Afgelopen zomer waren we op vakantie in Thüringen, een deelstaat in het voormalige Oost Duitsland (DDR). We hebben daar onder anderen een zogenaamde Lutherweek meegemaakt. Dit hield in, dat we vanuit ons vakantiepark in Engelsbach diverse uitstapjes met een gids hebben gemaakt naar die plaatsen waar herinneringen aan Luther liggen: Erfurt, Eisenach, Schmalkalden, Steinbach, De Wartburg, enzovoort.

 

De aanzetten die Bonhoeffer heeft geschreven voor een ethiek zijn bijzonder inspirerend. Ze bieden veel diepe en rijke gedachten. Dat zijn vooral gedachten over de kern van het christen-zijn, over schuld, rechtvaardiging en vernieuwing, over kerk en wereld, over de vraag naar goed en kwaad, en de taak die we in het algemeen hebben in de wereld.

Af en toe wordt in deze aanzetten een concreet onderwerp aan de orde gesteld. Een voorbeeld daarvan is de vraag naar zelfmoord. Maar dat is een uitzondering. Vooral houdt Bonhoeffer zich bezig met grondvragen zoals de vraag naar echt mens-zijn en de structuren van menselijk samenleven. Wat mij in het bijzonder aanspreekt is de plaats die Christus in deze aanzetten inneemt. Daarover zou veel gezegd kunnen worden. In een kort bestek van twee artikelen is dat niet mogelijk. Daarom noem ik slechts een enkel punt.

 

Enige tijd geleden deed dhr. Henk Schaafsma de oproep om christelijke waarden steeds weer te doordenken en te vernieuwen. Schaafsma nam afscheid van Christennetwerk-GMV en zei dit richting kerken en christelijke organisaties. “Als je het niet doet, lopen de leden weg”, aldus Schaafsma.

Schaafsma’s oproep om waarden steeds te doordenken en te vernieuwen, roept bij mij enerzijds herkenning op, maar anderzijds ook vragen.

Bij de Christelijke Agrarische Hogeschool in Dronten ben ik de afgelopen jaren betrokken geweest bij het gesprek over kernwaarden. De opening van een tweede locaties in Almere, maakte het noodzakelijk om opnieuw na te denken over de identiteit van de hogeschool. Het gesprek over vragen als ‘wie zijn we en hoe willen we van betekenis zijn?’ hebben geleid tot een nieuwe merkbelofte van de CAH, de zogenaamde CAH-ID.

In mijn geboortedorp woonde een vrij aanzienlijke, ongehuwde, oude mevrouw. Ze heette Pieck en kwam uit een bekend geslacht, waaruit een wethouder en een burgemeester zijn voortgekomen. Ze was lid van de Hervormde kerk, behoorde tot de ´zware ligging´ en liep altijd diep in het zwart. Ze woonde in een grote villa, midden op de Hoofdstraat van ons dorp. In het midden was een grote voordeur met opzij elk twee grote ramen. Achter dit huis lag een flinke tuin. Mijn vader, die veel functies in ons dorp bekleedde, had nogal wat contacten met haar. Toen zij hoorde, dat ik theologie wilde studeren en predikant wilde worden, zei ze tegen mijn vader: ´Stuur uw zoon maar eens naar mij toe, ik heb wel wat theologische boeken voor hem.’

Het schip van de kerk vaart in woelige wateren. Enerzijds verslaat de secularisatie haar duizenden waardoor de kerk in een minderheidspositie is beland. Anderzijds gloort een missionair ontwaken, met een niet te tellen aantal initiatieven om ongelovige medemensen te bereiken tot gevolg. Wat zijn de kansen bij het krimpen van de kerk.

Ik wil voorop stellen dat de kerk van Christus is. Moedig belijden we al eeuwen met Art 27 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis: ‘Deze heilige Kerk wordt door God staande gehouden tegen het woeden van de gehele wereld, hoewel ze soms een tijdlang zeer klein is en tot niets schijnt te zijn geworden in de ogen der mensen.’ Die belijdenis geeft zekerheid en rust. Maar die belijdenis mag niet leiden tot passiviteit en lijdzaam afwachten, maar moet te meer dringen tot gedreven en geheiligde activiteit. Te vaak zien krimpende gemeenten passief en met lede ogen aan dat het leden- tal afneemt. Met een zucht schrijft men weer een gezin met kinderen uit, dat als reden opgeeft: ‘Omdat er te weinig aansluiting is voor onze kinderen, sluiten we ons aan bij….’. En dan volgt er de keuze voor een gemeente waar het allemaal ‘groeit en bloeit.’ Ook geografisch kan de omstandigheid van een gemeente veranderen. Pensionados en jonge gezinnen trekken uit de oude stadswijk naar een sub-urb in het groen. De natuurlijke achterban valt weg, een totaal nieuwe bevolkingsgroep vestigt zich in de wijk, bijvoorbeeld tal van allochtonen. Wat te doen? Moeten wij gemeenten die krimpen maar laten spartelen en als vanzelfsprekend als grote gemeenten de leden overnemen? Nee, zegt Wim van der Lee uit Rotterdam-Capelle, deze gemeenten moeten geholpen worden. Hij maakte een afstudeerscriptie over de problematiek van kerken die hun poorten moesten sluiten.

Commentaar

  • Nieuw leven 2024-04-19 17:47:34

    In januari begint het al: het wordt weer langer licht en de sneeuwklokjes gaan bloeien, en even...

  • Post 2024-04-06 07:36:05

    De laatste tijd valt het mee, maar het komt regelmatig voor dat de post wat vertraging heeft....

  • Lijdenstijd 2024-03-23 18:53:26

    Met de lijdenstijd lijkt onze samenleving niet uit de voeten te kunnen. Hoe anders is dat met...

  • Leipzig en Navalny 2024-03-07 19:01:01

    Vorige week waren mijn vrouw en ik een paar dagen in het voormalige Oost-Duitsland op bezoek bij...