Een goeie buur
In de meest buurten van Amsterdam kun je beter niet met een keppeltje over straat lopen. Te gevaarlijk. Openlijk Joods-zijn is niet vanzelfsprekend, ook niet in Nederland. Onlangs zat ik op terugreis uit Israël in het vliegtuig naast een Joodse man. Hij kwam daar niet gelijk mee, maar in het gesprek werd duidelijk dat hij Joods was. Zijn naam deed het ook al vermoeden. Hij vertelde dat hij sinds kort een woninkje in Amsterdam had. ‘Ik ben niet echt bang’, zei hij, ‘maar ik heb toch het naambordje van de vorige bewoner maar op de deur laten zitten’.




In het vorige artikel werd naar voren gebracht dat God bij ons binnen kan komen op momenten dat we stilgezet worden. Door een heftige gebeurtenis bijvoorbeeld.
We lezen enige verzen uit Deuteronomium 18 (1-8). Waarin het gaat over de positie van de stam Levi. Priesters en levieten hebben een bijzondere taak gekregen binnen het volk Israël. Door God aangewezen om volop te functioneren als dienaren van de verzoening en van de te onderhouden gemeenschap met de HEER. Dat nam zoveel tijd en aandacht in beslag dat ze hun agenda niet nog verder hoefde in te vullen met landbouw en veeteelt. Daarvan waren ze vrijgesteld. Maar op een lege maag kun je niet leven…