{mosimage}Kerken in Nederland die geworteld zijn in de Reformatie en met name verwant zijn aan het gedachtegoed van Calvijn, hebben lange tijd de naam 'hervormd' of 'gereformeerd' gedragen. Vele gemeenten dragen nog steeds die naam. Volgens het woordenboek betekenen deze woorden hetzelfde. Maar in de praktijk van het dagelijks spraakgebruik wijzen zij op een verschillende traditie.

Sinds de doorwerking van de Reformatie in ons land droeg de kerk die een bevoorrechte positie had, de naam 'gereformeerd'. Maar in het begin van de negentiende eeuw ontvangt zij de naam Nederlands Hervormde Kerk. Vanaf die tijd krijgt het woord 'gereformeerd' een eigen lading. Het wijst dan vooral op hen die trouw willen blijven aan de beginselen van de Reformatie en bezwaren hebben tegen vrijere opvattingen in de Hervormde Kerk. Het moderne denken dat voortkwam uit de Verlichting, beheerste hervormde kansels en katheders. Het licht van de rede zou volgens dat denken moeten schijnen in de kerken en binnen de universiteiten waar predikanten worden opgeleid. Alom werd geleerd dat de mens van huis uit niet geneigd is tot kwaad en dat godsdienst niets anders is dan een streven naar deugdzaamheid. De prediking zou mensen moeten oproepen tot ontwikkeling van het eigen persoon-zijn. Het was alsof men de woorden zonde en straf, verkiezing en verwerping, heil en genade, hemel en hel niet meer kende. Het was dit denkklimaat in de Hervormde Kerk waarmee zij die trouw wilden blijven aan het erfgoed van de Reformatie, grote moeite hadden.

{mosimage}Uw wil geschiede, gelijk in de hemel alzo ook op de aarde.               
Matteüs 6:10


Uw wil geschiede. Zo beëindigen veel gelovigen hun gebed om genezing. Of als zij God vra-gen wat zij graag willen: gezondheid, een goed gezin, (behoud van) een baan, enz. Uw wil geschiede, voegen zij eraan toe, als uiting van overgave of van berusting. Zo bidden ook ambtsdragers met en voor mensen met problemen. Here, wij willen graag dat U deze mens verlost van zijn probleem, maar uw wil geschiede. Zo deed ik het ook, denkend dat Jezus ons zo leerde bidden.
Ik ontdekte dat dit een vergissing is toen ik moest preken over zondag 49. De uitleg die de Heidelbergse Catechismus van de derde bede van het Onze Vader geeft, is helder. Samengevat luidt hij als volgt: geef dat alle mensen uw wil gehoorzamen. In het Onze Vader gaat het dus niet over Gods onbekende wil, waarvan we hopen dat die samenvalt met onze wil. Jezus leert bidden om gehoorzaamheid aan Gods geopenbaarde wil.
Hoe kwam het dat ik dit niet had begrepen door de preken die ik over zondag 49 had gehoord? En hoe komt het dat hoorders van nu, ondanks preken over zondag 49, gebeden besluiten met de bede uw wil geschiede, denkend dat zij daarmee zeggen wat Jezus hun heeft voorgezegd?

{mosimage}Ouweneel schreef ‘Vijf olifanten in een porseleinkast’. Het voorwoord is van de hand van ‘EO-dominee’ Arie van der Veer. Ouweneel zet in dit boek de – ik zou haast zeggen – bekende meningsverschillen tussen christenen op een rijtje. Het boek is prettig leesbaar en zet zaken op een rij. Om welke vijf verschillen gaat het? De problematiek rond schepping en evolutie. De visie op homoseksualiteit. Hoe er wordt aangekeken tegen de vrouw in het ambt. En als nummer vier en vijf de Geestesgaven en de doop.

Ouweneel typeert deze vijf als the big five. In alle zoeken naar eenheid tussen de kerken dreigen deze vijf “de verschillende stromingen tegen elkaar op te zetten en steeds weer nieuwe kloven te slaan”. Doel van zijn boekje is om een bijdrage te leveren tot het beter begrijpen van elkaars standpunten. Daartoe geeft hij de verschillende opvattingen weer en doet hij een geslaagde poging de stand van het debat weer te geven. Kort stipt hij ook the small five aan. Weliswaar is bij deze vijf sprake van verschil van inzicht maar zij “lijken in de gangbare discussies toch een geringere rol te spelen.” Het betreft hier de visie op Israël, de leer van de alverzoening, de leer van de (niet-)verliesbaarheid van het heil, de visie op het occultisme (wat is nu wel of niet occult?) en tenslotte de visie op de islam.

{mosimage}“Want Ik zal water gieten op het dorstige, en stromen op het droge”.  Jesaja 44:3a (HSV)

Begin september is het een drukte van belang op het tempel terrein. Alle buren maken gepofte rijst en zoete banaan met kleefrijst gewikkeld in bananenblad. De volgende dag toch maar eens vragen wat de drukte was.
‘Oh’, zeggen ze, ‘gisteren was het de dag wanliangphie. Wat inhoudt dat de geesten van de doden naar de tempel komen om te eten. We moeten ze dus goed voorzien van eten, want, als ze niet genoeg te eten krijgen gaan ze niet terug maar blijven ze ronddolen en komen ze je achterna en kunnen ze je in het komende jaar knap lastig vallen.’

Nong Song Hong
Nong Song Hong, een klein districtshoofddorp in het zuiden van de provincie Khon Kean in het Noordoosten van Thailand. Midden op het platteland. Rijstvelden strekken zich uit zover je oog kan kijken, afgewisseld met een klein dorpje en een tempel. In oktober een lust voor het oog. Golvende rijstplanten wiegen in de zwoele wind. Honderd verschillende kleuren groen strelen het netvlies. Het goud van de tempeldaken verblind het oog. Hoe anders dan de rest van het jaar. Nadat de rijst in december geoogst wordt droogt het land op. De natuur wordt grijs en grauw. Alleen de kleur van de vogels en tempels blijven aanwezig. Het land snakt naar water.

{mosimage}Jezus' vraag aan de Samaritaanse vrouw bij de Jakobsbron is meer dan een vraag om wat water. Hij smacht naar haar geloof. Dat wil Hij drinken. Maar die vraag is ook een vraag van Augustinus aan Johannes en vooral aan Jezus zelf, en moet ook onze vraag zijn.

Onlangs is het eerste deel verschenen van de eerste volledige Nederlandse vertaling van de honderd vierentwintig verhandelingen van Aurelius Augustinus (354-430) over het evangelie volgens Johannes.
Deze verhandelingen zijn waarschijnlijk op doordeweekse dagen gehouden in de kerk van Hippo Regius (Noord-Afrika). Daar zijn zij door snelschrijvers opgeschreven. Mogelijk heeft Augustinus ook een aantal gedicteerd. Samen vormen ze een commentaar op het gehele evangelie.
De uitleg is anders dan wij gewend zijn. Voortdurend zoekt Augustinus in zijn verhandelingen naar de geestelijke betekenis van de tekst. Vaak verrast hij ons daarmee. De vraag is wel of hij daarmee altijd recht doet aan de schrifttekst. Hij heeft bijvoorbeeld weinig oog voor de structuur van het evangelie. Zijn uitleg heeft dikwijls het karakter van inlegkunde. Maar toch zijn deze verhandelingen een bron van vreugde en komen ze heel dicht bij ons hart.

Commentaar

  • Nieuw leven 2024-04-19 17:47:34

    In januari begint het al: het wordt weer langer licht en de sneeuwklokjes gaan bloeien, en even...

  • Post 2024-04-06 07:36:05

    De laatste tijd valt het mee, maar het komt regelmatig voor dat de post wat vertraging heeft....

  • Lijdenstijd 2024-03-23 18:53:26

    Met de lijdenstijd lijkt onze samenleving niet uit de voeten te kunnen. Hoe anders is dat met...

  • Leipzig en Navalny 2024-03-07 19:01:01

    Vorige week waren mijn vrouw en ik een paar dagen in het voormalige Oost-Duitsland op bezoek bij...