{mosimage}Waarom leven wij hier op aarde? Waarom is je jongere broertje langer dan
jij? Waarom zijn de mensen in de derde wereld arm en waarom zijn we
hier rijk? Waarom gelooft je oom niet? Waarom ben je hier geboren?
Waarom zit je buurmeisje in een rolstoel en waarom ben ik geboren?
Allemaal vragen. Vragen stel je vaak aan je vader of je moeder. Vaak
zijn het niet zulke moeilijke vragen, vragen om een snoepje is niet zo
moeilijk en het antwoord vaak ook niet. Maar soms kunnen er ook andere
vragen in je opkomen als: bestaat de Here God wel? Hoort de Here God
wel? Waarom doet de Here God tegenwoordig geen wonderen meer? Je ouders
weten vaak het antwoord niet en ook andere volwassenen kunnen die vragen
niet beantwoorden. Je vader of moeder kan je soms afsnauwen of geen
tijd voor je hebben. Hoe kom je dan aan je antwoord?
Vragen aan God
In de bijbel zijn ook veel mensen die vragen hadden. Soms zaten ze met
levensvragen, soms vragen naar de wil van de Here God. Je mag de Here
God ook alles vragen, maar omdat de Here God onvoorstelbaar heilig is,
moet je altijd je vragen eerbiedig stellen.
Lees meer: Ik weet het niet!
{mosimage}Deze zomer gaan 36 mensen uit de CGK-Groningen naar Nambo in Zambia.
Daar gaan ze drie weken bouwen aan een kliniek en twee artsenwoningen.
Daarbij worden ze geholpen door een plaatselijke aannemer. Voor dit
project moesten ze door middel van acties een bedrag van 90.000 euro
inzamelen.
Anouk Vennik vertelt hoe dat is gegaan.
World Servants is een christelijke organisatie die bouwprojecten in
ontwikkelingslanden opzet. Dit doet zij al sinds 1988. Elk jaar zijn er
weer honderden vrijwilligers die zich willen inzetten. Er worden
scholen, klinieken, huizen en schoonwatervoorzieningen gebouwd. World
Servants geeft heel duidelijk aan dat ontwikkelingshulp meer betekent
dan alleen de mensen daar helpen. Ook voor de deelnemers is het een
indrukwekkende ervaring. Het motto van World Servants is ‘bouwen aan
jezelf door te bouwen voor een ander’. Dit jaar hebben ze 29 projecten
opgezet, verspreid over 14 ontwikkelingslanden. World Servants wil,
vanuit het geloof in Jezus Christus, mensen enthousiast maken en
toerusten om zich dienstbaar in te zetten in deze wereld.
Lees meer: World Servants Project Zambia 2011
{mosimage}In de Bijbel horen we verschillende stemmen over wat we na ons sterven
kunnen verwachten. Wat schrijvers en kunstenaars uit onze cultuur
daarover zeggen, doet soms denken aan die bijbelse stemmen. Onlangs
heeft Wim Weren een boek geschreven over dit thema. Het is een boek dat
vraagt om een reactie.
De Bijbel laat volgens Weren niet één stem horen ten aanzien van de
vraag wat wij na ons sterven kunnen verwachten, maar verschillende
stemmen. Eén stem heeft hem bijzonder geboeid. Deze zegt dat we de dood
uiterst serieus moeten nemen: God gedenkt de doden in het graf niet. De
dichter van Psalm 88 vraagt: 'Wordt in het graf uw goedertierenheid
verkondigd, uw trouw in de plaats der vertering?' Volgens Weren nemen
wij de dood niet altijd serieus. We nemen de dood niet serieus wanneer
we spreken over een onsterfelijke ziel. Wanneer wij een onsterfelijke
ziel zouden hebben, zou iets binnen in ons bestand zijn tegen de dood.
Dan zouden wij bestaan uit een vergankelijk deel (het lichaam) en een
onvergankelijk deel (de ziel). Dit dualisme is in strijd met de Schrift
die zegt dat de mens een eenheid is. Bovendien neemt dit dualisme de
dood niet serieus genoeg.
Evenmin kunnen wij uitgaan van een bewustzijn dat na ons sterven zou
blijven bestaan. Een populaire gedachte: het bewustzijn van mensen zou
na hun sterven worden opgenomen in een 'eindeloos bewustzijn' (Pim van
Lommel). Maar ook die gedachte is vreemd aan de bijbelse stem die zegt
dat de dood een radicaal einde betekent.
Lees meer: Sterven en wat daarna komt, of niet
{mosimage}in deze rubriek delen studenten en
doctorandi van de TU te Apeldoorn de vruchten van hun onderzoek. Deze
keer drs. Wouter Moolhuizen.
De (oorzaken van de) groei van de Christelijke Gereformeerde Kerk van 1892-1900
De Christelijke Gereformeerde Kerk, 1892-1900 (2)
In het vorige artikel is het voortbestaan van de Christelijke
Gereformeerde Kerk beschreven. In 1892 begint de Christelijke
Gereformeerde Kerk met 700 leden en vier gemeenten; in 1900 zijn er 63
gemeenten. De vraag die in dit artikel centraal staat is: waar komt de
groei vandaan? De gemeenten die tussen 1892-1900 zijn ontstaan, kunnen
in drie categorieën worden ingedeeld. Er zijn gemeenten die ontstaan
zijn naar aanleiding van de Vereniging; er zijn gemeenten die ontstaan
zijn naar aanleiding van plaatselijke ontwikkelingen (het samengaan van
een voormalige nederduits gereformeerde en een christelijke
gereformeerde gemeente) en er zijn gemeenten die ontstaan zijn naar
aanleiding van een conflict.
Lees meer: De Christelijke Gereformeerde Kerk, 1892-1900 (2)
{mosimage}Het lichaam van een christen is een tempel van de Heilige Geest. Het
heeft mede daardoor een hoge waarde. We mogen ons lichaam niet
verachten. Maar we overschatten ons lichaam evenmin. Het huis is niet
meer dan zijn bewoner. Wat is trouwens een lichaam, hoe fraai ook,
zonder zijn goddelijke bewoner?
Onze cultuur is een lichaamscultuur. Mensen besteden veel aandacht en
zorg aan hun lichaam. Soms heeft die aandacht afgodische trekken.
Sommigen stellen wel heel sterk hun vertrouwen op hun uiterlijk.
Gebreken, lijden en dood passen niet in een cultuur die zijn hoogste
waarde zoekt in gezondheid en verering van het gave lichaam. Nuchterheid
is dan op zijn plaats. Een orthodontist in Leeuwarden heeft in de stoep
vóór zijn praktijk een Friese spreuk gebeiteld: 'In bytsje bryk is
minskelyk' (een beetje scheef is menselijk). Groningers zouden zeggen:
'Schaif stait laif" (scheef staat lief). Deze nuchterheid doet
weldadig aan. Nog weldadiger is de wetenschap dat het lichaam van een
kind van God, hoe gebrekkig ook, een tempel van de Geest is.
Deze visie op het lichaam heeft grote praktische consequenties voor ons
doen en laten. Hoe belangrijk lichaamsverzorging ook is, onze eerste
zorg zal zijn dat de Geest ons lichaam tot zijn tempel heeft uitgekozen.
Hoe goed een schoonheidsbehandeling kan zijn, onze eerste interesse zal
zijn dat ons lichaam iets uitstraalt van de schoonheid van de Geest van
God. Vrouwen zullen zich dan vooral sieren met goede werken (1 Tim. 2,
9-10), mannen trouwens ook.
Lees meer: Omgang met het lichaam als tempel