Waarheid aan het ziekbed
Hij heette Ebel. Hij was zo'n 20 jaar, enige en nog ongetrouwde zoon van een weduwe. Hij had pas verkering met een leuk meisje, verpleegster in het AMC te Groningen. Onverwacht kreeg hij een ernstige kanker. Hij werd erg ziek en opgenomen in het ziekenhuis. Zijn moeder verbood iedereen, ook mij, met Ebel te praten over het erge van zijn ziekte. De dokters konden niets meer voor hem doen. Het zou sterven worden.
Ik ging hem bezoeken. We praatten over van alles en nog wat, behalve over de ernst van zijn ziekte. Het waren geen echt fijne gesprekken. Na een paar bezoeken hield ik het niet meer vol. Voor mij was het of ik steeds zat te liegen aan zijn bed. Ik ging naar zijn moeder toe en zei haar, dat ik dit niet meer volhield, vol kón houden. Ebel had er recht op te weten, hoe het er bij stond. Ik deelde zijn moeder mee, dat ik er voor zou zorgen dat haar zoon zijn situatie te weten zou komen. Ze sputterde erg tegen, maar ik bleef bij mijn standpunt.