In de titel van dit artikel staat na het woord ?uitschrijven? een aantal
puntjes. Die worden meestal in een zin neergezet om de lezer tot een
moment van stilte te manen: er wordt iets gezegd dat tot speciale
bezinning stemt. Zo is het hier ook bedoeld: in deze artikelen wordt een
zaak aangesneden die verdriet doet en daarom tot nadenken stemt.
Het woord ?uitschrijven? is bedoeld in de betekenis die u in Van Dale
kunt vinden: iemand ?boeken als niet meer aanwezig?; of: ?een bewoner
schrappen uit het bevolkingsregister?. Vooral die laatste definitie
raakt de bedoeling van het gebruik van het woord in deze artikelen: we
hebben het over leden van de gemeente waarbij de kerkenraad tot het
finale besluit komt om hen uit het ledenbestand te schrappen. Ik besef
dat dit in feite een heel lelijke verwoording is en wil mij dan ook
haasten om er ?kleur aan te geven?. We hebben het over een heel tere
zaak: een kerkenraad constateert dat een lid feitelijk, gezien diens
opstelling, niet meer tot de gemeente van Christus wil horen en neemt
het besluit om dat dan ook daadwerkelijk te constateren en de naam van
deze broeder of zuster te schrappen uit het ledenregister van de kerk.
Voortaan staat hij/zij niet meer in de gemeentegids die een keer in de
zoveel jaar uitkomt. Dat is pijnlijk, zeker ook wanneer we denken aan
familieleden van de betrokkene. Daarom zal een kerkenraad niet over ??n
nacht ijs gaan wanneer hij een dergelijk besluit neemt. We zullen daar
nader op ingaan.
Lees meer: ?Uitschrijven??(1)
Jozef Deleu, 555 Gedichten over leven, liefde en dood, Groot Verzenboek, een uitgave van Lannoo/Podium, prijs ? 24,95
De eerste druk van dit boek verscheen in 1976. In de loop der jaren is
het meer dan eens herzien. In 2009 kwam de veertiende druk uit, herzien
en uitgebreid. In datzelfde jaar verscheen de vijftiende druk. De
uitgave is in twee versies verkrijgbaar: gebonden en paperback. Gebonden
kost deze bundel ? 39,95.
Deleu is een groot liefhebber van po?zie. Deze bloemlezing is de vrucht
van een levenslange omgang met gedichten. Met deze bundel richt de
samensteller zich op een zo groot mogelijk publiek. Hij wil zijn lezers
een evenwichtig beeld geven van onze moderne po?zie. Met ?onze? bedoelt
hij de moderne dichtkunst in Belgi? en Nederland, die begint bij Guido
Gezelle in het Zuiden en Herman Gorter in het Noorden. Gedichten die hij
voor een groot publiek te moeilijk acht, heeft hij buiten deze bundel
gehouden. Hieruit kan niet de conclusie worden getrokken dat deze bundel
gedichten bevat die door ieder die van een gedicht houdt (meteen)
begrepen kunnen worden. Want het is wel een bundel gedichten van
literair niveau.
Lees meer: Boekbespreking
In twee eerdere artikelen heeft Alle Broersma het IDO voorgesteld en
iets van het werk laten zien. In dit laatste artikel geeft hij wat
achtergronden.
Als we horen: het IDO, van de kerken, is er zeker vooral voor
kerkmensen, dan leggen we uit dat we inderdaad van de kerken zijn, maar
dat we hulp bieden aan iedereen in de Lelystadse samenleving die op onze
weg komt. Onze hulp richt zich met name op mensen in onze stad die -
door welke oorzaak ook - in problemen zijn gekomen en op niemand terug
kunnen vallen. Dat betekent dat we vaak met schrijnende situaties te
maken krijgen.
Vrijwilligersbeleid
?We? zijn de vrijwilligers, grotendeels afkomstig uit de in IDO
participerende kerken. Om die vrijwilligers hun werk goed te laten doen
bieden we hen regelmatig scholing aan voor hun werk. Want
vrijwilligerswerk is niet vrijblijvend. We stellen als IDO er een eer in
met onze vrijwilligers werk van professionele kwaliteit te leveren.
Daarom zijn beroepskrachten onmisbaar: zij zijn de steun waardoor
vrijwilligers hun werk kunnen doen, de praatpaal om uit te praten en de
adviseur bij grote problemen. In het bestuur hebben we een
vrijwilligersbeleid ontwikkeld en wordt er jaarlijks geld gereserveerd
voor samenbindende activiteiten. We zijn er trots op dat veel
vrijwilligers zich graag binnen het IDO dienstbaar willen maken. Bij een
wervingsactie begin dit jaar met informatieavond en de IDO-zondag
hebben zich weer een 40 nieuwe vrijwilligers voor verschillende
activiteiten gemeld.
Lees meer: Helpen wie geen helper heeft (3)
Ik ben een groot zondaar, dominee. Dat zei een oude zuster tegen me. Het
was een lieve vrouw. Ik bezocht haar graag op haar kamer in het
bejaardentehuis. Ze was altijd vriendelijk en blijmoedig. In onze
gesprekken vertelde ze over vroeger en over haar man en kinderen. Verder
spraken we over kerkelijke zaken, want ze was heel meelevend. Maar
bovenal sprak ze vanuit een oprecht geloof vaak en graag goed van God.
Vooral daarom was het een genoegen haar op te zoeken. Als het over
God en geloof ging, zei ze wel heel vaak dat ze een groot zondaar was.
Toen ze dat die keer weer zei, vroeg ik: ?Wat doet u dan voor zonden??
Even wist ze niet wat ze moest zeggen, zo schrok ze van mijn vraag. Met
een blik vol onbegrip keek ze mij aan. Toen zei ze: ?Maar dominee, dat
weet u toch wel? Dat hoef ik u toch niet te vertellen?? ?Dat hoeft ook niet?, zei ik, ?maar ik heb nooit gehoord welke grote zonden u hebt gedaan. Van u niet en van anderen niet.?
Lees meer: Ik ben een groot zondaar
Het leven van Mozes was voorbij. 40 jaar prins van Egypte, 40 jaar
schaapherder in de woestijn. Op een dag zou hij wel ergens sterven en ze
zouden hem wellicht nog zoeken en vinden, maar het zou voorbij zijn.
Wat verwacht je nog van een 80-jarige? En (laten we eerlijk zijn) ook
bij ons wordt een mens van 80 ook niet meer geschikt geacht voor
leidinggevende posities.
Maar Mozes ziet het Licht. Nou ja, eerlijk gezegd wil de HERE God, dat
Mozes het Licht ziet, maar Mozes ziet dat niet zitten. Op een dag ziet
hij een braambos, die vlam heeft gevat in de woestijnhitte. Niets
bijzonders. Maar de braambos verbrandt niet. Hij brandt wel, maar blijft
geheel intact. Dat is toch wel heel merkwaardig en Mozes wil er het
zijne van weten, dus gaat hij op onderzoek. En zo heeft God de
onverdeelde aandacht van Mozes. Mozes staat helemaal open voor elk woord
en elke suggestie. God heft de standaardgedachten over een 80-jarige op
en maakt een nieuw begin. Een les voor ons. Wij zouden allemaal open en
ontvankelijk moeten zijn voor nieuwe dingen. Meestal denken wij langs
vaste paadjes. Dingen zijn zoals ze zijn en blijven zoals ze altijd zijn
geweest. En er moet ook wel iets bijzonders gebeuren willen wij
aandachtig kijken en luisteren.
Lees meer: Mozes (2)