Als gezant van God in het publieke domein moet de overheid gerechtigheid oefenen en zich inzetten voor zwakken en kwetsbaren. Het kwaad dat mensen elkaar aandoen moet zij inperken zodat burgers in vrede kunnen samenleven. Daarnaast schept zij die voorwaarden voor een samenleving die nodig zijn om zich te ontwikkelen.

Aan het overheidsgezag is overheidsmacht verbonden. Paulus spreekt over een zwaard waarmee de overheid kan dreigen, dwingen, straffen en beschermen (vgl. Rom. 13, 4). Maar dat zwaard mag alleen worden gebruikt voor het doel waarvoor het is aangewezen, namelijk de uiterlijke vrede in de samenleving. De overheid mag daarmee niemand dwingen haar eigen denkbeelden, visies en overtuigingen over te nemen. Met haar macht kan ze mensen soms wel afhouden van het kwaad, maar ze kan hen niet brengen tot het doen van het goede.

 

 

In de CGK van Zwolle hebben we een jaar of tien geleden de kleine kringen geïntroduceerd in onze gemeente. Kleine gemeenschappen waar vooral een stuk onderlinge zorg voor en met elkaar wordt geregeld.  Per maand groeit onze gemeente met ongeveer 10 adressen. Zeg maar, de ideale grootte voor een kleine kring. Maar hoe krijg je zicht op het functioneren van een gemeente met bijna 3300 leden? Deze nieuwe leden starten eerst samen in een (tijdelijke) introductiekring, om vervolgens deel te gaan uitmaken van  de kleine kring.

 

In oktober 2010 zijn de eerste twee introductiekringen voor nieuwe leden van start gegaan. Onder leiding van een kringleidersechtpaar komen in 5 bijeenkomsten allerlei aspecten van ons gemeente-zijn aan de orde. Wat is de CGK, en wat is typisch CGK Zwolle, welke erediensten worden er elke zondag georganiseerd, hoe is de pastorale en diaconale zorg geregeld, welke activiteiten zijn er voor mijn kinderen en tieners, op welke manier mag ik mijn gaven en giften gaan inzetten in de gemeente?

 

'Wie ben ík...?!' Die woorden bezigde mijn vader, als hij iets bijzonders meemaakte. De zegswijze vertolkt een mengeling van gereformeerd denken en Zeeuwse bescheidenheid. Beide sieren een mens. En ze vormen daarom de toonzetting voor een korte bijdrage over 25 jaar predikantschap.

Vijf gemeenten

Het werk in de kerk begon op 20 februari 1987 in Hillegom. In deze kleine gemeente in de Bollenstreek was ik de eerste part-time predikant binnen ons kerkverband. Daarnaast werkte ik op Hogeschool de Wittenberg in Zeist als staflid en docent Nieuwe Testament. Toen de CGK Aalsmeer zich meldde, heb ik die functie verruild voor de opdracht om van de wijkgemeente Hoofddorp een zelfstandige kerk te maken. De instituering in de nazomer van 1994 is voor mij één van de hoogtepunten uit de beginjaren van mijn predikantschap. Via Hengelo (1994) en de Bethelkerk in Veenendaal (1998) ben ik nu sinds begin 2008 predikant in Zwolle.

 

In het vorige artikel ging ik in op twee van de drie zaken die in de prediking van de jaren 70 opvielen. Zaken die Dr. M.H. Bolkestein vaststelde na analyse van 89 preken. Ten eerste het gebruik van oude woorden en oude voorstellingen. Ten tweede dat preken zich verengden tot het spreken over zonde en genade; alsof de Bijbelse boodschap daartoe gereduceerd kan worden. In de derde plaats stipt Bolkestein het vreugdeloze preken aan. Hij bedoelt daarmee een verkondiging waarin de hoorders veel ‘moeten’. Wordt er vandaag – wat betreft punt drie - ook op die manier gepreekt. Is de prediking vandaag nog steeds vreugdeloos omdat er zoveel moet?

Stel dat iemand vandaag 89 preken zou doorlichten op het ‘moeten’ in de prediking wat zou dan de uitkomst zijn. Lastig blijft het om dat goed te beoordelen. Zoveel kerkelijke gemeenschappen met zoveel verschillende accenten leidt dat niet tot een onoverzichtelijke analyse? Toch doe ik een poging er iets over te zeggen.

We hebben allemaal één ding gemeen en dat is dat we allemaal een hekel aan de overheid hebben. Deze uitspraak wordt toegeschreven aan onze voormalige minister-president Ruud Lubbers. Ook kerkmensen laten meer dan eens hun afkeer van de overheid blijken. Maar is dat terecht? Daarachter ligt de vraag naar de verhouding tussen kerk en overheid.

Wanneer onze Nederlandse geloofsbelijdenis spreekt over de overheid noemt zij allereerst Gods goedheid. God wil niet dat wij schade lijden maar dat wij tot ons recht komen. In de wereld waarin wij leven, is een schadevrij leven echter niet vanzelfsprekend. Mensen die aan zichzelf zijn overgelaten, hebben weinig geduld met elkaar. Ze doen elkaar meer dan eens kwaad. De ene mens is voor de andere een wolf, aldus Thomas Hobbes. Maar God is goed. Hij heeft een middel gegeven waardoor dit kwaad wordt ingeperkt en wij in een betrekkelijke vrede zouden kunnen samenleven: de overheid. Haar taak is het bewaken en bevorderen van rechtvaardige verhoudingen.

Commentaar

  • Nieuw leven 2024-04-19 17:47:34

    In januari begint het al: het wordt weer langer licht en de sneeuwklokjes gaan bloeien, en even...

  • Post 2024-04-06 07:36:05

    De laatste tijd valt het mee, maar het komt regelmatig voor dat de post wat vertraging heeft....

  • Lijdenstijd 2024-03-23 18:53:26

    Met de lijdenstijd lijkt onze samenleving niet uit de voeten te kunnen. Hoe anders is dat met...

  • Leipzig en Navalny 2024-03-07 19:01:01

    Vorige week waren mijn vrouw en ik een paar dagen in het voormalige Oost-Duitsland op bezoek bij...