Kerstverhaal
Ik leef in een mooi land. Overal bergen, waterbronnen, vruchtbomen. Het is heerlijk om de bergen in te gaan. ‘s Nachts heeft het iets geheimzinnigs, je ziet dan een prachtige sterrenhemel. Ik kan daar heel lang naar kijken. Natuurlijk hebben we ook grote steden. Daar werk ik soms. Dan kom ik wel een maand lang niet thuis. Wij wonen in een dorp aan op de grens met Irak. In ons dorp kennen alle mensen elkaar. We hebben onze eigen taal. We zijn een apart volk, maar we zijn bij het regiem niet geliefd. Vroeger mochten we onze eigen taal niet eens spreken. Onze taal is heel belangrijk. We zingen ook graag. Veel dingen doen we samen.