{mosimage}Geleerd...
In deze rubriek delen studenten en doctorandi van Apeldoorn de vruchten van hun onderzoek. Deze keer drs. Wouter Moolhuizen.

Het voortbestaan of ontstaan van de Christelijke Gereformeerde Kerk, 1892

Voor mijn afstudeerscriptie op het vakgebied van de Nederlandse Kerkgeschiedenis heb ik de groei van de Christelijke Gereformeerde Kerk tussen 1892-1900 onderzocht. In dit eerste artikel zal ingegaan worden op het ontstaan of voortbestaan van de Christelijke Gereformeerde Kerk in 1892, in een volgend artikel zullen de oorzaken van de groei van de Christelijke Gereformeerde Kerk tussen 1892-1900 beschreven worden.

De Nederlandse kerkgeschiedenis van de 19e eeuw kenmerkt zich door twee conflicten binnen de Nederlandse Hervormde Kerk. In 1834 is er de Afscheiding onder leiding van ds. Hendrick de Cock. De Cock is het niet eens met de invloed van de moderne theologie in de Nederlandse Hervormde Kerk. Het conflict dat hij daarover krijgt met de mensen die de leiding hebben in de kerk leidt tot een kerkscheuring. De verschillende groepen die bij de Afscheiding gebroken hebben met de Nederlandse Hervormde Kerk komen in 1869 definitief samen in één kerk: de Christelijke Gereformeerde Kerk.

{mosimage}De kleine camping ligt er een beetje eenzaam bij.
Het is ook nog vroeg in het seizoen.
Eigenlijk is het te koud.
Maar soms heeft een mens er behoefte aan om zich even terug te trekken.
Samen met je vrouw in een klein huisje.
Gelukkig zitten er wielen onder en kun je als het niet bevalt zo weer vertrekken.

{mosimage}Doorgaans geven mensen ruime aandacht aan hun lichaam. Soms grenst die aandacht aan verheerlijking. Ook een ander uiterste is mogelijk: minachting en verwaarlozing van het lichaam. Maar hoe ziet een christen zijn lichamelijk bestaan? Volgens de apostel Paulus is het lichaam van wie gelooft een tempel van de Heilige Geest. Een uitspraak met consequenties.

Wie gelooft mag weten dat hij de Heilige Geest heeft ontvangen. Soms zijn wij wat dat betreft onzeker over onszelf: 'Zou ook ik de Geest van God hebben ontvangen?' Dan hebben we aarzelingen over de echtheid van ons geloof. We wachten misschien op een bijzonder teken dat ons daarover zekerheid zou moeten geven. De inwoning van de Geest is een onverstelbaar grote werkelijkheid. We vragen ons af of sommigen niet al te vrijmoedig getuigen dat de Gave van God in hen woont.

{mosimage}Deze roman werd vertaald in het Nederlands door Ine Willems en verscheen in maart 2011. In april kwam de tweede druk al uit. Dat is begrijpelijk, want het gaat om een indrukwekkend verhaal dat goed geschreven is.

De hoofdpersoon is Aminata Diallo. Ze wordt, vanwege de lastige uitspraak van haar naam, meestal Meena genoemd. In het eerste hoofdstuk is ze oud en in Londen in 1802. De abolitio-nisten - dat zijn voorstanders om de slavernij af te schaffen - willen dat het parlement en het Engelse volk haar verhaal uit haar eigen mond horen. Het is een zware aanklacht tegen de slavenhandel, een mensenhandel die door voorstanders verdedigd wordt en humanitair wordt genoemd.
Het verhaal van Aminata wordt in deze roman verteld. Als meisje is Aminata met andere dorpsbewoners geroofd en op een lange voettocht meegenomen naar de Afrikaanse kust. Bij die roofoverval werden haar ouders gedood. De voettocht was een verschrikking. Maar het was nog maar het begin. Want daarop volgde de bootreis van Afrika naar Amerika. Het was een wonder dat zij als kind die reis overleefde.
In Amerika aangekomen werd ze gekocht door een indigoplanter. Hij verkocht later de zoon die ze kreeg aan een ander en Aminata aan de Jood Salomon Lindo. Lindo  en zijn vrouw be-handelden haar veel beter dan de planter. Toch wil ze ook bij hem weg. Want ze wil vrij zijn.

{mosimage}Op 20 april 2011 promoveerde ds. Arnold Huijgen, predikant van Genemuiden, aan de Theologische Universiteit te Apeldoorn op een proefschrift over de aanpassing van God aan het bevattingsvermogen van de mensen, zoals Calvijn daarover schreef. Het is een knappe studie geworden, die duidelijk maakt dat theologiebeoefening een spannende bezigheid is, als zij niet om de werkelijke vragen heenloopt.

Steeds weer kreeg Calvijn als serieuze bijbelonderzoeker te maken met de vraag of allerlei omschrijvingen van God en zijn daden wel passend waren als typeringen van wie Hij is en wat Hij doet. Wie enigszins met de Bijbel vertrouwd is geraakt, herkent die vragen wel.
Van de Here God wordt gezegd dat Hij wandelde in de hof (Genesis 3), en dat Hij neerdaalde op de aarde om in ogenschouw te nemen waar de mensen in Babel mee bezig waren (Genesis 11). Mozes komt bij een brandende braamstruik die niet verteert en ontdekt dat de Here zelf daarin aan hem verschijnt. Verder lezen we meerdere malen dat Hij met zijn heerlijkheid neerdaalde in de tabernakel en later de tempel, en ook dat Hij met zijn heerlijkheid de tempel verliet (Ezechiël 10). De Psalmen zingen van de Here dat Hij in Jeruzalem woont. Maar hoe kan van Hem gezegd worden dat Hij op een bepaalde plaats woont, of dat Hij van de ene plaats naar de andere beweegt? God is toch overal!

Commentaar

  • Storm in de CGK 2025-07-04 17:44:42

    De afgelopen jaren en zeker de afgelopen maanden en weken zijn voor onze Christelijke...

  • Hellend vlak 2025-06-21 09:25:10

    Net als veel anderen denk ik met weemoed terug aan vroegere tijden. Binnenkort word ik...

  • Zien en zijn 2025-06-07 08:46:46

    Ik worstel ermee. Onlangs hoorde ik twee uitdrukkingen die me sindsdien bezighouden. Het ging over...

  • Eeuwig dankbaar 2025-05-24 07:16:04

    Doetinchem heeft zich mooi op de kaart gezet. Dit jaar vierde koning Willem-Alexander zijn...