Het apocriefe (verborgen) Bijbelboek Tobit speelt zich af in de tijd van de ballingschap. De hoofdpersonen zijn Tobit en zijn zoon Tobias. Net zoals zovele andere volksgenoten van het tienstammenrijk van Israël zijn vader en zoon ten tijde van Sanherib in 721 voor Chr. gedeporteerd naar Ninivé, de hoofdstad van het rijk van de Assyriërs.

 

Tobit is een godvrezende Jood, die zich ook in Ninivé verre houdt van afgoderij en probeert zo veel als mogelijk is zich te houden aan de Joodse leefregels. Als hij ziet dat een lichaam van een Israëliet buiten de muren van Ninivé wordt gegooid dan begraaft hij het (Tob.1,17).

Mag je onbekommerd genieten van welvaart? Wat zegt de Bijbel over ons consumptiepatroon en ons koopgedrag? Hoe werd in het verleden gedacht over omgang met geld en goed? Mag een christen schulden maken? Wat moet de houding van kerk en gelovige zijn ten opzichte van wie in armoede leven?

 

Dr. J.P. de Vries, theoloog en oud-hoofdredacteur van het Nederlands Dagblad, heeft een mooi boek samengesteld over dergelijke vragen. Hij bespreekt deze vragen in het licht van de Bijbel, in een negental hoofdstukken. Wat hij eerder daarover heeft gepubliceerd, heeft hij enigszins bewerkt en hier samengebracht. Ik geef hieronder enkele gedachten uit dit boek door.

 

Allereerst wordt betoogd dat de Bijbel richtlijnen geeft voor onze omgang met geld en goed. De theologie kan en mag het terrein van de economie daarom niet links laten liggen. Weliswaar kan zij niet heel concrete economische aanwijzingen geven, en moet zij zich beperken tot algemene normen. Wat de desbetreffende bijbelse richtlijnen in de praktijk kunnen betekenen, moet door ter zake deskundige economen verder moeten worden ingevuld. Toch kan zij helpen in de bezinning op dit terrein, en dienstbaar zijn aan kerk en gelovige. Zij kan bovendien in de samenleving een kritisch geluid laten horen.

 

Zij die het woord van vrede verkondigen, zullen kinderen van God genoemd worden (Mat.5,9). De discipelen die de wereld in zouden gaan als vredestichters, zouden veel ellende moeten meemaken. Zij zouden daarmee de weg gaan die ook de Meester moest gaan.

 

Christus is de grootste Vredestichter. Zo is ook zijn naam. Jesaja maakte die naam bekend (Jes.9,5): de koning van alle vredestichters. Daarom zingen we op het kerstfeest over de Vredevorst die de vrede kan gebieden 'op aarde en in mijn ziel' (Gez. 26:3 LvdK). Hij kwam om onze voeten te richten op de weg van de vrede (Luc.1,79). Zo bracht Hij sjaloom tussen God en mens, en ook tussen mensen onderling. Hij brak de muur af die scheiding maakte tussen mensen. De engelen zongen in de kerstnacht over vrede op aarde. Hoe deze vredestichter is behandeld, is duidelijk. Hij werd geslagen en mishandeld, bespot en bespuwd, vals beschuldigd en veroordeeld, en gekruisigd. Omdat dat met Hem is gedaan, kunnen de zijnen niet rekenen op een andere ontvangst. Op die situatie bereidde Christus Jezus zijn discipelen voor.

 

Thuis. Een plek waar je jezelf mag zijn. Zonder opsmuk. Zonder bedreiging. Je hoort er helemaal bij. Dat is niet vanzelfsprekend. Gelukkig zijn er overal mensen die anderen die erbuiten vallen welkom willen heten. Welkom thuis! We staan in drie artikelen stil bij de hulpverleningszondag en bij twee ‘thuis’projecten, die we dan met collectes steunen.

 

Hulpverleningszondag

De eerste zondag van februari is in de Christelijke Gereformeerde Kerken ‘Hulpverleningszondag’. Dit jaar valt deze op 2 februari. Nadat in 1953 een groot deel van ons land getroffen werd door de watersnoodramp, collecteerden onze kerk voor de noodhulp aan de getroffenen. De hulpverleningszondag werd toen in het leven geroepen.

Een ramp kan overal gebeuren. Ieder mens is zich dat min of meer bewust. Maar als een ramp in je directe omgeving plaatsvindt, maakt dat indruk. Wat is goede hulp dan onmisbaar.

 

Hoe word je dovenpastor? Vaak hebben mensen dat gevraagd. Heb je doven in je familie? Nee, toen niet. Nu wel, omdat mijn vrouw in 2016 plotsdoof geworden is. 

 

Dankbaar ben ik voor de leiding van de Here God in mijn leven. Hij heeft me laten groeien in het predikantschap. Hij heeft me van begin af aan klaar gemaakt voor het dovenpastoraat. 

 

In de Christelijke Gereformeerde Kerk van Arnhem mocht ik leren predikant te worden. In het tweede jaar in Arnhem kwam ik al in aanraking met doven. Er moest een Interkerkelijke Commissie voor het dovenpastoraat in die omgeving opgericht worden. Daar werd ik bij betrokken. Al gauw kwamen er doven op bezoek bij ons thuis. Die zeiden: U heeft zo’n goed mondbeeld. En u spreekt rustig en duidelijk. We kunnen u goed volgen. Wilt u ons alstublieft komen helpen met het leiden van kerkdiensten.  

 

Commentaar

  • Storm in de CGK 2025-07-04 17:44:42

    De afgelopen jaren en zeker de afgelopen maanden en weken zijn voor onze Christelijke...

  • Hellend vlak 2025-06-21 09:25:10

    Net als veel anderen denk ik met weemoed terug aan vroegere tijden. Binnenkort word ik...

  • Zien en zijn 2025-06-07 08:46:46

    Ik worstel ermee. Onlangs hoorde ik twee uitdrukkingen die me sindsdien bezighouden. Het ging over...

  • Eeuwig dankbaar 2025-05-24 07:16:04

    Doetinchem heeft zich mooi op de kaart gezet. Dit jaar vierde koning Willem-Alexander zijn...