Toen ds. A. Balk predikant werd van de Gereformeerde Kerk (vrijgemaakt) in Delfzijl, kwam de samenwerking met de Christelijke Gereformeerde Kerk voor het eerst op zijn persoonlijke agenda te staan. Ds. Balk vertelt over zijn ervaringen in een tweetal artikelen. Het voorgaande artikel sloot hij af met de opmerking dat hij de christelijk-gereformeerde broeders en zusters beter heeft leren kennen en waarderen. Vandaag het tweede artikel.

Op 2 maart is het veertig jaar geleden dat ds. R. Hol werd bevestigd als predikant. Voor het kerkblad schreef hij over de goede herinneringen die hij aan zijn werk heeft bewaard.

 

Ambtsjubileum

Vanaf 1973 heb ik twee gemeentes mogen dienen: Nieuwe Pekela en Hoogeveen.

Als jongen had ik last van aanvallen van galsteen. Toen ik 16 of 17 jaar was, vond de dokter mij te jong om mij te opereren. Ik moest een dieet aanhouden: geen vet en koolsoorten e.d. Dat ging goed tot ik in 1954 in de pastorie van Mussel heel erge aanvallen kreeg. Onze huisarts raadde mij aan nu tot operatie over te gaan. Dat zou in het ziekenhuis van Emmen kunnen plaatsvinden. De huisarts vroeg, wanneer voor mij de beste tijd was. Ik zei hem: ' In augustus, want dan ligt het werk voor de eigen gemeente en voor het bredere kerkelijk bedrijf bijna stil'. Hij zou alles voor mij regelen.

Het was in de jaren zeventig van de vorige eeuw. Twee mensen liepen door de Groningse binnenstad. Ik hoorde de een tegen de ander zeggen, wijzend op een groepje jongeren: kijk, dat zijn nou studenten! Kennelijk zag de spreker ook toen nog studenten als een beetje uitzonderlijke types.

Gaan we terug naar omstreeks 1945, dan was dat toen in de Christelijke Gereformeerde Kerken ook wel zo. ‘Student’ waren in die tijd alleen mensen die studeerden aan een universiteit of hogeschool. En die waren er in onze kerken niet zo veel. Het gros van de gemeenteleden had niet ‘doorgeleerd’. Dat veroorzaakte een zekere kloof tussen studerenden en de rest van het kerkvolk. Gevolg was dat mensen die gestudeerd hadden nogal eens overgingen naar een andere kerk.

Hij deed gewoon zijn werk die dag. Ver van huis en haard was hij sinds een tijd gestationeerd in Jeruzalem. Zijn centuria was toegevoegd aan het Jeruzalems cohort en moest de dingen van Pontius Pilatus opknappen. Misschien was het wel zijn laatste plaatsing en kon hij na twintig jaar militair zijn eindelijk het burgerleven weer in. Vandaag drie inderhaast  ter dood veroordeelde mannen. Fatsoenlijk plannen was er nog steeds niet bij in het leger. Het moest weer hals over kop. Nu ja, voor een terechtstelling had hij niet zijn hele centuria nodig. Hij had een paar soldaten meegenomen. Ze namen het hem niet in dank af en dat kon hij begrijpen. Een kruisiging betekende meestal minstens 24 uur wachtlopen bij een paar stervende mensen. Niet het meest boeiende werk in het leven van legionairs. Maar het moest gebeuren. Hij droomde even weg naar het boerderijtje, dat hij na zijn afzwaaien zou krijgen. Een eigen tuin, akker, wijngaard en de mediterrane zon. Nog even.

Commentaar

  • Zingen in de eredienst (2) 2024-07-25 18:25:50

    Vorig jaar schreef ik over het zingen van psalmen en liederen in de eredienst. Iemand sprak me...

  • Verslavingen 2024-07-12 17:57:04

    Ruim een op de vijftien jongeren gokt weleens online, zo blijkt uit een onderzoek van het...

  • All Nations 2024-06-28 17:42:30

    Vorige week was ik met een groep studenten van de Theologische Universiteit Apeldoorn bij All...

  • Op weg naar de GS 2024-06-15 10:09:55

    Als dit kerkblad verschenen is, is het bijna zover dat de Generale Synode bijeen komt in...