Karakterzonden en de schat in de akker (2, slot)
In het vorige artikel kwamen karakterzonden aan de orde. Neigingen zoals trots, jaloezie en gierigheid. Het zijn de zogenaamde hoofdzonden waarover de oudchristelijke kerk sprak. In dit woordgebruik is zonde niet zozeer een ‘ding’, iets dat je doet, maar een manier waarop je in het leven staat, een manier van (over)leven. Kunnen we van deze diep ingebakken, egoïstische neigingen los raken?
Onze mooie eigenschappen kunnen egoïstisch worden gebruikt, zo zagen we eerder. Dit misbruik vind plaats om gewaardeerd te worden, of omwille van veiligheid of macht. Zo is behulpzame Marie snel bemoeizuchtig. Ze moet en zal zichzelf geliefd en onmisbaar maken door voor anderen te zorgen.




Sinds een aantal jaren geven we in Delfzijl een kennismakingscursus met het christelijke geloof onder de naam 'Aan Tafel!'.
Een christen leeft bij het Woord van God, zoekt in gebed zijn aangezicht en bouwt op zijn beloften. Juist ook in tijden van beproeving. Hij verlangt er naar Gods wil te doen en gehoorzaam te wandelen naar zijn aanwijzingen. Heilig en toegewijd. Als discipel volgt hij Jezus na, met vallen en opstaan weliswaar, maar toch, hij zoekt naar een leven in overeenstemming met de wil van zijn Heiland. Dat alles vraagt om geestelijk leven, een leven met en voor God. In deze serie willen we jou en onszelf daarin opbouwen.