Gelukkig zijn en goed leven, dat is onze bestemming als mensen. Zo’n ‘vervuld’ leven komt niet alleen tot uiting als we lastige beslissingen moeten nemen, maar ook en vooral in het alledaagse, gewone leven. Daarover heeft dr. Pieter Vos een mooi boek geschreven: Het goede in het gewone leven.

 

Altijd is over vragen rondom gelukkig leven nagedacht. In de traditie waarin wij staan, is daarbij veel nadruk gelegd op de geboden van God: als we goed en gelukkig willen leven, moeten we daaraan gehoorzaam zijn. Protestantse schrijvers bespraken deze geboden doorgaans aan de hand van de tien geboden die God bij de Sinaï aan Israël heeft gegeven.

 

Vlak voor we op vakantie gingen moest ik in aller haast een nieuw paspoort aanvragen. Het oude was nergens te vinden, maar binnen een week mocht ik een nieuw exemplaar ophalen. Dus had ik nu een paspoort met onbeschreven bladzijden. Een jaar of twintig geleden hadden we vier tieners mee op vakantie en ook zij moesten daarvoor een nieuw paspoort aanvragen. Het plan werd opgevat om zoveel mogelijk grenzen over te gaan – daarvoor bepaalden de jongens met de kaart op schoot de route – en zoveel mogelijk stempels te verkrijgen – daarvoor moesten de meiden soebatten bij de diverse grensbeambten, voor zover die er waren. Want toen al waren er open grenzen tussen veel Europese landen en was grenscontrole niet overal aan de orde. Het lukte en in hun paspoorten prijkten vele bewijzen van die ‘grensoverschrijdende gedragingen’.

In het vorige artikel schreef ik over de eerste wortels van de gereformeerde kerken in Brazilië die teruggaan naar de tijd van de Reformatie. In dit artikel maak ik een sprong naar het begin van de twintigste eeuw.

 

Daar ligt het begin van een klein gereformeerd kerkverband waarmee onze kerken verbonden zijn. Het begin van dit kerkverband lijkt enigszins op hoe het in de dagen van de Reformatie begon.

 

Vorige week vierde onze hoofdredacteur zijn veertigjarig ambtsjubileum. Deze heugelijke gebeurtenis is een mooie aanleiding voor een gesprek over het predikantschap, het zendingswerk en de situatie in ons kerkverband. 

 

Hoewel het zendingswerk en doceren aan de universiteit te Apeldoorn zijn hart heeft, voelt dr. Jan van ’t Spijker zich allereerst predikant. Hij is dienaar van het Woord geworden om het evangelie te vertellen en mensen mee te nemen naar het Woord van God. ‘Prachtig om te zien wat God doet in het leven van mensen, hoe Hij in mensenlevens aanwezig is.’ Het predikantschap is volgens hem het mooiste beroep dat er is. ‘Je mag een werktuig, een instrument zijn tussen God en mensen. Tegelijkertijd is dit ook het moeilijkste beroep, omdat je in heel moeilijke en verdrietige situaties wordt betrokken.

 

Ieder jaar wordt er door de Raad van Kerken te Dokkum een minikerkenpad georganiseerd voor leerlingen van groep zeven of acht van de basisscholen. Zowel christelijke als openbare scholen doen mee.

 

Vier kerken openen op een ochtend hun deuren om deze leerlingen te ontvangen. Dit jaar waren het de volgende kerken: de Rooms-Katholieke Kerk (bij de Bargemerk), de Martinikerk (PKN) aan de Grote Markt, de Herberg (PKN) en de Christelijke Gereformeerde Kerk De Oase.

 

Commentaar

  • Je eigen bijbeltje 2025-10-24 07:32:22

    Zeven jaar oud was ik, bijna acht. Ik herinner me nog goed dat ik naar voren mocht komen in de...

  • Privé 2025-10-11 07:31:53

    Vanaf het begin van deze maand is op tv de documentaire Sextortion te zien. Bij sextortion wordt...

  • Omdat we gezonden zijn … 2025-09-27 07:43:17

    Ik was weer in Indonesië, samen met vier studenten van de Theologische Universiteit Apeldoorn....

  • Aan Zijn voeten 2025-09-13 08:17:13

    Over de kerk is er nogal wat te doen, zeker over onze kerken, de Christelijke Gereformeerde...