24
De man van zeer grote lengte met zes vingers aan iedere hand en zes tenen aan ieder voet, 24 bij elkaar, één van de zonen van Rafa (2 Samuël 21:20). Van sommige mensen vraag ik me af, waarom ze in de bijbel staan. Deze man is er één van. Hoort hij in het rariteitenkabinet van de Schepper? Is hij een speling van de natuur? Is hij de zonderling, die ons allemaal “normaal” laat zijn? Op de één of andere manier komt er een gevoel van meelij in mij naar boven. Alsof ik hem voor me zie staan. Een soort oger, die aan intelligentie mist, wat hij aan lichaamsbouw teveel heeft. Onzin natuurlijk, maar het gevoel bekruipt me. Zo'n soort gevoel, dat ieder die lichamelijk ‘anders’ is ook wel mentaal ‘achterlijk’ zal zijn.




Een vervelend onderwerp: zonde. Zo negatief. Ik hoop in een paar artikelen de positieve kant van zonde naar voren te halen. Want die bestaat. Het is de schat in de akker. Om daar zicht op te krijgen zou het waardevol zijn als we in de kerk wat meer gebruik maken van het oud-christelijke begrip ’hoofdzonden’. In preken en (onderling) pastoraat.
Een christen leeft bij het Woord van God, zoekt in gebed zijn aangezicht en bouwt op zijn beloften. Juist ook in tijden van beproeving. Hij verlangt er naar Gods wil te doen en gehoorzaam te wandelen naar zijn aanwijzingen. Heilig en toegewijd. Als discipel volgt hij Jezus na, met vallen en opstaan weliswaar, maar toch, hij zoekt naar een leven in overeenstemming met de wil van zijn Heiland. Dat alles vraagt om geestelijk leven, een leven met en voor God. In deze serie willen we jou en onszelf daarin opbouwen.