Ik houd alles voor vuilnis, opdat ik Christus mag winnen Filippenzen 3:8b
Alles is afval. Christus is alles. Deze twee zinnen geven een hoofdlijn
van Fil. 3:1-14 weer. Het was 25 jaar geleden de hoofdlijn van een
preek die ik over dit gedeelte hield.
Van tevoren wist ik dat een vrouw die anders nooit in de kerk kwam met
haar man was mee-gekomen. Ze was christelijk opgevoed, maar ze had
afstand genomen van kerk en God. Wat zou haar reactie zijn op de preek?
Paulus laat in dit gedeelte zien dat geloven in Christus bevrijdend is.
Maar dat vraagt wel een radicale keus. Uiteindelijk is het alles of
niets.
De reactie van de vrouw was negatief. Ze vond dat de preek haar
overtuiging bevestigde dat christenen het aardse leven niet belangrijk
genoeg vinden. Zij vond het evangelie afstotend.
Vragen
Het evangelie is toch juist uitnodigend en bevrijdend? Dat had ik voor haar niet duidelijk kunnen maken.
Was mijn preek geen goede vertolking geweest van Fil. 3? Had de vrouw
niet goed geluisterd? Speelden beide factoren? Of had ze juist heel
goed begrepen waar het om gaat? Had ze daarom het evangelie afgewezen?
Ik kreeg geen kans deze vragen met haar te bespreken. Het is me wel
blijven bezighouden.
Hadden trouwens de andere hoorders de bedoeling van Fil. 3 wel
begrepen? En ik zelf? Is Christus werkelijk alles voor ons, op de
manier zoals God Hem gegeven heeft? Is alles daarom vuilnis voor ons?
Zo ja, hoe? Maak ik de radicale keus voor Christus? Verkondig ik het
evangelie zo dat de hoorders tot die keus worden uitgedaagd en haar als
bevrijdend ervaren?
Lees meer: Alles is afval
Ds. J.G. Kortleven, predikant van de roepende kerk van Stadskanaal, opent de vergadering.
Een gedeelte van de vergadering wordt bijgewoond door deputaten naar art. 49 van de Kerkorde.
Als deputaten zijn aanwezig de predikanten A. Brons, G. van de Groep en
W. J. Quist. Ook zijn aanwezig twee afgevaardigden van de Gereformeerde
Kerk vrijgemaakt te Veendam, te weten de brs. K.W. Dikkema en G.
Kruizinga.
Ds. J. Bosch, de nieuwe predikant van de kerk van Groningen is voor het
eerst op deze vergadering aanwezig. Extra aandacht wordt gegeven aan
het beroep dat de gemeente van Delfzijl uitbracht op kandidaat W. de
Bruin.
Als openingslied zingen we psalm 139 : 1 en 9. Uit de Bijbel wordt
gelezen Exodus 3: 1 - 6. Ds. Kortleven houdt een korte meditatie naar
aanleiding van het 5e vers.
Hierna gaat hij voor in gebed en wordt er nog gezongen uit psalm 8: 7, 8, 9 en 11.
Op 9 maart 2009 zijn Sjouke van der Meulen (kerkelijkwerker) en Ieme
Rein van der Velde (maatschappelijk werker) en ondergetekende gestart
met een lotgenotengroep verlies en rouw. Centraal staan de geopende
Bijbel en het wijzen op de goede Herder. De Bijbel staat vol
voorbeelden over hoe God mensen troost.
Voor wie zijn de bijeenkomsten geschikt?
? voor mensen die verlies een plaats willen geven in hun leven
? voor hen die met pijnlijke gevoelens willen leren omgaan
? voor diegene die de draad van hun leven weer willen oppakken
? voor mensen die op zoek zijn naar een doel in hun leven
Verlies is een onderwerp dat ontzettend breed kan worden getrokken in
het leven van een mens. Je kunt bv. een geliefde verliezen door ziekte,
ongeluk of scheiding. Je kunt je werk of gezondheid verliezen. Het
aardse leven is een tijdelijk leven, waarin verlies een gebeuren is,
waar we allemaal mee te maken krijgen.
Verlies en rouw, hoe gaan wij er als kerk, als ?broeders en zusters?
mee om? Wordt het verlies altijd wel gesignaleerd en zijn we er ons
bewust van, hoe breed dit thema is en wat voor impact het heeft in dit
leven?
Hoewel we in een gebroken wereld leven, doen we er alles aan lijden en
verdriet zoveel mogelijk te beperken. Wij willen niet steeds de pijn en
het verdriet van anderen zien.
Lees meer: Verslag lotgenoten rouwverwerking bijeenkomsten Nieuwe Pekela
God leren kennen. Volgens de Gereformeerde belijdenis (artikel 2 van de
Nederlandse Geloofsbelijdenis) zijn daar twee middelen voor. De eerste
is de schepping, onderhouding en regering van de wereld en de tweede is
het Woord van God. God leren kennen door de schepping door goed te
kijken, daarover gaan deze drie artikelen. Na het eerste artikel over
een fictief praktijkvoorbeeld en het tweede artikel over Bijbelse
voorbeelden gaat dit artikel over de verhouding tussen het kijken in de
schepping en het lezen van het Woord.
Het staat er in artikel 2 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis heel duidelijk en krachtig. Wij
kennen God ten eerste door de schepping, onderhouding en regering van
de hele wereld. Want de schepping is voor ons een prachtig boek, waarin
alle schepselen, groot en klein, ons laten zien wat van God niet gezien
kan worden, namelijk zijn eeuwige kracht en goddelijkheid. Dit is
voldoende om mensen te overtuigen. Vooral dat laatste zinnetje spreekt
krachtige taal, het boek van de schepping is voldoende om mensen te
overtuigen. Daar belijdt de kerk nogal wat! Voor mij zelf was
het een aantal jaren geleden een nieuwe ontdekking, dat bij de
opsomming in artikel 2 het boek van de schepping als eerste wordt
genoemd en dat er van dat scheppingsboek wordt gezegd dat het voldoende
is om mensen te overtuigen. Toch blijkt in de praktijk dat, als je
zoveel nadruk op het scheppingsboek legt, anderen hun wenkbrauwen
fronsen. Doe je op deze manier het Woord van God niet tekort? De
kerkmensen uit het eerste artikel, die teleurgesteld reageerden op de
excursie tijdens de eredienst van dominee Kijk in de Vegte konden zich
wel eens in een groot gezelschap bevinden.
Lees meer: God leren kennen in de schepping (3)
Op vrijdag 4 juli 1862 gingen vijf mensen in Oxford roeien op de
Theems, twee mannen en drie meisjes. E?n van de mannen was Charles
Lutwidge Dodgson, lector wiskunde en een halve geestelijke die soms
preekte. Hij is tot op de dag van vandaag wereldberoemd onder zijn
schrijversnaam Lewis Carroll. E?n van de meisjes was de tienjarige
Alice Liddell. De andere twee meisjes waren haar zussen van 13 en 8
jaar.
Tijdens de roeitocht verzon en vertelde Dodgson de avonturen van Alice
in Wonderland. Het verhaal was bestemd voor Alice die de favoriet van
Dodgson was. De Alice uit het verhaal is 7 jaar. Alice Liddell smeekte
de verteller om zijn verhaal voor haar op te schrijven. Dat deed hij in
getekende drukletters en door hem zelf ge?llustreerd. Dit unieke,
handgeschreven exem-plaar werd het uitgangspunt voor de verschijning in
1865 van Alice?s Adventures in Wonder-land.
Doelgroep
Voor wie schreef Carroll dit boek? Voor kinderen vanaf 7 jaar of vanaf
10 jaar? Voor het eer-ste pleit dat de Alice in het verhaal 7 jaar is.
Maar de Alice aan wie het verhaal werd verteld, was 10 jaar. Dat pleit
voor het tweede. Of is het voor jongeren van 13 jaar en ouder, omdat
het verhaal in boekvorm verscheen toen Alice Liddell 13 jaar was?
Volgens Martin Gardner is het vooral een boek voor volwassen lezers.
Hij lijkt recht van spreken te hebben, want hij heeft zich intens met
het boek beziggehouden. Met als resultaat een boek met de naam:
Aantekeningen bij Alice.
Lees meer: Verwondering in Wonderland