Zomergasten (1)
Elk jaar zijn er miljoenen Nederlanders die in de zomer op vakantie gaan. Eropuit naar Frankrijk, Duitsland, of lekker kamperen in eigen land. Maar er zijn ook heel wat mensen die niet op de zomervakantie hoeven te wachten om op vakantie te kunnen. Mensen met een seizoenplaats op een camping, een stacaravan, een chalet zijn vaak van april tot oktober in elk geval in de weekenden op hun vakantieadres te vinden. In deze zomerserie portretteren we drie stellen die in het zomerseizoen vele weken of weekenden achter elkaar te gast zijn in een andere plaats en vaak ook in een andere kerkelijke gemeente. Vandaag het verhaal van de familie Jellema uit Zwaagwesteinde.




In de eerste drie hoofdstukken schetst Kant de ontwikkeling van het anti-judaïsme en het antisemitisme door de eeuwen heen. Om in het vierde hoofdstuk de protestantse nazi-ideologie in Duitsland te bespreken. Men wilde een Duitse kerk die van Joodse smetten vrij was. Verder wilde men ook de Bijbel zuiveren en werd ontkend dat Jezus een Jood was. De Joden werden gitzwart afgeschilderd en beschuldigd van corruptie en machtswellust. Ze zouden een gevaar vormen voor de wereldvrede en voor het welzijn van Duitsland. Naar de overtuiging van Kant vloeiden deze opvattingen logisch voort uit het eeuwenoude anti-judaïsme en het daaruit geruisloos ontstane antisemitisme.
Op vakantie gaan, de weg zoeken. Wat kun je je dan blij en gerustgesteld voelen wanneer je een langverwachte wegwijzer tegen komt. Zitten we nog steeds op de goede weg? Zag jij het bord? Moeten we er hier af of de volgende afrit? Afijn, u kent het vast wel. Maar in dit stukje wil ik graag de nadruk leggen op koning David. Soms was hij de weg ook nogal kwijt.