Onze broers en zussen
Pakistan
Een zendelinge uit China maakte me er op attent. Ze legde me uit dat het niet goed is om te spreken over ‘de vervolgde kerk’, als we het over vervolgde christenen hebben. We suggereren daarmee dat er een vrije kerk is en een vervolgde kerk. Dat kan niet, want er is maar één lichaam van Christus, één kerk en die kerk wordt vervolgd. We horen dus allemaal bij de vervolgde kerk. De vervolgde christenen zijn gewoon onze broers en zussen. Dat heeft consequenties. Stel je voor, je komt uit een gezin met een aantal broers en zussen en enkelen van hen worden mishandeld en bedreigd. Wat doe je dan? Natuurlijk alles wat in je vermogen ligt om ze te helpen en te beschermen. Dat is toch logisch. Nou ja, wat doen we dan voor onze vervolgde broers en zussen? Als we eerlijk zijn te weinig. De afstand tussen hen en ons is groot. Wat kunnen we daar aan doen? We kunnen beginnen met ons te laten informeren, over hen te lezen. Maar we kunnen nog verder gaan. Door al die vluchtelingen die onze kant op komen is het nu ook mogelijk om mensen van daar persoonlijk te ontmoeten. Dat helpt heel erg om dichterbij het vervolgde deel van de kerk te komen.




Het is boeiend om te zien in welke tijd een liedboek is ontstaan, en de invloed van die tijd te ontdekken. Nu valt dat niet altijd mee, omdat een liedboek doorgaans een verzameling liederen uit alle tijden kent en ook liederen uit andere landen.
Financiële problemen of nog erger: schulden. Steeds meer mensen zitten er tot de nek toe in. Ter indicatie: de voedselbank in Hoogeveen begon zo’n tien jaar geleden met het uitdelen van dertig voedselpakketten. Inmiddels staat de teller op honderdzestig uitgiftes en staan er zelfs gezinnen op de wachtlijst. En de voedselbank staat niet op zich. Begin 2012 opende de Kledingbank Hoogeveen haar deuren en sinds vorig jaar zijn er tientallen schuldhulpmaatjes actief in Hoogeveen. Plaatselijke armoede neemt steeds grotere vormen aan.