Ik ben geboren in een klein dorpje. Ongeveer twintig huizen, en ieder kende iedereen. Ons hele dorp ging zondags naar de kerk. En als je ’s avonds een rondje liep, klonk uit menig huis orgelmuziek.

Moeders breiwerk bleef in het mandje boven op de nog ongestopte sokken liggen. Soms deden we een spelletje en af en toe, als vader niet te moe was, las hij ons voor.

Mijn vader had een mooie voorleesstem. Hij was op een reciteervereniging geweest. Daar deden ze voordrachten en vertellingen.

Het verhaal dat mijn vader las, ging over de oorlog. Hoewel ik in de oorlog geboren ben, kon ik me daar als zesjarige niet veel bij voorstellen.

Kwam het door de stem? De uitdrukking op het gezicht van vader? Hijzelf was in de oorlog tegen de Duitsers in een gevangenkamp terecht gekomen.

Ik weet het niet. Wel dat beelden zich aan mij opdrongen.

 

In zeven hoofdstukken schetst Paas de positie van de christelijke gemeente in onze seculiere samenleving. Zijn visie op de christelijke missie in onze postchristelijke omgeving vat hij als volgt samen: kleine gemeenschappen kunnen beter aan gemeenteopbouw doen dan grote gemeenten. Het draait daarbij om luisteren naar God en betekenisvolle relaties met de omgeving en een realistische en theologisch verantwoorde benadering van evangelisatie en dienstbaarheid. Dit alles wordt bij elkaar gehouden door en ontvangt zijn betekenis vanuit de lofprijzing aan God.

Deze kijk op de kerk en haar missionaire roeping baseert Paas op een zorgvuldige studie van belangrijke bijbelse gegevens. Hij geeft veel aandacht aan de ballingschap van Israël in Babel. Gods volk moest in kwetsbare omstandigheden leren vertrouwen op zijn God die ook de God van Babel is. Het moest leren leven vanuit de toekomst die God in voorbereiding heeft.

‘Simon, Simon, weet dat Satan jullie voor zich heeft opgeëist om jullie als graan te mogen zeven. Maar ik heb voor je gebeden opdat je geloof niet zou bezwijken. En als jij eenmaal tot inkeer bent gekomen, moet jij je broeders sterken.’ Simon antwoordde: ‘Heer, ik ben zelfs bereid om met u de gevangenis in te gaan en te sterven.’ Maar Jezus zei: ‘Ik zeg je, Petrus, deze nacht zal de haan niet kraaien voordat je driemaal geloochend hebt dat je mij kent’ (Luk.22:31-34 NBV).

Zelfoverschatting is velen van ons niet vreemd. Ook Petrus had er last van. Hij dacht dat hij zijn Heer altijd trouw zou blijven. Maar het liep anders. Hoogmoed kwam voor de val.

In dit paasnummer staan we stil bij Petrus in zijn relatie tot Jezus Christus. We zoemen in op diverse momenten rond het lijden, sterven en opstaan van Christus. In dit nummer vindt u daarover zowel meditaties als vertellingen. Maar ook staan we stil bij Petrus’ pastorale vermaningen in zijn brieven. Daarin gaat hij in op het thema lijden.


Petrus de durfal. Die rond Jezus’ gevangenneming echter compleet onderuit gaat en in een identiteits- en geloofscrisis raakt. Gelukkig voor hem blijft het daar niet bij. Gelukkig ook voor ons. Want Petrus’ hoogmoed, zwakheid, verraad en halfslachtigheid zijn immers ook die van ons? Als er hoop is voor Petrus, dan ook voor ons.

 

Ik, Petrus, weet het nog precies. Toen we met z’n elven uit Jeruzalem naar de hof van Getsemane liepen, was ik al zo moe. Er was ook zoveel gebeurd die dag. Ik voelde gewoon dat deze nacht in Getsemane anders zou zijn dan alle andere nachten. Ik hoor het Hem nog zeggen: 'Ik ga de hof binnen om te bidden. Blijf hier en wacht op Mij. Alleen Petrus, Johannes en Jacobus gaan met Mij mee.'

Mijn hart bonsde. Wat zou hier gebeuren? Midden in de nacht in deze donkere hof? Waarom moesten we eigenlijk mee? Als Jezus ging bidden dan wilde Hij toch altijd alleen blijven? Weer bleef Jezus staan en toen zei Hij zacht: 'Mijn hart is vol verdriet. Wacht hier, en blijf met Mij wakker.' Hij keek ons aan en wij wachtten of Hij nog meer zou zeggen, maar er kwam Hem geen woord meer over Zijn lippen. Nog nooit had ik Hem zo gezien. Het was net alsof Hij niet verder durfde. Plotseling keerde Hij zich om en ging verder de hof binnen. Het was net alsof Hij tegen zijn wil bij ons vandaan liep. Hij ging niet ver. Ik zie het nog voor me. Op een plek waar het licht van de maan tussen de bomen door scheen, boog Hij zich naar de grond en begon te bidden. Ik hoorde z’n geluid, maar kon Hem niet verstaan. Het was net alsof een zieke kreunde, die zijn pijn niet kon dragen. Ik en de andere twee discipelen durfden niks te zeggen. Hij kroop door het stof en Zijn hoofd raakte de grond. Dit was nu onze Meester, de Messias. Die de blinden de ogen opende en Die Lazarus uit het graf riep… En toen hoorde ik Hem roepen: 'Mijn Vader, als het mogelijk is, laat deze lijdensbeker Mij voorbijgaan. Maar niet wat Ik wil, maar zoals U het wilt.'  Toen werd het stil.

Commentaar

  • Post 2024-04-06 07:36:05

    De laatste tijd valt het mee, maar het komt regelmatig voor dat de post wat vertraging heeft....

  • Lijdenstijd 2024-03-23 18:53:26

    Met de lijdenstijd lijkt onze samenleving niet uit de voeten te kunnen. Hoe anders is dat met...

  • Leipzig en Navalny 2024-03-07 19:01:01

    Vorige week waren mijn vrouw en ik een paar dagen in het voormalige Oost-Duitsland op bezoek bij...

  • Convent 2024-02-22 17:59:53

    Het kan je haast niet ontgaan zijn. Het convent dat op DV 20 april 2024 door deputaten...