Daar staat ze.
Een haarlok bedekt een gedeelte van haar gezicht. Ze merkt het niet. Haar ogen zijn gesloten.
Haar handen in een teer gebaar gevouwen, alsof ze iets kostbaars vasthoudt.
De dagen zijn kort en de nachten lang. De zon heeft zich al dagen lang verstopt achter een grijze mantel. Advent is begonnen.
In de supermarkten liggen kerststollen en suikerbrood verleidelijk uitgestald.
Kalkoenen hebben zich bij hun lot neergelegd, of hangen naakt aan hun poten in de koelcellen. Nog eenmaal zullen ze op temperatuur komen, om daarna voorgoed te verdwijnen.
In veel kerken worden tijdens de diensten adventskaarsen ontstoken. Er wordt gepreekt over bekende- of minder bekende teksten.
En ik?