Zie de mens, zegt Pilatus als Jezus voor Hem staat. Het is een gruwelijk gezicht. Er staat een jonge man met een kroon van doornen op zijn hoofd. Ze hebben de kroon door zijn huid gedrukt en het bloed druppelt langs zijn haren en wangen naar beneden. Hij heeft een rode mantel aan, die doet denken aan een koningsmantel, en een riet in zijn hand, dat doet denken aan een koningsstaf. Het geheel doet denken aan kinderen, die koninkje spelen. Maar het bloed maakt het beeld te re?el, te bitter. Het zijn geen kinderen, die koninkje spelen, maar volwassen soldaten en rechters, die een medemens zonder reden martelen en tentoon stellen. In deze Jezus zie je opeens de miljoenen, die geleden hebben en lijden onder de willekeur van hun medemens. Wat moet je dan denken als Pilatus naar Jezus wijst en zegt: Zie de mens. Bedoelt hij ?kijk eens naar die man, wat kan hij nu voor kwaad doen?? Of bedoelt hij ongewild ?Kijk, daar is de mens nu toe in staat?? Ik ga er van uit, dat Pilatus het eerste bedoelde. Maar de bijbel heeft altijd een diepere betekenis. Pilatus staat in de bijbel en klaagt de mensheid aan. Natuurlijk ook zichzelf. Maar ook de mensheid als geheel, ook u en mij. Nu zeggen veel mensen in mijn omgeving, dat ze toch niet zo slecht zijn. Ik krijg altijd pijn in mijn hart bij zo'n zinnetje. Als wij dat dan niet zijn, waarom lijden mensen dan onder elkaars woorden en daden? Ook in onze omgeving. Waarom sterven er dan kinderen van de honger? Waarom is er dan zo een enorm ongelijkheid tussen rijk en arm? Waarom trekken wij ons daar dan nauwelijks iets van aan? Waarom ?. Zie de mens! En Jezus zegt niets. Hij kijkt Pilatus aan en in hem de mensheid, u en mij. Hij gaat de dood in, omdat wij geen antwoord geven. Hij neemt de ellende op zich opdat wij zouden leven ?..
Een van de rituelen rondom de paasdagen is het bouwen van een
?poasbulte?. Ds. H. Jonkman vertelt hoe hij hier vroeger van kon
genieten en over de oorsprong van dit gebeuren.
Als jongen heb ik er altijd van genoten om een aantal weken voor Pasen
met een groep jongelui uit de buurt een ?paosbulte? te bouwen. Het was
altijd op dezelfde plaats in een vrije ruimte in een wildgebied op
Alteveer bij Hoogeveen. De boeren bewaarden snoeihout en afvalhout,
kranten en zakken van papier (waarin voedsel voor het vee gezeten had)
en soms ook wel autobanden voor dit feestelijk gebeuren. Dat alles werd
op zaterdagen bij elkaar gehaald met een paardenwagen, zonder paard;
alles werd met menskracht gedaan en wat hadden we er een plezier in om
elk jaar de ?paosbulte? nog weer groter te krijgen dan het vorige jaar.
Soms moest je zelfs de laatste dagen wacht houden bij de bult, zodat het
niet werd aangestoken door andere jongelui. En als het op tweede
paasdag donker begon te worden, dan gingen we met zijn allen - ouders en
kinderen - naar de ?paosbulte?. Als ongeveer iedereen aanwezig was,
werd de ?paosbulte? door ouderen aangestoken en zij hielden alles in de
gaten. Een paar opgeschoten jongelui probeerden zo lang mogelijk boven
op de bult te blijven zitten, totdat het hun te heet werd onder hun gat.
Als jongen genoot ik van dit feest. Je dacht niet na over het ontstaan
van dit ? van oorsprong ? heidens feest en je dacht ook niet na over
milieuvervuiling.
Lees meer: Paasvuur
Twaalf leden van de Christelijke Gereformeerde Kerk in Hoogeveen hopen
op 15 april 2010 te vertrekken naar Mocuba in Mozambique. Eigenlijk
waren ze liever gisteren al vertrokken. Maar ja, een verre reis zonder
voorbereidingen, dat kun je wel vergeten.
Dus zijn ze de afgelopen maanden regelmatig een avond bij elkaar
geweest. Om elkaar te leren kennen. Om Mozambique te leren kennen: het
land, de geschiedenis, de cultuur, de gewoonten. Want straks zijn ze te
gast. En willen ze zich gedragen als gast.
Maar wat gaan ze daar eigenlijk doen?
Wat zoeken ze in Mozambique?
Pieter Feijer is hoofdleider en gaat voor de tweede keer de lange reis
maken. Brenda Benjamins is verantwoordelijk voor de gezondheid van de
groep en gaat voor de eerste keer mee. Samen vertellen ze hun verhaal.
Banden aanhalen
Pieter: Al een aantal jaren geeft onze CGK, samen met andere CGK-kerken
in de classis, de bijbelschool in Mocuba financi?le steun. Nou raak je
door geld geven niet meteen het meest betrokken. Enkele jaren geleden
veranderde dat. Onze eigen dominee Jan van ?t Spijker heeft een aantal
jaren leiding gegeven aan die bijbelschool. Toen hij in Hoogeveen kwam
werken, werden de verhalen natuurlijk levende verhalen.
Brenda: Tegelijk was er eind 2005 een groep mensen in onze gemeente die
graag vanuit de gemeente een project wilde organiseren om praktische
hulp te bieden. Daar was toen ook ene Pieter bij betrokken?Van het ??n
kwam het ander en zo zijn er in september 2007 twintig leden van onze
gemeente naar Mocuba geweest.
Pieter: De financi?le banden zijn toen persoonlijke banden geworden. Die
willen we nu graag aanhalen! We vinden juist de duurzame relatie erg
belangrijk.
Lees meer: Hoogeveen ? Mocuba: duurzame relatie!
In het begin heerste de duisternis
Gods Woord klonk er zij licht
en er was licht.
De nacht heerst over de duisternis
de dag is vol licht,
oneindig, zon, maan en sterren
als een volmaakt geschenk
van boven
van de Vader van de hemellichten.
Het vorige artikel in de reeks over landbouwwetenschappen ging over
ondernemerschap. Daarin stond de publicatie van het Landbouw Economisch
Instituut ?de kunst van het zien en het realiseren? centraal. In dit
artikel wil ik op het aspect van zien en waarnemen nog wat dieper
ingaan.
In het agrarisch onderwijs en in het landbouwkundig onderzoek kennen we
waarnemen niet als een apart vakgebied. Maar als je met mensen uit het
bedrijfsleven praat over wat studenten goed moeten kunnen, dan wordt dat
woord waarnemen vaak genoemd. Studenten in het agrarisch onderwijs
moeten goed leren waarnemen. Dat geldt op verschillende vakgebieden. Bij
bodemkunde moeten studenten leren om goed naar de bodem te kijken. Hoe
diep wortelt het gewas in deze grond, zie ik gangen van regenwormen of
zie ik verdichte lagen in het bodemprofiel.
Bij veel andere opleidingen moeten studenten leren om goed om zich heen
te kijken; wat gebeurt er in dit bedrijf, hoe ziet de omgeving van dit
bedrijf eruit, hoe vinden ontwikkelingen plaats en waarom voert een
bedrijf bepaalde veranderingen door.
Het gaat er in het agrarisch onderwijs dus om dat je studenten leert
waarnemen, om op basis daarvan inzicht te verwerven. Studenten moeten
deze competentie (zo noemen we dat in het onderwijs) op meerdere
plaatsen kunnen oefenen en toepassen. Bijvoorbeeld in een bedrijf waar
ze stage lopen, maar ook in de omgeving van dat bedrijf. Of nog groter,
in de hele samenleving, nationaal en internationaal.
Hoewel ik in mijn diensttijd ben opgeleid als waarnemer bij de
artillerie, vind ik het moeilijk om studenten te leren waarnemen. Want
heel vaak geldt letterlijk ?ik zie, ik zie, wat jij niet ziet?. De
uitdaging van het (agrarisch) onderwijs is om het de ander ook te leren
zien.
Lees meer: Waarnemen