dood en niet van opstanding. De Vries laat echter terecht zien dat dit een misvatting is. Het OT kent opstandingsleven aan deze zijde van de dood, maar weet ook van leven aan gene zijde van de dood. Behalve dat mensen soms tijdelijk weer levend worden zoals de zoon van de weduwe van Sarefat, worden soms ook mensen door God opgenomen, zoals Henoch en Elia.

 

We weten allen wat een opstand in een bepaald land teweegbrengt. Denk alleen maar aan Syrië, waar opstandelingen en het regeringsleger elkaar te vuur en te zwaard bestrijden met als gevolg: dood en verderf, chaos en lijden. Wie kan de spiraal van geweld verbreken? Ban Ki-moon heeft aan het Syrische bewind namens de Verenigde Naties een vredesplan voorgelegd. Of het succes heeft, is zeer de vraag.

In de wereld is ook een opstand gaande. Met de gevolgen daarvan worden we dagelijks geconfronteerd: ontwrichting, lijden en uiteindelijk de dood voor ieder mens. Door de rebellie van een mens, Adam, is de dood op aarde binnengehaald, lezen we in 1 Korinthe 15:21. Wie doorbreekt die fatale cirkel van dood en ondergang? Dit hoofdstuk geeft daar een helder en verblijdend antwoord op. Paulus verkondigt hier het machtige Evangelie dat Christus gestorven is voor onze zonden, dat Hij begraven is en op de derde dag opgewekt. Jezus leeft. Geloven wij dat nog? Want dat heilsfeit wordt ondermijnd door wetenschappelijke argumenten of bestempeld als mythe.

 

De redactie vroeg me om voor het Paasnummer van het kerkblad een artikel te schrijven over de vergelijking die Jezus maakt tussen Zijn eigen dood en opstanding enerzijds en zaad dat in de aarde moet sterven om vrucht te kunnen dragen anderzijds. Ik doe dat graag. Maar toen ik mij in het onderwerp verdiepte, bleek het nog niet zo eenvoudig. Laten we toch een poging wagen…

In Johannes 12:24 zegt Jezus: Waarachtig, ik verzeker u: als een graankorrel niet in de aarde valt en sterft, blijft het één graankorrel, maar wanneer hij sterft, draagt hij veel vrucht.

Paulus lijkt dit landbouwonderwijs van Jezus te herhalen. Hij schrijft in 1 Korintiërs 15: 36: Dwaas die u bent! Als u iets zaait, moet dat eerst afsterven, voordat het tot leven kan komen.

Ik denk dat de meeste Bijbellezers deze teksten lezen, als dat er een graankorrel wordt gezaaid, in de grond sterft, daarna gaat kiemen, vervolgens tot een plantje uitgroeit en vrucht draagt. Maar klopt deze uitleg met hoe het in werkelijkheid in de grond gaat? En als dat niet zo is, hoe moet ik deze Bijbelgedeelten dan lezen en uitleggen?

Ik zeg het direct eerlijk: dat Paulus er landbouwkundig gezien naast kan zitten, daar kan ik nog inkomen. Tenslotte was hij tentenbouwer en geen landbouwer. Maar dat Jezus zelf er naast zit, dat geloof ik niet. Vandaar de opening van dit artikel, namelijk dat het nog niet zo eenvoudig lijkt te zijn…

Jezus' opstanding is voor het verstand onbegrijpelijk en wetenschappelijk gezien onmogelijk. Niemand heeft een dergelijk gebeuren ooit waargenomen. Je kunt evenmin vergelijkbare gebeurtenissen uit onze tijd aanwijzen. De waarheid van de opstanding wordt bestreden. Maar er is alle reden voor een verdediging van dit heilsfeit.

Documenten met de vermelding van Jezus' opstanding zijn al vrij spoedig daarna verschenen. Paulus vertelt in een van zijn brieven wat hij zelf drie tot acht jaar na de opstanding heeft gehoord. Net als in onze tijd moesten mensen wanneer zij een gebeurtenis vertelden, precies doorgeven wat echt gebeurd was. Met de feiten mocht je niet naar eigen believen handelen. Anders was dat met fabels. Deze mochten naar eigen behoefte worden aangedikt, wat echt gebeurd was niet. Paulus benadrukt dat in zijn brief aan de Korintiërs: hij geeft door wat hij zelf heeft ontvangen (1 Kor. 15, 3). Hij wil dat zijn lezers goed beseffen dat hij geen fabels vertelt. Zijn manier van spreken wil de feiten onderstrepen.

Commentaar

  • Start 2023-09-22 17:35:43

    Het vorige nummer van het Kerkblad was het officiële startnummer. Dit Commentaar schrijf ik op de...

  • Afscheid van Kees 2023-09-09 07:50:33

    Je kunt die SGP-Kamerleden niet verwijten dat het jobhoppers zijn. Van die mensen die altijd...

  • Stemmen 2023-08-25 08:26:41

    Het is nog lang geen 22 november, de dag waarop we de nieuwe leden van de Tweede Kamer mogen...

  • Oog voor de schepping 2023-08-10 14:54:37

    ‘Het geld ligt op straat.’ Die woorden las ik pas in een interview in de EO Visie. Een mevrouw...