Bezinning op ambten (1)
Onze westerse maatschappij is in de afgelopen decennia in rap tempo veranderd. Konden we halverwege de vorige eeuw nog spreken van een ‘christelijke’ samenleving, vandaag de dag is daar maar weinig van over. Natuurlijk heeft dat ook z’n gevolgen voor de plaats van de kerk in de samenleving. Het is daarom niet verwonderlijk dat vandaag de dag er stevig nagedacht wordt over de vraag wat het betekent om kerk te zijn. Hoe ben je kerk in een seculiere samenleving?
Een belangrijk aspect van deze herbezinning is het nadenken over ambten en leiders binnen de christelijke gemeente. Eeuwenlang zijn we gewend geweest om onze kerken te laten leiden door de predikanten, ouderlingen en diakenen, maar steeds meer klinkt de roep om hier opnieuw over na te denken. Principiële overwegingen kunnen hier aanleiding toe geven, maar ook heel praktische, zoals bijvoorbeeld de constatering dat het steeds lastiger wordt om de vacatures te vervullen. Onvermijdelijk komt in een dergelijk bezinning ook de vraag naar boven waarom we eigenlijk ambten hebben binnen de gemeente.




Hoi,
Gerda Leene werkt voor de organisatie ‘Terwille’ in Groningen. Afgelopen zomer heeft ze in Frankrijk gewoond, op de boerderij ‘Het gewone leven’, een opvangmogelijkheid voor meisjes en vrouwen die uit de prostitutie stappen. Gerda, lid van de kerk van Delfzijl, vertelt:
John Knox is de Hervormer van Schotland. Hij is onder ons nauwelijks bekend. Dat wordt anders voor de lezer van deze boeiend geschreven en gemakkelijk te lezen roman. Ik kwam onder de indruk van het veelbewogen leven van deze evangeliedienaar; een man met een slechte gezondheid, maar met een geweldig doorzettingsvermogen. Ogenschijnlijk was hij voor niemand bang, maar de werkelijkheid was anders. Toch deed hij ongelooflijke dingen, door de kracht van het geloof en in het vertrouwen dat God zijn werk deed door hem.
Wie hoor je vandaag de dag onder protestanten over ketters en ketterij spreken? We ademen het postmodernisme: van ‘waarheid bestaat niet’ tot ‘ieder mens heeft zijn of haar eigen waarheid’. Met de opmerking ‘dat is jouw mening’ wordt een serieus gesprek vermeden of om zeep geholpen.