Het verhaal over de voorzegging van de zondvloed (Gen. 6, 1-7) prikkelt ons voorstellingsvermogen: 'zonen van God', die bij de 'dochters van mensen' komen, die hun vervolgens – dus aan die godenzonen – kinderen baarden. Dit resulteert in reuzen tevens geweldenaars. De vermelding binnen het gehele raam van slechtheid, kwaad en geweld is zonneklaar en mede één van de aanleidingen voor de aangekondigde zondvloed.

Deze 'godenzonen' zijn gevallen engelen, in ons spraakgebruik: demonen. Nu kan iedereen begrijpen dat geestelijke wezens zoals demonen geen lichamelijke gemeenschap met mensenvrouwen kunnen hebben en dat zij dus ook niet door enig lichamelijk verlangen kunnen zijn aangedreven. Er moeten dus duistere redenen achter zitten, waarom zij deze boosaardige reuzen wilden voortbrengen; overigens uitsluitend bij de vrouwen die in hun slechtheid en contacten met de geestenwereld daarvoor openstonden.

Christus troont naast de Almachtige. Met goddelijke majesteit. Maar ook als mens, met een verheerlijkt lichaam. Onvoorstelbaar. Teken van macht en glorie. Voor elke gelovige een rijke troost en een geweldig houvast: Hij blijft met zijn koningsmacht zijn erfdeel trouw bewaren.

 

Die waardigheid heeft onze Heiland zichzelf niet toegekend. Hij is door zijn Vader daartoe geroepen nadat Hij al het werk had gedaan dat Hem was opgedragen. Zo ontving Hij een 'naam boven alle naam' (Fil. 2, 9). In de hemelse gewesten is Hij nu 'hoog boven alle hemelse vorsten en heersers, alle machten en krachten en elke naam die genoemd wordt, niet alleen in deze wereld maar ook in de toekomstige' (Ef. 1, 21). Met heerlijkheid en eer gekroond (Heb. 2, 9).

 

Als gemeente bij elkaar komen voor gebed op de tweede woensdag van maart doen we in Nederland sinds ca. 1600. Dat is in het algemeen een gewoonte geworden. Er zijn redenen om wat vraagtekens bij deze gewoonte te zetten. Wat mij betreft is het een goede gewoon­te, maar goed om eens na te den­ken over de inhoud van deze gebedsdienst.

 

Ik ben zelf opgegroeid in een agrarische gemeente: daar was biddag een doordeweekse kerkdag. Op de zondagse tijden waren er op woensdag kerkdiensten. Behoorlijk trouw kerkbezoek, je had vrij van school, men nam een dag vrijaf. Toen ik vijftien jaar geleden in het Nieuwegeinse kwam, was daar niet de ge­woonte om een doordeweekse biddagdienst te houden, maar dat in de daarop­volgende zon­dag­mor­genkerkdienst te doen. Dit is tekenend voor het verschil tussen stedelijke en plattelands­ge­meen­ten. Er worden in het algemeen minder doordeweekse biddagen belegd. Er is ook een ten­dens om de thematiek breder te maken dan ge­was en arbeid; dat ondergraaft de reden om afzonderlijk sa­men te komen. Dat­zelfde doe je ook als zo’n biddagdienst zich nauwelijks onderscheidt van een zon­dag­se kerkdienst. Daarnaast voelen we de noodzaak van gebed voor ons dagelijks brood minder sterk. Want in onze westerse samenleving hebben we de voedselvoorziening aardig goed voor elkaar en denken dat ons gebed vooral voor het dagelijkse brood in derde wereldlanden noodzakelijk is.

 

De classis Leeuwarden vergaderde op donderdag 18 februari in Drachten. We zijn de dag begonnen met een Bijbelstudie uit Romeinen 1. Na een korte inleiding gingen we uiteen in groepjes om door te spreken over dit gedeelte.

Naast de reguliere verslagen naar artikel 41, hebben we afscheid genomen van twee predikanten die het ressort van onze classis verlaten. De attestaties zijn aan ds. W.A. Capellen uit Drogeham en ds. C.C. den Hertog uit Surhuisterveen meegegeven met een hartelijke groet en woorden van dank voor wat ze in onze classis mochten betekenen. We hebben voor hen gebeden en de zegen van God meegegeven voor hun taak elders.

Net zomin als een arts verantwoord kan handelen als hij niet weet wat er aan de gezondheid van iemand schort, kan een manager verantwoord ingrijpen en een plan maken als hij niet helder heeft wat het probleem is dat moet worden aangepakt.

 

Een ding is duidelijk: primum non nocere, zoals het in de geneeskunde heet (het eerste is: geen schade toebrengen, red.).

Er moet worden voorkomen dat er door de interventie schade ontstaat in plaats van verbetering. Natuurlijk, een arts moet soms schade toebrengen om genezing te bevorderen – zachte heelmeesters maken stinkende wonden – maar het doel blijft dat iemand er beter van wordt. Maar wat is verbeteren?

 

Commentaar

  • Nieuw leven 2024-04-19 17:47:34

    In januari begint het al: het wordt weer langer licht en de sneeuwklokjes gaan bloeien, en even...

  • Post 2024-04-06 07:36:05

    De laatste tijd valt het mee, maar het komt regelmatig voor dat de post wat vertraging heeft....

  • Lijdenstijd 2024-03-23 18:53:26

    Met de lijdenstijd lijkt onze samenleving niet uit de voeten te kunnen. Hoe anders is dat met...

  • Leipzig en Navalny 2024-03-07 19:01:01

    Vorige week waren mijn vrouw en ik een paar dagen in het voormalige Oost-Duitsland op bezoek bij...