Maar Ik zeg u … Wees betrouwbaar (2)
In zijn vierde antithese vergelijkt Jezus lichtvaardig zweren met een werk van de boze (Mat.5,33-32). Een eed mag niet je mag breken. Maar Jezus beperkt zich in deze antithese niet tot het zweren van een eed. Kinderen van het koninkrijk moeten in alles wat ze zeggen betrouwbaar zijn.
Met een eed bevestig je een uitspraak. Je roept God erbij als getuige. Jezus onderstreept echter dat kinderen van het koninkrijk altijd betrouwbaar moeten zijn in hun spreken. En als je betrouwbaar bent in wat je zegt, heb je uiteindelijk geen eed nodig. Daarom zegt Jezus dat de zijnen maar helemaal geen eden moeten zweren. 'In het geheel niet', zo voegt Jezus eraan toe (Mat.5,34a).