Catechese
Nog steeds is catechese in de eerste plaats overdracht van de geloofsleer aan doopleden van de kerk. Hoewel er in bijna al onze kerken regelmatig uit een van de belijdenisgeschriften gepreekt wordt (Heidelbergse Catechismus, Dordtse leerregels en Nederlandse Geloofsbelijdenis), vinden onze kerken het nog steeds noodzakelijk dat jongeren vanaf twaalf jaar duidelijk gemaakt wordt: wat geloof ik nou eigenlijk.
Wekelijks worden de jongeren uitgenodigd om samen met de dominee of iemand anders, daarvoor de nodige Bijbelkennis op te doen. Vijftig jaar of nog langer terug bestond catechese uit het van buiten leren van de catechismuszondagen. Tijdens de catechese moest je dan de vraag en het antwoord zonder te spieken opzeggen.
Daarna kwamen de boekjes van ds. J. H. Velema op de markt: Bijbel en belijden, die uitmondden in het laatste deel: Een levend lidmaat. Deze boekjes dienden als hulpmiddel voor het gesprek en tot het doen van openbare belijdenis. Maar hoe wordt er nu catechese gegeven? Is er verschil met vroeger?




‘Op veel punten ben ik het met atheïsten eens, vaak op bijna ieder punt – behalve in hun geloof dat God niet bestaat.’ Dit is de eerste zin van dit boek, waarmee de auteur meteen de toon zet. In het vervolg legt hij uit wat hij hiermee bedoelt, prachtig samengevat in de titel. Volgens hem is er fundamentele overeenkomst tussen een orthodoxe atheïst en een christen met een goedkoop geloof. Beiden hebben geen geduld met God, omdat ze een duidelijk beeld van Hem hebben: de één beweert dat Hij niet bestaat, de ander dat Hij er vanzelfsprekend wel is.
In het kerkelijk leven komt regelmatig de vraag terug hoe wij gebruik kunnen maken van de vrijwilligersregeling, die het mogelijk maakt om niet-gedeclareerde kosten bij de jaarlijkse aangifte voor de Inkomstenbelasting als giften op te voeren.